Operation Manual

34 Nl
DRC:Dynamic Range Control
(Regeling van het dynamisch bereik)
SET MENU GELUID INSTELLEN MENU
DRC:Dynamic Range Control
Kies deze mogelijkheid om de compressie van het
dynamische bereik in te stellen. Het dynamisch bereik is het
verschil tussen het zachtst hoorbare geluid en het hardste
dat nog zonder vervorming kan worden weergegeven.
Adaptive DRC (Adaptieve regeling van het
dynamisch bereik)
Gebruik deze functie om het dynamisch bereik te laten
regelen aan de hand van het volumeniveau. Als deze
functie is uitgeschakeld, wordt het dynamische bereik als
volgt aangepast.
Als het volumeniveau laag is: Verklein het dynamische
bereik. Hard geluid wordt zachter weergegeven en zacht
geluid dat bijna niet hoorbaar is wordt luider weergegeven.
Als het volumeniveau hoog is: Verbreed het dynamische
bereik. Van zacht geluid tot hard geluid, brongeluid wordt
weergegeven zonder het volume aan te passen.
Keuzes: AAN*, UIT
Selecteer Aan om de regeling voor het adaptieve
dynamische bereik in te schakelen.
Selecteer Uit om de regeling voor het adaptieve
dynamische bereik uit te schakelen.
y
“Dolby/DTS DRC” wordt automatisch ingesteld op
“Max” wanneer “Uit” is geselecteerd.
Deze instelling wordt automatisch ingesteld op “Uit”
wanneer de UniVolume functie wordt aangezet, terwijl
deze insteling automatisch op “Aan” wordt gezet
wanneer de UniVolume functie staat uitgeschakeld.
Dolby/DTS DRC (Dynamische bereik van Dolby
Digital en DTS signalen)
Selecteer de hoeveelheid dynamisch bereik die wordt
toegepast wanneer dit toestel Dolby Digital en DTS
signalen aan het decoderen is
Keuzes: Max* (Maximum), Standaard, Min/Autom.
(Minimum/Autom.)
Selecteer Max om geluid weer te geven zonder het
dynamisch bereik van de ingangssignalen aan te
passen.
Selecteer Standaard om het standaard dynamisch
bereik in te stellen
dat aanbevolen wordt voor regulier thuisgebruik.
Selecteer Min/Autom. om het dynamische bereik in te
stellen dat geschikt is voor lage volume of een rustige
omgeving, zoals’s avonds, voor alle bitstroomsignalen
behalve voor Dolby TrueHD signalen (Min), of stel het
dynamische bereik voor Dolby TrueHD signalen in
gebaseerd op de ingangssignaalinformatie (Autom.).
y
Adaptive DRC” wordt automatisch ingesteld op “Uit”
wanneer er andere instellingen dan “Max” staan
geselecteerd.
BASS EXTENSION (Lage tonen versterking)
SET MENU GELUID INSTELLEN MENU
BASS EXTENSION
Hiermee kunt u de extra versterking van de lage tonen
aan- of uitzetten. Wanneer deze functie staat ingeschakeld,
licht de BASS EXT indicator op op de display van het
voorpaneel (bladzijde 7).
Keuzes: UIT, MID*, DIEP
Selecteer UIT om lage tonen weer te geven zonder
verandering.
Selecteer MID om lage tonen die licht versterkt worden
weer te geven.
Selecteer DIEP om lage tonen die flink versterkt
worden weer te geven.
MUSIC ENHANCER (Music Enhancer)
SET MENU GELUID INSTELLEN MENU
MUSIC ENHANCER
Hiermee kunt u de gecomprimeerde audioversterking aan
of uit zetten. Wanneer deze functie staat ingeschakeld,
licht de ENHANCER indicator op op de display van het
voorpaneel (bladzijde 7).
AUX1/2
Selecteer of de gecomprimeerde audioversterker moet
worden toegepast voor weergave van AUX1/2
ingangsbronnen.
Keuzes: AAN, UIT*
Selecteer AAN om de gecomprimeerde audioversterker
in te schakelen voor weergave van AUX1/2
ingangsbronnen.
Selecteer UIT om de gecomprimeerde audioversterker
uit te schakelen voor weergave van AUX1/2
ingangsbronnen.
iPod
Selecteer of de gecomprimeerde audioversterking moet
worden toegepast op de iPod/iPhone weergave.
Keuzes: AAN*, UIT
Selecteer AAN om de gecomprimeerde audioversterking
in te schakelen voor iPod/iPhone weergave.
Selecteer UIT om de gecomprimeerde audioversterking
uit te schakelen voor iPod/iPhone weergave.
KANAAL NIVEAU (Kanaalniveau)
SET MENU GELUID INSTELLEN MENU
KANAAL NIVEAU
Hiermee stelt u het volume in voor elk kanaal met behulp
van testtonen.
Instelbereik: –10.0 dB t/m +10.0 dB
Opmerking
Instelbare kanalen variëren afhankelijk van de “KANAAL
OUT” instelling.
“Surround Achter R” en “Surround Achter L” kunnen niet ingesteld
worden als “GELUID UIT” staat ingesteld op “SPEAKER”.
GELUID BEAM UIT INST. (Configuratie
geluidsbundeluitgangen)
SET MENU GELUID UIT MENU GELUID
BEAM OUT INST.
Hiermee stelt u het aantal uitgangskanalen of de
audioweergavemethode in. Zie voor meer informatie
“Wijzigen van de audioweergavemethode voor surround
weergave” (bladzijde 23).
GELUIDSINTELLING (Geluidsweergave)
SET MENU GELUID UIT MENU
GELUIDSINTELLING
Configureert de instellingen voor de audiosignaaluitgangen.
Volume : hoogVolume : laag
IngangsniveauIngangsniveau
Uitgangsniveau
Uitgangsniveau
Aan
Uit Uit
Aan
GELUID UIT MENU
G /
G
0 +10
ENT
7 8 9
4 5 6
1 2 3
HDMI 4 iPod FM
ENTER
SURROUND STEREO
OFF
ENTER
TAINMENT
MUSIC
CINEMA DSP
MOVIE
HDMI 1 HDMI 2 HDMI 3
TV AUX 1 AUX 2
TV AV
MENUTOP MENU
OPTION
TV
MUTE
CODE SET
UNIVOLUME SUR. DECODE INTELLIBEAM
TV
INPUT MUTE
TV VOL CH VOLUME
SETUP RETURN
MEMORY
SLEEPINFO
TUNING PRESET
ENTER
G