Operation Manual
Table Of Contents
- INLEIDING
- BELANGRIJKE INFORMATIE IN DE HANDLEIDING
- INHOUDSOPGAVE
- VEILIGHEIDSINFORMATIE
- BESCHRIJVING
- FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
- VOOR UW VEILIGHEID – CONTROLES VOOR HET RIJDEN
- GEBRUIK EN BELANGRIJKE RIJ-INFORMATIE
- PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
- Boordgereedschapsset
- Periodiek onderhoudsschema voor het uitstootcontrolesysteem
- Algemeen smeer- en onderhoudsschema
- De stroomlijn- en framepanelen verwijderen en aanbrengen
- Bougie controleren
- Motorolie en oliefilterelement
- Koelvloeistof
- Vervangen van het luchtfilterelement en reinigen van de aftapslang
- Afstellen van het stationair toerental
- Vrije slag van de gaskabel afstellen
- Klepspeling
- Banden
- Gietwielen
- Vrije slag van koppelingshendel afstellen
- Vrije slag van voorremhendel controleren
- Vrije slag van rempedaal afstellen
- Controleren van voor- en achterremblokken
- Controleren van remvloeistofniveau
- Remvloeistof verversen
- Spanning aandrijfketting
- Aandrijfketting reinigen en smeren
- Kabels controleren en smeren
- Controleren en smeren van gasgreep en gaskabel
- Controleren en smeren van rem- en schakelpedalen
- Controleren en smeren van rem- en koppelingshendels
- Zijstandaard controleren en smeren
- De achterbrugscharnierpunten smeren
- Voorvork controleren
- Stuursysteem controleren
- Controleren van wiellagers
- Accu
- Zekeringen vervangen
- Koplampgloeilamp vervangen
- Achterlicht/remlichtunit
- Gloeilamp in richtingaanwijzer vervangen
- Gloeilamp in kentekenverlichting vervangen
- Parkeerlichtgloeilamp vervangen
- Ondersteunen van de motorfiets
- Voorwiel
- Achterwiel
- Problemen oplossen
- Storingzoekschema’s
- VERZORGING EN STALLING VAN DE MOTORFIETS
- SPECIFICATIES
- GEBRUIKERSINFORMATIE

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-11
6
De bougie monteren
1. Meet de elektrodenafstand met een
draadvoelmaat. Stel de afstand indien
nodig af volgens de specificatie.
2. Reinig het oppervlak van de bougie-
pakking en het pasvlak en verwijder
eventueel vuil uit de schroefdraad van
de bougie.
3. Breng de bougie aan met behulp van
de bougiesleutel en zet vast met het
correcte aanhaalmoment.
OPMERKING
Als geen momentsleutel beschikbaar is,
wordt de bougie correct vastgezet door
handvast te zetten en dan nog 1/4–1/2 slag
verder te draaien. De bougie moet echter zo
snel mogelijk naar het juiste aanhaalmo-
ment worden aangedraaid.
4. Installeer de bougiedop.
5. Breng het stroomlijnpaneel aan.
DAUM2381
Motorolie en oliefilterelement
Vóór iedere rit moet het motorolieniveau
worden gecontroleerd. Verder moet de olie
worden ververst en het oliefilterelement
worden vervangen volgens de intervalperio-
den vermeld in het periodieke smeer- en
onderhoudsschema.
Om het motorolieniveau te controleren
1. Zet de machine op een vlakke onder-
grond en houd deze rechtop. Wanneer
de machine iets schuin staat, kan het
niveau al foutief worden afgelezen.
2. Start de motor, laat deze een paar mi-
nuten warmdraaien en zet hem dan af.
3. Wacht een paar minuten om de olie tot
rust te laten komen, verwijder de olie-
vuldop, veeg de peilstok schoon, steek
deze weer in de vulopening (zonder
vast te draaien) en neem dan weer uit
om het olieniveau te controleren. LET
OP: Gebruik het voertuig alleen als
u weet dat het motorolieniveau vol-
doende hoog is.
[DCA10011]
OPMERKING
Het motorolieniveau moet tussen de merk-
strepen voor minimum- en maximumniveau
staan.
Voorgeschreven bougie:
NGK/CR8E
1. Elektrodenafstand
Elektrodenafstand:
0.7–0.8 mm (0.028–0.031 in)
1
ZAUM0037
Aanhaalmoment:
Bougie:
12.5 Nm (1.25 m·kgf, 9.0 ft·lbf)
U5D7D1D0.book Page 11 Friday, September 4, 2009 9:18 AM










