Operation Manual

VOORBEREIDINGEN Begininstellingen: Nl 34
De AUTOM. SETUP-procedure neemt ongeveer 3 minuten in beslag.
Als u de AUTOM. SETUP-procedure wilt annuleren nadat deze begonnen is, of
als u de resultaten niet wilt toepassen, moet u op de RETURN ( ) toets
drukken.
Als er iets mis gaat, zal er een geluidssignaal klinken en zal er een
foutmelding verschijnen. Zie “Als er een foutmelding wordt weergegeven”
(p. 36) voor meer informatie over foutmeldingen.
Afhankelijk van de vorm en inrichting van uw luisterruimte, is het mogelijk
dat de hoek voor de linker- en rechtervoorgeluidsbundels en linker- en
rechtersurroundgeluidsbundels op dezelfde waarde wordt ingesteld, ook als
“BEAM MODE: 5Beam” als resultaat wordt getoond.
5
Druk op de toets ENTER om de resultaten te
bevestigen.
De meetresultaten worden toegepast en opgeslagen in het
toestel.
U kunt verschillende meetresultaten opslaan door op de
toets SYSTEM MEMORY 1, 2, of 3 te drukken.
Wanneer de toets SYSTEM MEMORY 1 wordt ingedrukt,
wordt “M1 Saving” weergegeven en worden de
instellingen opgeslagen.
Als er omgevingsgeluiden worden opgepikt nadat de
meting begonnen is, zal er een foutmelding verschijnen
op het “AUTOM. SETUP AFGEROND” scherm en zal u
gevraagd worden de meting opnieuw te beginnen. Druk
op de toets ENTER om de meting opnieuw op te starten.
Zie pagina 47 voor meer informatie over de
systeemgeheugenfunctie.
6
Verwijder de IntelliBeam-microfoon.
Het scherm “AUTOM. SETUP AFGEROND” wordt
gesloten.
De IntelliBeam-microfoon is gevoelig voor warmte en mag
dus niet in direct zonlicht of op plekken met een hoge
temperatuur geplaatst worden (zoals bovenop
AV-apparatuur).
AUTOM. SETUP via het instelmenu
“ALLEEN BEAM OPTIM.” of “ALLEEN GELUID OPTIM.” kan apart
gemeten worden via het instelmenu.
1
Plaats de IntelliBeam-microfoon op uw normale
luisterpositie en druk op de toets SETUP ( ).
Zie “De IntelliBeam-microfoon installeren” (p. 32) voor
instructies over de plaatsing van de IntelliBeam-microfoon.
2
Druk op de toets / om “BEAM” te selecteren en
druk dan op de toets of ENTER.
3
Druk op de toets / om “IntelliBeam” te
selecteren en vervolgens op de toets of ENTER.
AUTOM. SETUP AFGEROND
VERWIJDER DE MIC. UIT
DE SOUND PROJECTOR EN
VAN DE LUISTERPOSITIE.
DRUK [SYSTEM MEMORY] TOETS
OM DE INSTELLING OP TE SLAAN.
PHONES INTELLIBEAM MIC
INTELLIBEAM MIC
//
ENTER
SETUP ( )
RETURN ( )