Operation Manual

VOORBEREIDINGEN Bedieningsorganen en functies Nl 10
1 Verbindingsindicator
Geeft de status van de verbinding van de subwoofer weer
(p. 29).
Licht groen op: Aan
Licht rood op: Uit
2 INPUT-aansluiting
Voor het aansluiten op het centrale toestel via bedrading
(p. 29).
3 SYSTEM CONNECTOR-aansluiting
Voor het aansluiten op het centrale toestel via bedrading
(p. 29).
4 SUBWOOFER PAIRING-toets
Voor het handmatig van het centrale toestel met de
subwoofer (p. 75). Gebruik een pen of ander puntig
voorwerp om deze toets in te drukken.
5 Koeleenheid
Voor het afvoeren van de warmte die in de subwoofer wordt
gegenereerd. Dek de koeleenheid niet af.
6 Netsnoer
Voor het aansluiten op een stopcontact (p. 28).
Subwoofer
INPUT
SYSTEM CONNECTOR
SUBWOOFER PAIRING
INPUT
SYSTEM CONNECTOR
SUBWOOFER PAIRING
2
1
3
4
5
6
Voorkant Achterkant