Operation Manual

GEBRUIK EN BELANGRIJKE RIJ-INFORMATIE
5-5
5
DAU00440*
0–150 km
Laat de motor niet langdurig meer dan
5.000 tpm draaien.
Zet de motor steeds af nadat hij een
uur heeft gedraaid en laat hem dan vijf
minuten lang afkoelen.
Varieer van tijd tot tijd het motortoe-
rental. Laat de motor niet steeds in
één vaste stand van de gasgreep
draaien.
150–500 km
Laat de motor niet langdurig meer dan
6.000 tpm draaien.
Gebruik de motor in alle versnellingen,
maar draai het gas nooit helemaal
open.
500–1.000 km
Laat de motor niet langdurig volgas
draaien.
Laat de motor niet langdurig meer dan
7.000 tpm draaien.
DC000052*
LET OP:
_
Nadat de eerste 1.000 km zijn afgelegd,
moet de motorolie worden ververst en
het oliefilterpatroon worden vervangen.
_
1.000 km en verder
De machine kan nu verder normaal worden
gebruikt.
DC000053
LET OP:
_
Voer het toerental niet zover op dat
de toerenteller aanwijst in de rode
zone.
Als tijdens de inrijperiode motor-
schade optreedt, vraag dan direct
een Yamaha dealer de machine te
controleren.
_
DAU00460
Parkeren
Zet de motor af wanneer u gaat parkeren
en neem de sleutel uit het contactslot.
DW000058
WAARSCHUWING
_
De motor en het uitlaatsysteem
kunnen zeer heet worden, parkeer
dus op een plek waar voetgangers
of kinderen niet gemakkelijk met
deze onderdelen in aanraking kun-
nen komen.
Parkeer niet op een helling of op
een zachte ondergrond, de motor
zou dan kunnen omvallen.
_
D_4sv.book Page 5 Friday, November 10, 2000 2:59 PM