Operation Manual

Table Of Contents
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-5
6
8 * Banden
Controleer op slijtage en bescha-
digingen.
Vervang indien nodig.
Controleer de bandspanning.
Corrigeer indien nodig.
√√√√√
9 * Wiellagers
Controleer op speling of bescha-
digingen.
√√√√
10 * Achterbrug
Controleer op een correcte wer-
king en overmatige speling.
√√√√
Smeren met molybdeenvet. Elke 24000 km (14000 mi)
11 Aandrijfketting
Controleer de spanning, uitlijning
en conditie van de aandrijfketting.
Stel de ketting af en smeer deze
grondig met een speciale smering
voor o-ringkettingen.
Elke 1000 km (600 mi) en nadat de motorfiets is gewassen of ermee in de regen
of vochtige gebieden is gereden
12 * Balhoofdlagers
Controleer de lagers op speling
en oppervlakteruwheid.
√√√√√
Smeren met lithiumvet. Elke 24000 km (14000 mi)
13 *
Framebevestigin-
gen
Controleer of alle moeren, bouten
en schroeven stevig zijn vastge-
zet.
√√√√√
14
Scharnieras van
remhendel
Smeren met siliconenvet. √√√√√
15
Scharnieras van
rempedaal
Smeren met lithiumvet. √√√√√
16
Scharnieras van
koppelingshendel
Smeren met lithiumvet. √√√√√
NR. ITEM
CONTROLE OF ONDER-
HOUDSBEURT
KILOMETERSTAND
JAARLIJK-
SE CON-
TROLE
1000 km
(600 mi)
6000 km
(3500 mi)
12000 km
(7000 mi)
18000 km
(10500 mi)
24000 km
(14000 mi)
U5D7D1D0.book Page 5 Friday, September 4, 2009 9:18 AM