Operation Manual

VOORBEREIDINGEN Begininstellingen: Nl 32
Automatische instelling voor geschikte surroundeffecten (IntelliBeam)
Stel eerst elk van de kanalen in met de “IntelliBeam” functie zodat dit toestel een
optimale luisterervaring kan bieden.
De procedure AUTOM. SETUP werkt mogelijk niet goed als dit toestel geplaatst is in een van de ruimtes
die beschreven worden bij “Niet aan te bevelen luisteromgevingen” op bladzijde 14.
Stel eerst elk van de kanalen in met de “IntelliBeam” functie zodat dit toestel een optimale luisterervaring
kan bieden. U kunt de functie My Surround gebruiken om ook in deze soorten ruimtes te genieten van rijk
surroundgeluid. Zie “Wijzigen van de audioweergavemethode voor surroundweergave” (p. 42) voor meer
informatie.
Sluit de IntelliBeam-microfoon niet aan via een verlengkabel; dit kan leiden tot een onnauwkeurige
geluidsoptimalisatie.
1
Plaats de IntelliBeam-microfoon op uw normale luisterpositie.
In elkaar zetten van de meegeleverde kartonnen
microfoonstandaard
Gebruik de meegeleverde kartonnen microfoonstandaard of een statief om de
IntelliBeam-microfoon op dezelfde hoogte te plaatsen als waar uw oren zouden zijn
als u zit.
Plaats de IntelliBeam-microfoon parallel met de vloer.
Zorg ervoor dat er zich geen obstakels bevinden tussen de IntelliBeam-microfoon en de
muren in uw luisterruimte, aangezien deze objecten het pad van de geluidsbundels verstoren.
Objecten die tegen de muur staan, worden echter gezien als uitstekende delen van de
muren.
De IntelliBeam-microfoon installeren
12
3
5
4
Verwijder
Bevestig
Haal erdoor heen
Plaats horizontaal
Bevestig
IntelliBeam-microfoon
Bovengrens
Binnen 1 m
Hoogte van het
midden van dit toestel
Kartonnen
microfoonstandaard
Binnen 1 m
Luisterpositie
1,8 m of meer
Ondergrens
Middenlijn
IntelliBeam-microfoon
Kartonnen microfoonstandaard