Operation Manual

AFSPELEN Nuttige functies gebruiken Nl 47
De instellingen van dit toestel in het systeemgeheugen opslaan
U kunt drie sets instellingen in het geheugen van dit toestel opslaan,
waardoor u snel de instellingen kunt laden die geoptimaliseerd zijn voor
specifieke luisteraars of wijzigingen in de omgeving. Raadpleeg de
twee onderstaande voorbeelden van het opslaan van
IntelliBeam-meetresultaten en instellingen zoals surroundinstelling in het
systeemgeheugen, of van het laden van vooraf ingestelde instellingen.
Voorbeeld 1 De IntelliBeam-metingen voor verschillende
omgevingen in het systeemgeheugen opslaan
Omdat materialen die geluid absorberen, zoals gordijnen,
geluidsbundels blokkeren, neemt de efficiëntie van deze bundels af.
Voer de meting eerst uit met de gordijnen open en daarna met de
gordijnen gesloten. Sla beide sets instellingen op in SYSTEM MEMORY
1 en 2 en laad de gewenste instellingen wanneer u ze nodig hebt.
Voorbeeld 2 Frequent gebruikte instellingen opslaan in het
systeemgeheugen
SYSTEM MEMORY 1: instelling surround
SYSTEM MEMORY 2: Een instelling van de
targetweergavemodus die geluidsbundels
naar de keuken projecteert
SYSTEM MEMORY 3: Een instelling van de
targetweergavemodus die geluidsbundels
naar de woonkamer projecteert
Voorbeeld 3 Favoriete instellingen van de luisteraar opslaan in
het systeemgeheugen
SYSTEM MEMORY 1: instellingen geconfigureerd voor papa
SYSTEM MEMORY 2: instellingen geconfigureerd voor mama
SYSTEM MEMORY 3: instellingen geconfigureerd voor feestjes
De volgende instellingen kunnen worden opgeslagen in het
systeemgeheugen.
IntelliBeam-meetresultaten (p. 33).
Zie bladzijde 34 voor instructies over het opslaan van
meetresultaten voor IntelliBeam.
(Wanneer “HORIZONTALE HOEK”, “BEAM LENGTE”, “VOCALE
LENGTE” en “POSITIE VOORSPEAKERS” in het instelmenu zijn
geconfigureerd (p. 51), worden deze instellingen toegepast op de
AUTOM. SETUP-metingen van IntelliBeam.)
Surroundweergave- (p. 40), stereoweergave- (p. 44) of
targetweergavemodus (p. 44)
(De methode voor weergave met geluidsbundels (p. 42) kan ook
worden opgeslagen voor de surroundweergavemodus).
Surround: CINEMA DSP (p. 40), surrounddecoder (p. 58)
Kanaalniveau (p. 45, 56)
Klankregeling (p. 64)
1
Houd de toets SYSTEM MEMORY 1, 2 of 3 ingedrukt
tot “M1 Save?”, “M2 Save?” of “M3 Save?”,
afhankelijk van de toets die u indrukt, wordt
weergegeven.
2
Druk opnieuw op dezelfde SYSTEM MEMORY-toets.
Wanneer de toets SYSTEM MEMORY 1 wordt ingedrukt,
wordt “M1 Saving” weergegeven en worden de instellingen
opgeslagen.
Als er reeds systeeminstellingen zijn opgeslagen onder het geselecteerde
geheugennummer, worden de oude instellingen door het toestel
overschreven.
De geheugenfunctie kan niet worden ingesteld wanneer “MEMORY PROTECT”
is ingesteld op “ON” in het menu Geavanceerde instellingen (p. 65).
1
Druk op de toets SYSTEM MEMORY 1, 2 of 3,
afhankelijk van de instellingen die u wilt laden.
Als u op de toets SYSTEM MEMORY 1 drukt, wordt “M1
Load?” weergegeven.
2
Druk opnieuw op dezelfde SYSTEM MEMORY-toets.
Wanneer de toets SYSTEM MEMORY 1 is ingedrukt, wordt
“M1 Loading” weergegeven en worden de instellingen geladen.
De instellingen in het systeemgeheugen
opslaan
Instellingen laden
SYSTEM
MEMORY