INHOUD Ter attentie van de gebruiker Ter attentie van de installateur Belangrijke waarschuwing 31 Veiligheidseisen 48 Beschrijving van het apparaat 33 Technische kenmerken 49 Het gebruik van uw gasfornuis 34 Installatie 50 Gebruiksaanwijzing 42 Gas wisselen 54 Bakgids 43 Het vervangen van de gloeilamp 58 Onderhouden en reinigen 44 Storingen 47 Raadgeving voor het lezen van de gebruiksaanwijzing De volgende symbolen begeleiden u tijdens het lezen van de gebruiksaanwijzing.
BELANGRIJKE WAARSCHUWING Houd de gebruiksaanwijzing samen met uw apparaat. Als het apparaat aan een andere persoon verkocht of gegeven zal worden, dient de gebruiksaanwijzing met het gasfornuis samen te blijven. Dan zal de nieuwe gebruiker op de hoogte zijn van de werking ervan en van de waarschuwing erover. Deze waarschuwingen zijn opgesteld voor uw veiligheid en voor de veiligheid van de persoon die uw gasfornuis mogelijk kan kopen.
• • • • • • • • • • • • • • • 32 Wanneer u kookgerei binnen of buiten de oven wilt doen, raakt u geen oververhitte elementen aan en gebruikt u hittebestendige handschoenen. Leg nooit aluminium papier direct op de bodem van de oven; de opgehoopte warmte kan het email ervan beschadigen. Gebruik nooit de druippan als bakplaat. Laat nooit de deur van het apparaat geopend wanneer het in werking of nog warm is, ter bescherming van de bedieningsknoppen . Een gasbrander moet een regelmatige vlam hebben.
BESCHRIJVING VAN HET APPARAAT Het bedieningspaneel 1 1 2 3 4 2 1. 2. 3. 4. 8 5 6 7 3 4 De schakelaar van het licht in de oven De schakelaar van het draaispit Draaiknop van de oven/grill. Draaiknop van de gasbrander achter links. 5 6 7 5. Draaiknop van de gasbrander voor links. 6. Draaiknop van de gasbrander voor rechts. 7. Draaiknop van de gasbrander achter rechts. De kookplaat 2 3 1 4 1. De gasbrander voor links (snelle) 2. De gasbrander achter links (halfsnelle) 3.
HET GEBRUIK VAN UW GASFORNUIS 1. De oven In gebruikname Voor het eerste gebruik van uw oven, laat hem een keer verwarmen wanneer deze leeg is. Zorg ervoor dat de kamer voldoend gelucht is: GMV (De Gecontrolleerde Mechanische Ventilatie moet in werking zijn of de ramen dienen geopend te zijn. Hoe kunt u doen? 1. Til het deksel op. 2. Verwijder de accessoires uit de oven. 3. Verwijder de plakkers, de advertentieplaatjes, de beschermfilm van de deksels van de gasbranders. 4.
De traditionele oven heeft een temperatuurregeling met 8 standen. U moet de gasbrander van de oven uitdraaien en de grill aanzetten om van het traditionele koken naar het koken met behulp van de grill te overgaan. Met behulp van de draaiknop van de oven/grill kunt u de geschikte kooktemperatuur kiezen en de grill doen werken. "Uit"-stand 1-8 Temperatuurbereik van de oven Dit symbool wijst op de stand "grill".
De grill De bereikbare delen van het gasfornuis kunnen verwarmen tijdens het gebruik van de grill. Houd kinderen uit de buurt van het apparaat. De grill moet gebruikt worden met geopende deur en de draaiplaat "A" geïnstalleerd . A De grillstand is bestemd voor het grillen van vIees dat zacht blijft (rundvlees, varkensvlees…), het bruinen van toast of gratineren van de bereide schotels die bij voorkeur warm moeten zijn (het gratineren van pasta, enz.
