User Manual

De functies
PSR-E343/YPT-340 Gebruikershandleiding
34
Main-voice (pagina 14)
009 volume M.Volume 000–127 * Bepaalt het volume van de main-voice.
010 Octave (Octaaf) M.Octave -2 – +2 * Bepaalt het octaafbereik voor de main-voice.
011
Chorus Depth
(Chorusdiepte)
M.Chorus 000–127 *
Bepaalt hoeveel van het main-voicesignaal naar het choruseffect
wordt verzonden.
Dual-voice (pagina 15)
012 Dual-voice D.Voice 001–550 * Hiermee selecteert u een dual-voice.
013 volum e D.Volume 000–127 * Bepaalt het volume van de dual-voice.
014 Octave (Octaaf) D.Octave -2 – +2 * Bepaalt het octaafbereik voor de dual-voice.
015
Chorus Depth
(Chorusdiepte)
D.Chorus 000–127 *
Bepaalt hoeveel van het dual-voicesignaal naar het choruseffect
wordt verzonden.
Splitvoice (pagina 15)
016 Splitvoice S.Voice 001–550 45 (FngrBass) Hiermee selecteert u een splitvoice.
017 volum e S.Volume 000–127 * Bepaalt het volume van de splitvoice.
018 Octave (Octaaf) S.Octave -2 – +2 * Bepaalt het octaafbereik voor de splitvoice.
019
Chorus Depth
(Chorusdiepte)
S.Chorus 000–127 *
Bepaalt hoeveel van het splitvoice-signaal naar het choruseffect
wordt verzonden.
Effecten
020 Reverb Type Reverb 01–10 ** Bepaalt het reverbtype, waaronder 'uit' (10). (pagina 63)
021 Reverb Level RevLevel 000–127 64
Bepaalt hoeveel van het voicesignaal naar het reverbeffect
wordt verzonden.
022 Chorus Type Chorus 01–05 ** Bepaalt het chorustype, waaronder 'uit' (05). (pagina 63)
023 Sustain Sustain ON/OFF OFF Bepaalt of de functie Sustain aan of uit staat.
024 Master EQ-type MasterEQ
1 (Speaker)
2 (Headphone)
3 (Boost)
4 (Piano)
5 (Bright)
6 (Mild)
1 (Speaker)
Stelt de equalizer voor de uitgang van de luidspreker in op een
optimaal geluid in verschillende luistersituaties. (pagina 12)
025 Wide-type Wide
1 (Wide1)
2 (Wide2)
3 (Wide3)
2 (Wide2)
Bepaalt het type Ultra-Wide Stereo.
Hogere waarden produceren een beter Wide-effect. (pagina 15)
Harmony (pagina 16)
026 Harmonietype HarmType 0126 *
Bepaalt het harmonietype.
Zie het overzicht van harmonietypen op pagina 62.
027 Harmony-volume HarmVol 000–127 *
Bepaalt het niveau van het harmonie-effect als een van
de harmonietypen 1–5 is geselecteerd.
Computer (pagina 35)
028 PC mode PC mode PC1/PC2/OFF OFF
Optimaliseert de MIDI-instellingen als u het instrument aansluit
op een computer (pagina 35).
MIDI-
029 Local Control Local ON/OFF ON
Bepaalt of het toetsenbord van het instrument de interne
toongenerator wel (ON) of niet aanstuurt (OFF). Stel deze
parameter in op OFF wanneer u uw keyboardperformance
via MIDI opneemt met toepassingssoftware op de computer.
030 External Clock ExtClock ON/OFF OFF
Bepaalt of het instrument synchroniseert met de interne klok (OFF)
of met een externe klok (ON). Stel deze parameter in op ON wanneer
u uw toetsenspel via MIDI opneemt met toepassingssoftware
op de computer.
031 Initial Send InitSend YES/NO
Met deze functie kunt u de gegevens van de paneelinstellingen
naar een computer verzenden. Druk op [+/YES] om te verzenden
of druk op [-/NO] om te annuleren. Voer deze handeling uit
onmiddellijk nadat u de opname op de computer hebt gestart.
Metronoom (pagina 14)
032
Time Signature
Numerator
TimeSigN 00–60 ** Bepaalt de maatsoort van de metronoom.
033
Time Signature
Denominator
TimeSigD
Halve noot, kwartnoot,
achtste noot,
zestiende noot
** Bepaalt de lengte van iedere tel van de metronoom.
034 Metronome Volume MetroVol 000–127 100 Bepaalt het volume van de metronoom.
Functie-
nummer
Functienaam Display Bereik/instellingen
Standaard-
waarde
Beschrijvingen