Operation Manual

FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-24
3
DAU51150
Tankbeluchtingsslang en over-
loopslang
Alvorens de motorfiets te gebruiken:
Controleer alle slangaansluitingen.
Controleer alle slangen op scheuren of
beschadiging en vervang indien nodig.
Controleer voor alle slangen of het uit-
einde ervan niet is verstopt en reinig
indien nodig.
Controleer of het uiteinde van alle
slangen buiten het stroomlijnpaneel is
geplaatst.
DAU13433
Uitlaatkatalysator
Dit model is uitgerust met een uitlaatkataly-
sator.
WAARSCHUWING
DWA10862
Het uitlaatsysteem is heet nadat de mo-
tor heeft gedraaid. Let op het volgende
om brandgevaar of brandwonden te
voorkomen:
Parkeer de machine nooit nabij
brandgevaarlijke stoffen, zoals op
gras of op ander materiaal dat ge-
makkelijk vlam vat.
Parkeer de machine op een plek
waar voetgangers of kinderen niet
gemakkelijk met het hete uitlaatsys-
teem in aanraking kunnen komen.
Controleer of het uitlaatsysteem is
afgekoeld alvorens onder-
houdswerkzaamheden uit te voe-
ren.
Laat de motor niet langer dan enke-
le minuten stationair draaien. Lang
stationair draaien kan leiden tot
oververhitting.
LET OP
DCA10701
Gebruik uitsluitend loodvrije benzine. Bij
gebruik van loodhoudende benzine zal
onherstelbare schade worden toege-
bracht aan de uitlaatkatalysator.
1. Tankbeluchtingsslang
2. Overloopslang brandstoftank
1
2
U1KBD1D0.book Page 24 Friday, July 6, 2012 1:58 PM