User Manual

Table Of Contents
PSR-E373, PSR-EW310, YPT-370 Gebruikershandleiding
43
Referentie
Uw spel opnemen
U kunt maximaal 5 performances opnemen als gebruikerssongs (User 1–5: songnummers
155–159). U kunt de opgenomen gebruikerssongs afspelen op het instrument. De
opgenomen gebruikerssong kan op dezelfde manier als de presetsongs worden afgespeeld.
U kunt uw performance opnemen op de volgende
twee tracks van een gebruikerssong, afzonderlijk of
tegelijkertijd.
Track 1:
Op deze track wordt uw melodieperformance
opgenomen.
Track 2:
Op deze track wordt uw melodieperformance of het
afspelen van een stijl (wijzigingen van akkoorden en
secties) opgenomen.
Gegevenscapaciteit voor opnamen:
U kunt in totaal circa 10.000 noten in de vijf
gebruikerssongs opnemen.
Deze handeling is handig om een nieuwe song af te
spelen zonder een track te hoeven selecteren.
1
Geef de gewenste instellingen op, zoals
voor voice en stijl.
Als u alleen de melodieperformance wilt
opnemen, zet u ACMP uit (pagina 24). Als u zowel
het afspelen van de stijl of het ritme als de
melodieperformance wilt opnemen, zet u ACMP
aan (pagina 24).
2
Druk op de knop [REC] om de modus
Record Ready te activeren.
Met deze bewerking wordt de laagst genummerde
niet-opgenomen gebruikerssong ('User 1'–'User 5')
geselecteerd als het opnamedoel, als er niet vooraf
een gebruikerssong is opgegeven of als de modus
Record Ready is geactiveerd vanuit de stijlmodus.
Als u een andere song wilt selecteren, gebruikt u de
knoppen [+/YES] en [-/NO].
U kunt de opnamemodus verlaten door opnieuw
op de knop [REC] te drukken zodat deze niet
meer knippert op de display.
3
Bespeel het keyboard om de opname te
starten.
Als ACMP is ingeschakeld, kunt u het ritme van
het afspelen van de stijl afzonderlijk opnemen
door op de knop [START/STOP] te drukken en de
sectie (pagina 25) te wijzigen.
4
Druk op de knop [START/STOP] om de
opname te stoppen.
Wanneer u een stijl gebruikt, kunt u de opname
ook stoppen door op de knop [INTRO/ENDING/
rit.] te drukken en vervolgens te wachten tot het
afspelen is geëindigd.
5
Druk op de knop [START/STOP] als u het
afspelen van de opgenomen song wilt
starten.
Trackstructuur van een song
Quick Recording
001
User 1
EC
Gebruikerssongnummer
Knippert
Als alle gebruikerssongs opgenomen gegevens
bevatten, wordt automatisch 'User 1 (Song Number
155)' geselecteerd. Omdat u in dit geval over eventuele
bestaande gegevens in 'User 1' heen opneemt en deze
wist, adviseren we u om belangrijke gegevens op te
slaan op een computer (zie pagina 51).
U kunt ACMP in deze status niet in- of uitschakelen als
u in deze status een andere stijl kunt selecteren met de
knop [STYLE] en de nummerknoppen.
Nadat de opname is gestopt, wordt op de display
enige tijd het bericht 'Writing!' weergegeven. Probeer
nooit het instrument uit te zetten als dit bericht op de
display wordt weergegeven. Het interne geheugen kan
dan beschadigd raken en er kunnen gegevens
verloren gaan.
Beperkingen tijdens het opnemen
U kunt geen reverbniveau of metronoomklikken
opnemen, en ook geen instellingen voor
transponeren en stemmen.
De volgende instellingen en knoppen zijn niet
beschikbaar of kunnen niet worden opgenomen als
deze worden gebruikt:
ACMP ON/OFF, Split Point, Reverb Type, Chorus
Type, Harmony/Arpeggio Type, [FUNCTION]-knop,
[PORTABLE GRAND]-knop.
U kunt het DSP-effect alleen opnemen op track 1.
LET OP
OPMERKING
36 48
7260
Splitpunt ... standaardinstelling: 054 (F#2)
Bereik voor
automatische
begeleiding
LET OP