Operation Manual

FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-6
3
Weergave Condities Wat te doen
Onder 39 °C
(Onder 103 °F)
De aanduiding “Lo” wordt
getoond.
OK. U kunt rijden.
40–116 °C
(104–242 °F)
Koelvloeistoftemperatuur
wordt getoond.
OK. U kunt rijden.
Boven 117 °C
(Boven 243 °F)
Koelvloeistoftemperatuur
knippert.
Het waarschuwingslampje
gaat branden.
Breng de machine tot stilstand en laat
de motor stationair draaien tot de koel-
vloeistoftemperatuur daalt.
Zet de motor af als de temperatuur niet
daalt. (Zie pagina 6-40.)
U1KBD1D0.book Page 6 Friday, July 6, 2012 1:58 PM