Operation Manual

6. Vul bij met de voorgeschreven
hoeveelheid van de aanbevolen
eindoverbrengingsolie, breng dan
de olievuldop aan en zet deze
vast. WAARSCHUWING! Zorg
ervoor dat geen vreemde
materialen in het eindoverbren-
gingshuis terechtkomen. Zorg
ervoor dat geen olie op de
band of het wiel terechtkomt.
[DWA11311]
7. Controleer het eindoverbren-
gingshuis op olielekkage. Zoek in
geval van lekkage naar de oorza-
ak.
DAU20070
Koelvloeistof
Voor iedere rit moet het koelvloeistof-
niveau worden gecontroleerd. Ook
moet de koelvloeistof worden ver-
verst volgens de intervalperioden ver-
meld in het periodieke smeer- en
onderhoudsschema.
DAU20103
Controleren van het
koelvloeistofniveau
1. Zet de machine op de midden-
bok.
OPMERKING
Het koelvloeistofniveau moet
worden gecontroleerd terwijl de
motor koud is, temperatuurvers-
chillen zijn namelijk van invloed
op het niveau.
Zorg dat de machine rechtop sta-
at bij het controleren van het
koelvloeistofniveau. Wanneer de
machine iets schuin staat, kan
het niveau al foutief worden afge-
lezen.
2. Controleer het koelvloeistofnive-
au in het reservoir.
OPMERKING
Het koelvloeistofniveau moet tussen
de merkstrepen voor minimum- en
maximumniveau staan.
1. Kijkglas koelvloeistofniveau
2. Merkstreep maximumniveau
3. Merkstreep minimumniveau
3. Als de koelvloeistof bij of bene-
den de merkstreep voor mini-
mumniveau staat, verwijder dan
paneel A (Zie pagina 6-7). , ver-
wijder de reservoirdop, vul koelv-
loeistof bij tot de merkstreep voor
maximumniveau en breng de
reservoirdop en het paneel weer
MAXMAX
MINMIN
2
1
3
Aanbevolen
eindoverbrengingsolie:
Zie pagina 8-1
Oliehoeveelheid:
0,15 L (0,16 US qt, 0,13 Imp.qt)
Aanhaalmoment:
Aftapplug eindoverbrengingsolie:
22 Nm (2,2 m•kgf, 15,9 ft•lbf)
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-12
6
5D8-F819D-D1.QXD 7/8/08 17:26 Página 49