Operation Manual

35 Nl
VOORBEREIDINGENINLEIDING
APPENDIX
(AANHANGSEL)
AFSPEELFUNCTIES INSTELLINGEN
Dit toestel aanpassen
(INSTELLINGENMENU)
Systeemconfiguraties
(GEAVANCEERDE
INSTELLINGEN)
Gebruik van een
externe versterker
Bedienen van
externe
componenten
GELUIDSINTELLING (Doorzending van
geluidsweergave)
Hiermee zendt u de weergave van audiosignalen door. De
audioweergave van alle kanalen wordt gelijktijdig overgeschakeld.
Keuzes: SPEAKER*, PRE OUT
Selecteer SPEAKER om geluid via dit toestel weer te
geven.
Selecteer PRE OUT om audiosignalen weer te geven
via de PRE OUT aansluitingen van dit toestel. Tevens
moet u de parameters van “BASS UITGANG” t/m
“LFE Level” configureren zoals hieronder beschreven.
y
De parameters van “BASS UITGANG” t/m “LFE Level” zijn
instellingen voor de PRE OUT aansluitingen wanneer deze zijn
geselecteerd als de audio-uitgangsaansluitingen.
BASS UITGANG (Doorzending van lage tonen
weergave)
Hiermee zendt u de weergave van de lage tonen door. De
instellingen onder “BASS UITGANG” zijn voor de PRE
OUT aansluitingen.
Keuzes: SUBWOOFER, VOOR*
Selecteer SUBWOOFER om lage tonen weer te geven
via de subwoofer.
Selecteer VOOR om lage tonen weer te geven via de
externe rechter en linker voor-luidsprekers.
Voor SP Grootte (Grootte van voor-luidsprekers
voor PRE OUT)
Selecteer de grootte van de externe voor-luidsprekers.
Keuzes: Klein, Groot*
Selecteer Klein als de diameter van de woofer van de
voor-luidspreker kleiner is dan 16 cm. Lage frequentie
delen van de rechter en linker voor-kanaalssignalen
worden weergegeven via de subwoofer.
Midden SP Grootte (Grootte van
middenluidsprekers voor PRE OUT)
Selecteer de grootte van de externe middenluidsprekers.
Keuzes: Geen, Klein*
Selecteer Geen als er geen middenluidspreker wordt
gebruikt. Signalen van het middenkanaal worden
gemengd in de rechter en linker voor-luidsprekers.
Selecteer Klein als er een middenluidspreker wordt
gebruikt. Lage frequentie delen van de signalen van het
middenkanaal worden weergegeven via de subwoofer
(of gemengd in de rechter en linker voorkanaalsignalen
als er geen subwoofer beschikbaar is).
PRE OUT Volume (PRE OUT volume)
Stel het uitgangsniveau van de PRE OUT aansluitingen in.
Instelbereik: –30.0 dB t/m 0.0 dB
Begininstelling: –18.0 dB
LFE Level (Lage frequentie effectniveau voor
PRE OUT)
Stel het lage frequentie effectuitgangsniveau van de PRE
OUT aansluitingen in. Deze instelling treedt alleen in
werking wanneer dit toestel Dolby Digital of DTS
signalen decodeert.
Instelbereik: –20 dB t/m + 0 dB*
INGANG TOEWIJZING (Ingangstoewijzing)
SET MENU INGANG MENU INGANG
TOEWIJZING
Hiermee wijzigt u de belangrijkste toewijzingen van de
ingangsaansluitingen op dit toestel. De referentie tussen
haakjes weergegeven op het menuscherm geven de
oorspronkelijke instellingen aan.
Zie ook: “AUDIO SELECTEREN” (bladzijde 36)
y
Druk op G om door te gaan naar de volgende pagina.
AUDIO1
Selecteer de toets waaraan de AUDIO IN (TV)
aansluitingen worden toegewezen.
Keuzes: TV*, AUX1, AUX2, HDMI1, HDMI2, HDMI3,
HDMI4
Opmerking
De in “AUDIO2” reeds geselecteerde ingang wordt niet
weergegeven. Om de in “AUDIO2” geselecteerde ingang in te
stellen, wijzig de “AUDIO2” parameter en configureer
vervolgens opnieuw.
AUDIO2
Selecteer de toets waaraan de AUDIO IN (AUX1)
aansluitingen worden toegewezen.
Keuzes: AUX1*, AUX2, HDMI1, HDMI2, HDMI3,
HDMI4, TV
Opmerking
De in “AUDIO1” reeds geselecteerde ingang wordt niet
weergegeven. Om de in “AUDIO1” geselecteerde ingang in te
stellen, wijzig de “AUDIO1” parameter en configureer
vervolgens opnieuw.
OPTICAL1
Selecteer de toets waaraan de DIGITAL IN (TV)
aansluiting wordt toegewezen.
Keuzes: TV*, AUX1, AUX2, HDMI1, HDMI2, HDMI3,
HDMI4
Opmerking
De in “OPTICAL2” of “COAX” reeds weergegeven ingang
wordt niet weergegeven. Om de in één van deze parameters
geselecteerde ingang in te stellen, wijzig de bijbehorende
parameter en configureer vervolgens opnieuw.
OPTICAL2
Selecteer de toets waaraan de DIGITAL IN (AUX1)
aansluiting wordt toegewezen.
Keuzes: AUX1*, AUX2, HDMI1, HDMI2, HDMI3,
HDMI4, TV
Opmerking
De in “OPTICAL1” of “COAX” reeds weergegeven ingang
wordt niet weergegeven. Om de in één van deze parameters
geselecteerde ingang in te stellen, wijzig de bijbehorende
parameter en configureer vervolgens opnieuw.
COAX
Selecteer de toets waaraan de DIGITAL IN (AUX2)
aansluiting wordt toegewezen.
Keuzes: AUX2*, HDMI1, HDMI2, HDMI3, HDMI4, TV,
AUX1
Opmerking
De in “OPTICAL1” of “OPTICAL2” reeds weergegeven
ingang wordt niet weergegeven. Om de in één van deze
parameters geselecteerde ingang in te stellen, wijzig de
bijbehorende parameter en configureer vervolgens opnieuw.
INGANG HERBENOEMEN (Wijzigen van
ingangsnaam)
SET MENU INGANG MENU INGANG
HERBENOEMEN
Hiermee wijzigt u de naam van de weergegeven ingangsbron
wanneer de ingangsbron geselecteerd wordt. Selecteer een
naam uit de sjablonen of voer een nieuwe naam in.
Een naam selecteren uit sjablonen
1 Druk op G / om de ingangsbron
waarvan de naam gewijzigd moet worden te
selecteren.
INGANG MENU