Operation Manual

AFSPELEN Nuttige functies gebruiken Nl 46
Automatisch aanpassen van het
volumeniveau (UniVolume)
U kunt de UniVolume-functie aan of uit zetten. Wanneer deze
functie is ingeschakeld, worden eventuele volumeverschillen bij het
schakelen tussen signaalbronnen of audiobronnen automatisch
bijgeregeld.
1
Druk op de toets UNIVOLUME om de functie
UniVolume in te schakelen.
Druk nogmaals op deze toets om deze functie weer uit te
schakelen.
De standaardinstelling is “OFF”.
Wij raden u aan de functie UniVolume tijdens de weergave van muziek uit te
zetten.
Energie besparen met de Eco-functie
Met de Eco-functie kunt u het stroomverbruik van dit toestel
terugbrengen.
Wanneer deze functie is ingeschakeld, wordt het display op het
voorpaneel uitgeschakeld en het maximum volume verlaagd.
1
Druk op de toets ECO.
“ECO ON” wordt weergegeven en het display op het
voorpaneel gaat uit.
De helderheid van de STATUS-indicator wordt op de
laagste instelling gezet.
De Eco-functie uitschakelen
Druk op de toets ECO.
“ECO OFF” wordt weergegeven op het display op het voorpaneel.
Schakel deze functie uit als u een luidere weergave wilt.
Wanneer deze functie is ingeschakeld, kunnen “DIMMER” in het instelmenu
(p. 60) en “MAX VOLUME” in het geavanceerde instelmenu (p. 66) niet worden
ingesteld.
De informatieweergave op het voorpaneel
wijzigen
De signaalbron en informatie over de omgeving worden
weergegeven.
1
Druk op de toets INFO ( ).
Het display wijzigt als volgt telkens wanneer u op de toets
INFO ( ) drukt. De specifieke informatie die wordt
weergegeven hangt af van de signaalbron die is geselecteerd.
Nuttige functies gebruiken
ECO ON
Input: Naam van de signaalbron
(“BLUETOOTH”, of de naam van het aangesloten
apparaat wordt weergegeven als Bluetooth de
signaalbron vormt.)
Beam: Instelling geluidsbundelstand (p. 42)
Decoder: Huidige decoder (p. 58)
Cinema DSP: CINEMA DSP-programma (p. 40)
ECO
INFO ( )
UNIVOLUME