Operation Manual

Table Of Contents
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-12
6
4. Als de motorolie beneden de merk-
streep voor minimumniveau staat, vul
dan voldoende olie, van de aanbevo-
len soort, bij tot het correcte niveau.
5. Breng de olievuldop aan.
Om de motorolie te verversen (met of
zonder vervanging van het oliefilterele-
ment)
1. Verwijder het stroomlijnpaneel D. (Zie
pagina 6-8.)
2. Start de motor, laat deze een paar mi-
nuten warmdraaien en zet hem dan af.
3. Bevestig het hulpstuk voor motorolie
aftappen (in de boordgereedschaps-
set) onder de aftapplug van het carter.
4. Zet een olieopvangbak onder de motor
om de gebruikte olie op te vangen.
5. Verwijder de olievuldop en de olieaf-
tapplug met de o-ring, compressieveer
en olieaanzuigzeef om de olie uit het
carter te kunnen aftappen. LET OP:
Bij het verwijderen van de olieaftap-
plug vallen de O-ring, compressie-
veer en de oliezeef naar buiten.
Zorg ervoor dat u deze onderdelen
niet kwijtraakt.
[DCA11001]
6. Reinig de olieaanzuigzeef met oplos-
middel.
OPMERKING
Sla de stappen 79 over als het oliefilterele-
ment niet wordt vervangen.
7. Verwijder het oliefilterdeksel door de
bouten te verwijderen.
1. Olievuldop
1. Peilstok
2. Merkstreep maximumniveau
3. Merkstreep minimumniveau
1. Olieaftapplug (carter)
2. Hulpstuk voor motorolie aftappen
1. Olieaftapplug
2. O-ring
3. Drukveer
4. Aanzuigzeef
5. Olieopvangbak
U5D7D1D0.book Page 12 Friday, September 4, 2009 9:18 AM