Operation Manual

VOORBEREIDINGEN Bedieningsorganen en functies Nl 8
1 HDMI-indicator
Brandt wanneer er HDMI-signalen worden ingevoerd.
2 HD-indicator
Brandt wanneer er HD-audiosignalen (Dolby TrueHD, Dolby
Digital Plus, DTS-HD Master Audio, DTS-HD High Resolution,
DTS Express, of Multikanaals Lineair PCM) worden
ingevoerd.
3 SUR.-indicator
Brandt wanneer er multikanaals audiosignalen worden
ingevoerd.
4 TARGET-indicator
Brandt wanneer de targetweergavemodus is ingeschakeld
(p. 44).
5 UNIVOLUME-indicator
Brandt wanneer de functie UniVolume is ingeschakeld (p. 46).
6 ENHANCER-indicator
Brandt wanneer de functie Compressed Music Enhancer is
ingeschakeld (p. 45).
7 REPEATER-indicator
Brandt wanneer de functie TV Remote Repeater is
ingeschakeld (p. 15).
8 TX-indicator
Brandt terwijl de draadloze verbinding met de subwoofer tot
stand wordt gebracht (p. 29).
9 VOL-indicator
Geeft het huidige volumeniveau aan (p. 39).
0 CINEMA DSP-indicator
Brandt wanneer er een CINEMA DSP-programma wordt
geselecteerd (p. 40).
A Weergave van multi-informatie
Geeft de signaalbron en surroundinformatie weer (p. 46).
Geeft instellingen en informatie als alfanumerieke tekens
weer.
Als de Eco-functie is ingeschakeld, wordt het display van het
voorpaneel uitgeschakeld tot er een handeling wordt uitgevoerd.
“DIMMER” kan de helderheid van het display op het voorpaneel
regelen via het instelmenu (p. 60).
HD-audiosignalen bieden een hogere geluidskwaliteit dan
conventionele digitale audiosignalen.
Display van het voorpaneel
2 345 6 7 891
0A