Operation Manual

Gedetailleerde instellingen – [FUNCTION]
Gebruikershandleiding
49
Besturingswijziging ON/OFF
Normaal zal het instrument reageren op MIDI-
besturingswijzigingsdata, ontvangen van een extern
MIDI-apparaat of -toetsenbord, waardoor de voice op
het corresponderende kanaal kan worden beïnvloed door
pedaal- en andere 'besturings'-instellingen, ontvangen
van het besturende apparaat (de toetsenbordvoice wordt
niet beïnvloed).
Het instrument verzendt tevens MIDI-
besturingswijzigingsinformatie als het pedaal of andere
besturingselementen worden bediend.
Deze functie maakt het mogelijk om de ontvangst en
verzending van besturingswijzigingsdata te annuleren,
zodat bijvoorbeeld het pedaal en andere
besturingselementen van het instrument kunnen worden
bediend zonder dat dit invloed heeft op een extern
MIDI-apparaat.
Instelbereik: ON/OFF
Normale instelling: ON
F7.6
Paneel-/statusverzending
Deze functie zorgt ervoor dat alle huidige
paneelinstellingen van het instrument (zoals de
geselecteerde voice) worden verzonden via de aansluiting
MIDI OUT.
Procedure
1. Stel de paneelregelaars naar wens in.
2. Sluit het instrument via MIDI aan op een sequencer
en stel de sequencer zo in dat deze de setupgegevens
kan ontvangen.
3. Activeer de functiemodus en selecteer .
4. Druk op de knop
[+/YES] om de paneel-/
statusgegevens te verzenden.
wordt weergegeven in het LED-display als de
gegevens succesvol zijn verzonden.
F6.7:
Initial Setup Send
Met deze functie kunt u de gegevens van de
paneelinstellingen naar een computer verzenden.
Doordat de paneelinstellingen worden verzonden en
opgenomen op de MIDI-sequencerecorder voor de
daadwerkelijke speelgegevens, worden automatisch
dezelfde instellingen gebruikt door het instrument als uw
spel wordt teruggespeeld. U kunt deze functie gebruiken
om de instellingen van een aangesloten toongenerator te
wijzigen naar dezelfde instellingen als het instrument.
Procedure
1. Stel de paneelregelaars naar wens in.
2. Sluit het instrument via MIDI aan op een sequencer
en stel de sequencer zo in dat deze de setupgegevens
kan ontvangen.
3. Activeer de functiemodus en selecteer .
4. Druk op de knop
[+/YES] om de paneel-/
statusgegevens te verzenden.
wordt weergegeven in het LED-display als de
gegevens succesvol zijn verzonden.
De volgende gegevens kunnen worden verzonden.
Voiceselectie
[REVERB]-type
[REVERB]-diepte
[EFFECT]-type
[EFFECT]-diepte
Stemmen (F1)
Duale ontstemming (F3.2)
OPMERKING
Raadpleeg voor informatie over besturingswijzigingen die kunnen
worden gebruikt met het instrument, het gedeelte 'MIDI-
gegevensindeling' in onze handleidingenbibliotheek op de
volgende website.
http://www.yamaha.co.jp/manual/
TERMINOLOGIE
Setupgegevens:
Gegevens die een set paneelinstellingen voor het instrument
bevatten.
OPMERKING
Raadpleeg voor een overzicht van de 'Inhoud van paneelgegevens'
die door deze functie worden verzonden het gedeelte 'MIDI-
gegevensindeling' in onze handleidingenbibliotheek op de
volgende website.
http://www.yamaha.co.jp/manual/
OPMERKING
De verzonden gegevens ontvangen:
1. Sluit het instrument via MIDI aan op het apparaat waarnaar de
setupgegevens zijn verzonden.
2. Start het versturen van de gegevens vanaf het apparaat.
Het instrument ontvangt automatisch de setupgegevens, hetgeen is
te zien aan de paneelinstellingen.
(De gegevens worden alleen geaccepteerd als het instrument dat
de setupgegevens moet ontvangen, van hetzelfde type is als het
instrument waardoor de setupgegevens naar de sequencer zijn
verzonden.)
OPMERKING
Zie voor meer informatie over het verzenden en ontvangen van
setupgegevens via MIDI, de handleiding van het aangesloten MIDI-
apparaat.
YDP181E.book Page 49 Friday, April 2, 2010 12:44 PM