Operation Manual

warmte van de motor of de zon
ervoor zorgen dat brandstof uit
de brandstoftank stroomt.
1. Vulpijp brandstoftank
2. Brandstofniveau
3. Veeg uitgestroomde brandstof
onmiddellijk af. LET OP: Veeg
gemorste brandstof onmidde-
llijk af met een schone, droge,
zachte doek, aangezien de
brandstof de gelakte opperv-
lakken en kunststof delen kan
aantasten. [DCA10071]
4. Draai de tankdop stevig vast.
DWA15151
ss
WAARSCHUWING
Benzine is giftig en kan letsel of
overlijden veroorzaken. Spring
zorgvuldig om met benzine. Probe-
er nooit om benzine via de mond
over te hevelen. Roep onmiddellijk
medische hulp in nadat u benzine
heeft ingeslikt, veel benzinedamp
heeft ingeademd of benzine in uw
ogen heeft gekregen. Als benzine
op uw huid terechtkomt, was deze
dan af met water en zeep. Als u
benzine op uw kleding morst, trek
dan andere kleding aan.
DAU13320
DCA11400
LET OP
Gebruik uitsluitend loodvrije benzi-
ne. Loodhoudende benzine veroor-
zaakt ernstige schade aan inwendi-
ge motoronderdelen als kleppen en
zuigerveren en ook aan het uitla-
atsysteem.
Uw Yamaha motorblok is gebouwd
op het gebruik van normale loodvrije
benzine met een octaangetal van
RON 91 of hoger. Als de motor gaat
detoneren (pingelen), gebruik dan
benzine van een ander merk of
gebruik loodvrije superbenzine. Door
loodvrije benzine te gebruiken gaan
bougies langer mee en blijven de
onderhoudskosten beperkt.
Voorgeschreven brandstof:
UITSLUITEND NORMALE
LOODVRIJE BENZINE
Inhoud brandstoftank:
10,5 L (2,77 US gal, 2,31 Imp.gal)
Brandstofreserve:
3,0 L (0,79 US gal, 0,66 Imp.gal)
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-9
3
5D8-F819D-D1.QXD 7/8/08 17:26 Página 24