Operation Manual
Table Of Contents
- INLEIDING
- BELANGRIJKE INFORMATIE IN DE HANDLEIDING
- INHOUDSOPGAVE
- VEILIGHEIDSINFORMATIE
- BESCHRIJVING
- FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
- VOOR UW VEILIGHEID – CONTROLES VOOR HET RIJDEN
- GEBRUIK EN BELANGRIJKE RIJ-INFORMATIE
- PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
- Boordgereedschapsset
- Periodiek onderhoudsschema voor het uitstootcontrolesysteem
- Algemeen smeer- en onderhoudsschema
- De stroomlijn- en framepanelen verwijderen en aanbrengen
- Bougie controleren
- Motorolie en oliefilterelement
- Koelvloeistof
- Vervangen van het luchtfilterelement en reinigen van de aftapslang
- Afstellen van het stationair toerental
- Vrije slag van de gaskabel afstellen
- Klepspeling
- Banden
- Gietwielen
- Vrije slag van koppelingshendel afstellen
- Vrije slag van voorremhendel controleren
- Vrije slag van rempedaal afstellen
- Controleren van voor- en achterremblokken
- Controleren van remvloeistofniveau
- Remvloeistof verversen
- Spanning aandrijfketting
- Aandrijfketting reinigen en smeren
- Kabels controleren en smeren
- Controleren en smeren van gasgreep en gaskabel
- Controleren en smeren van rem- en schakelpedalen
- Controleren en smeren van rem- en koppelingshendels
- Zijstandaard controleren en smeren
- De achterbrugscharnierpunten smeren
- Voorvork controleren
- Stuursysteem controleren
- Controleren van wiellagers
- Accu
- Zekeringen vervangen
- Koplampgloeilamp vervangen
- Achterlicht/remlichtunit
- Gloeilamp in richtingaanwijzer vervangen
- Gloeilamp in kentekenverlichting vervangen
- Parkeerlichtgloeilamp vervangen
- Ondersteunen van de motorfiets
- Voorwiel
- Achterwiel
- Problemen oplossen
- Storingzoekschema’s
- VERZORGING EN STALLING VAN DE MOTORFIETS
- SPECIFICATIES
- GEBRUIKERSINFORMATIE

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-35
6
OPMERKING
Controleer of de nokjes aan de rotor van de
rijsnelheidssensor in de sleuven in de wiel-
naaf vallen; de sleuf in de rijsnelheidssen-
sor moet over de aanslag op de vorkpoot
zijn geschoven.
3. Steek de wielas naar binnen.
4. Laat het voorwiel zakken zodat dit op
de grond rust.
5. Duw het stuur enkele malen stevig op
en neer om te controleren of de voor-
vork correct werkt.
6. Monteer de remklauw door de bouten
aan te brengen.
OPMERKING
Kijk of er voldoende afstand tussen de rem-
blokken is voordat de remklauw over de
remschijf wordt gemonteerd.
7. Monteer de remslanghouder door de
bout aan te brengen.
8. Monteer de houder van de snelheids-
sensorkabel door de bout aan te bren-
gen.
9. Zet de wielas, de voorwielasklembout
en de remklauwbouten vast met het
voorgeschreven aanhaalmoment.
DAU25080
Achterwiel
DAU25313
Verwijderen van het achterwiel
WAARSCHUWING
DWA10821
Zorg dat de machine veilig wordt onder-
steund, zodat deze niet kan omvallen.
1. Draai de wielasmoer los.
2. Licht het achterwiel van de grond vol-
gens de werkwijze op pagina 6-33.
3. Verwijder de wielasmoer.
4. Draai de borgmoer los aan beide zij-
den van de achterbrug.
Aanhaalmomenten:
Wielas:
59 Nm (5.9 m·kgf, 43 ft·lbf)
Klembout voorwielas:
14 Nm (1.4 m·kgf, 10 ft·lbf)
Remklauwbout:
30 Nm (3.0 m·kgf, 22 ft·lbf)
1. Wielasmoer
2. Stelbout spanning aandrijfketting
3. Borgmoer
4. Remklauw
U5D7D1D0.book Page 35 Friday, September 4, 2009 9:18 AM










