Operation Manual
Table Of Contents
- INLEIDING
- BELANGRIJKE INFORMATIE IN DE HANDLEIDING
- INHOUDSOPGAVE
- VEILIGHEIDSINFORMATIE
- BESCHRIJVING
- FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
- VOOR UW VEILIGHEID – CONTROLES VOOR HET RIJDEN
- GEBRUIK EN BELANGRIJKE RIJ-INFORMATIE
- PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
- Boordgereedschapsset
- Periodiek onderhoudsschema voor het uitstootcontrolesysteem
- Algemeen smeer- en onderhoudsschema
- De stroomlijn- en framepanelen verwijderen en aanbrengen
- Bougie controleren
- Motorolie en oliefilterelement
- Koelvloeistof
- Vervangen van het luchtfilterelement en reinigen van de aftapslang
- Afstellen van het stationair toerental
- Vrije slag van de gaskabel afstellen
- Klepspeling
- Banden
- Gietwielen
- Vrije slag van koppelingshendel afstellen
- Vrije slag van voorremhendel controleren
- Vrije slag van rempedaal afstellen
- Controleren van voor- en achterremblokken
- Controleren van remvloeistofniveau
- Remvloeistof verversen
- Spanning aandrijfketting
- Aandrijfketting reinigen en smeren
- Kabels controleren en smeren
- Controleren en smeren van gasgreep en gaskabel
- Controleren en smeren van rem- en schakelpedalen
- Controleren en smeren van rem- en koppelingshendels
- Zijstandaard controleren en smeren
- De achterbrugscharnierpunten smeren
- Voorvork controleren
- Stuursysteem controleren
- Controleren van wiellagers
- Accu
- Zekeringen vervangen
- Koplampgloeilamp vervangen
- Achterlicht/remlichtunit
- Gloeilamp in richtingaanwijzer vervangen
- Gloeilamp in kentekenverlichting vervangen
- Parkeerlichtgloeilamp vervangen
- Ondersteunen van de motorfiets
- Voorwiel
- Achterwiel
- Problemen oplossen
- Storingzoekschema’s
- VERZORGING EN STALLING VAN DE MOTORFIETS
- SPECIFICATIES
- GEBRUIKERSINFORMATIE

FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-3
3
OPMERKING
● Bij machines met een of meer radiator-
koelvinnen schakelt de radiatorkoelvin
automatisch in of uit op basis van de
koelvloeistoftemperatuur in de radia-
tor.
● Als de motor oververhit raakt, staan op
pagina 6-38 nadere instructies ver-
meld.
DAUT1934
Waarschuwingslampje
motorstoring “”
Dit waarschuwingslampje begint te knippe-
ren of blijft branden wanneer een elektrisch
systeem dat de motorwerking controleert,
defect is. Vraag in dat geval een Yamaha
dealer het zelfdiagnosesysteem te controle-
ren.
Het elektrisch circuit voor het waarschu-
wingslampje controleert u door de sleutel
naar “ON” te draaien. Het waarschuwings-
lampje moet enkele seconden oplichten en
dan uitgaan.
Licht het waarschuwingslampje niet meteen
op wanneer u de sleutel naar “ON” draait of
blijft het lampje branden, laat het elektrisch
circuit dan door een Yamaha dealer contro-
leren.
DAU11872
Toerenteller
Met de elektrische toerenteller kan de mo-
torrijder het motortoerental controleren en
dit binnen het ideale bereik houden.
Als de sleutel naar “ON” wordt gedraaid,
slaat de naald van de toerenteller eenmaal
helemaal uit tot aan het hoogste aantal toe-
ren per minuut en keert daarna weer terug
naar nul tpm om het elektrische circuit te
testen.
LET OP
DCA10031
Laat de motor niet draaien terwijl de toe-
renteller in de rode zone wijst.
Rode zone: 10000 tpm en hoger
DAUM2303
Multifunctioneel display
WAARSCHUWING
DWA12312
Zet de machine stil voordat u wijzigingen
aanbrengt in de instellingen van het mul-
tifunctionele display. Het aanbrengen
van wijzigingen tijdens het rijden kan u
afleiden en vergroot het risico op een
ongeval.
Het multifunctionele display toont de vol-
gende voorzieningen:
● een snelheidsmeter (die de actuele rij-
snelheid aangeeft)
● een kilometerteller (die de totale afge-
legde afstand toont)
1. Toerenteller
2. Rode zone toerenteller
1. Multifunctioneel display
2. “RESET/SELECT”-toets
U5D7D1D0.book Page 3 Friday, September 4, 2009 9:18 AM










