Operation Manual
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-3
6
9
*
Remslangen
• Controleren op scheuren of beschadiging.
√√√√ √
• Vervangen. (Zie OPMERKING op bladzijde 6-4.) Elke 4 jaar
10
*
Wielen
• Controleren op slingering en schade.
√√√√
11
*
Banden
• Controleren op correcte profieldiepte en op schade.
• Zo nodig vervangen.
• Bandspanning controleren.
• Zo nodig corrigeren.
√√√√ √
12
*
Wiellagers
• Lager controleren op losheid of schade.
√√√√
13
*
Swingarm
• Controleren op werking en overmatige speling.
√√√√
• Smeren met lithiumvet. Elke 50.000 km
14 Aandrijfketting
• Kettingspanning controleren.
• Controleren of het achterwiel correct in lijn staat.
• Reinigen en smeren.
Na elke 1.000 km en nadat de motorfiets is
gewassen of ermee in de regen is gereden
15
*
Balhoofdlagers
• Controleren op lagerspeling en stroefheid in stuurbeweging.
√√√√√
• Smeren met lithiumvet. Elke 50.000 km
16
*
Framebevestigingen
• Controleren of alle moeren, bouten en schroeven stevig zijn
vastgezet.
√√√√ √
17 Zijstandaard
• Werking controleren.
• Smeren.
√√√√ √
18
*
Zijstandaardschakelaar
• Werking controleren.
√√√√√ √
19
*
Voorvork
• Controleren op werking en olielekkage.
√√√√
20
*
Schokdemperunit
• Controleren op werking en schokdemper op olielekkage.
√√√√
21
*
Scharnierpunten
tuimelaararm en
koppelarmen
achterwielophanging
• Werking controleren.
√√√√
• Smeren met lithiumvet.
√√
22
*
Carburateurs
• Chokebediening controleren.
• Stationair motortoerental afstellen en carburateurs
synchroniseren.
√√√√√ √
23 Motorolie
• Verversen.
• Olieniveau controleren en machine inspecteren op olielekkage.
√√√√√ √
NR. ONDERDEEL INSPECTIE- OF ONDERHOUDSBEURT
KILOMETERSTAND (
×
1.000 km)
JAARLIJKSE
CONTROLE
1 10203040
D_4tv.book Page 3 Saturday, August 18, 2001 11:16 AM