Operation Manual
Table Of Contents
- INLEIDING
- BELANGRIJKE INFORMATIE IN DE HANDLEIDING
- INHOUDSOPGAVE
- VEILIGHEIDSINFORMATIE
- BESCHRIJVING
- FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
- VOOR UW VEILIGHEID – CONTROLES VOOR HET RIJDEN
- GEBRUIK EN BELANGRIJKE RIJ-INFORMATIE
- PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
- Boordgereedschapsset
- Periodiek onderhoudsschema voor het uitstootcontrolesysteem
- Algemeen smeer- en onderhoudsschema
- De stroomlijn- en framepanelen verwijderen en aanbrengen
- Bougie controleren
- Motorolie en oliefilterelement
- Koelvloeistof
- Vervangen van het luchtfilterelement en reinigen van de aftapslang
- Afstellen van het stationair toerental
- Vrije slag van de gaskabel afstellen
- Klepspeling
- Banden
- Gietwielen
- Vrije slag van koppelingshendel afstellen
- Vrije slag van voorremhendel controleren
- Vrije slag van rempedaal afstellen
- Controleren van voor- en achterremblokken
- Controleren van remvloeistofniveau
- Remvloeistof verversen
- Spanning aandrijfketting
- Aandrijfketting reinigen en smeren
- Kabels controleren en smeren
- Controleren en smeren van gasgreep en gaskabel
- Controleren en smeren van rem- en schakelpedalen
- Controleren en smeren van rem- en koppelingshendels
- Zijstandaard controleren en smeren
- De achterbrugscharnierpunten smeren
- Voorvork controleren
- Stuursysteem controleren
- Controleren van wiellagers
- Accu
- Zekeringen vervangen
- Koplampgloeilamp vervangen
- Achterlicht/remlichtunit
- Gloeilamp in richtingaanwijzer vervangen
- Gloeilamp in kentekenverlichting vervangen
- Parkeerlichtgloeilamp vervangen
- Ondersteunen van de motorfiets
- Voorwiel
- Achterwiel
- Problemen oplossen
- Storingzoekschema’s
- VERZORGING EN STALLING VAN DE MOTORFIETS
- SPECIFICATIES
- GEBRUIKERSINFORMATIE

GEBRUIK EN BELANGRIJKE RIJ-INFORMATIE
5-1
5
DAU15951
Lees de gebruikershandleiding zorgvuldig
door om u vertrouwd te maken met alle be-
dieningselementen. Als u de werking van
een functie of bedieningselement niet be-
grijpt, vraag dan uw Yamaha dealer om uit-
leg.
WAARSCHUWING
DWA10271
Een onvoldoende vertrouwdheid met de
bedieningselementen kan leiden tot ver-
lies van de controle, met mogelijk een
ongeval of letsel tot gevolg.
DAU45310
OPMERKING
Dit model is uitgerust met een hellingshoek-
sensor, waarbij de motor afslaat bij kante-
ling. Om de motor na een kanteling weer te
starten zet u het contactslot eerst op “OFF”
en daarna op “ON”. Als u dat niet doet zal
de motor niet starten, ondanks dat de motor
wordt aangezwengeld als u op de startknop
drukt.
DAUM2322
Starten van de motor
Door het startspersysteem is starten alleen
mogelijk als aan een van de volgende voor-
waarden is voldaan:
● De versnellingsbak staat in de vrij-
stand.
● De versnellingsbak staat in een ver-
snelling geschakeld terwijl de koppe-
lingshendel is ingetrokken en de
zijstandaard is opgeklapt.
Zie pagina 3-11 voor meer informatie.
1. Draai de contactsleutel naar “ON” en
controleer of de noodstopschakelaar
op “” is gezet.
De volgende waarschuwingslampjes
en het controlelampje moeten enkele
seconden oplichten en dan uitgaan.
● Vrijstandcontrolelampje
● Controlelampje richtingaanwij-
zers
● Controlelampje grootlicht
● Waarschuwingslampje koelvloei-
stoftemperatuur
● Waarschuwingslampje motorsto-
ring
U5D7D1D0.book Page 1 Friday, September 4, 2009 9:18 AM