Raadgeving voor het grillen 1. Uw oven dient 5-10 minuten opgewarmd te worden op de "grill" - stand. 2. Als de grill warm is, plaatst de plaat met het stuk vlees daarin op de gewenste afstand van de grill. Houd het stuk vlees daarop zolang het nodig is om het gegrild te kunnen worden. 3. Schuif de druippan op een lagere trap . 4. Na het bruinen van een zijde van het stuk vlees, draai het om zonder het vlees door te boren. Zo voorkomt u verlies van sappen. 5. Doe de tweede zijde grillen. 6.
Het draaispit De bereikbare kanten van het gasfornuis kunnen heet worden tijdens het gebruik van het draaispit. Houd kinderen uit de buurt van het gasfornuis. Het draaispit dient gebruikt te worden met geopend deur en de "A" draaiplaat geïnstalleerd. Het spit en de steun ervan worden heet na het koken. Gebruik hittebestendige keukenhandschoenen. A Het gebruik van het draaispit? 1. Doe de ovendeur open en trek de draaiplaat "A" uit (tekening 5). 2.
Ovenlamp De oven is voorzien van een lamp bestemd voor de controle van de spijzen tijdens het koken. U kunt deze aanzetten door het drukken op de toets die op het bedieningspaneel geplaatst is (tekening 8). Let op dat oven/grill draaiknop op de "uit" « » stand is na het gebruik van oven of grill. tekening 8 2.
Het uitdraaien van de gasbranders Draai de knop in de richting van de wijzers van de klok naar de "uit" « » - stand. Zo wordt de beveiliging geinstalleerd. Pas op dat geen kinderen in de nabijheid van het apparaat zijn zolang dit nog warm is. Zet geen voorwerpen of voedingsmiddelen op de kookplaat neer, die kunnen smelten . Het kiezen van de gasbrander Juist gebruiken Boven elke knop is er een symbool dat op de betreffende gasbrander wijst.
3. Accessoires Behalve de met het gasfornuis geleverde accessoires, is het aan te bevelen alleen schalen, keukengerei enz. die hittebestendig zijn (neem de gebruiksaanwijzing van de fabrikant in acht) te gebruiken. Uw gasfornuis is voorzien van: 1. een rooster Daarop kunt u het keukengerei neerzetten. U moet de schaal in het midden van het rooster plaatsen. 2. een aluminium blad voor gebakjes 3. een druippan Deze is gebruikt voor het verzamelen van het sap van het gegrilde vlees.
GEBRUIKSAANWIJZING Het koken in de oven • Voor een economisch energiegebruik is het raadzaam 5 minuten voor het einde van de vastgestelde kooktijd het gasfornuis uit te draaien. De warmte die in de oven blijft kan aan de voltooiing van het koken helpen. • De dichtheid, het geleidingsvermogen, de kleur van het keukengerei kunnen een invloed hebben op het koken. • Tijdens het koken zetten sommige gerechten uit, daarom is het raadzaam om geschikte pannen te gebruiken waarvan één derde vrij te blijft.
BAKGIDS Omrekeningstabel: thermostaat- / temperatuurstanden 1 150 °C 3 170 °C 5 200 °C 7 240 °C 2 160 °C 4 180 °C 6 220 °C 8 MAXI De oven moet altijd voorverwarmd worden in de stand van het te bereiden gerecht. Gerechten Stand van de ovenknop Biscuittaart – Viervierden 1–2 Pâté – Terrine 3–4 Pikante taart - Soufflé 4–5 Vis 4–5 Gevogelte - Varkensvlees 5–6 Rood vlees 7–8 De aanwijzingen in de bakgids zijn slechts richtwaarden.
ONDERHOUD EN REINIGING Voordat u het fornuis reinigt, pas op dat alle draaiknoppen op de stand: "uit" staan en het apparaat helemaal afgekoeld is. Gebruik geen schurende of agressieve schoonmaakmiddelen en geen schuursponsjes voor het reinigen van uw apparaat. De gasbranders Reinig de deksels van de gasbranders met warm water en een zacht schoonmiddel en verwijder alle resten erop. Gebruik nooit water met azijn voor het reinigen van uw gasfornuis.
De oven De ovendeur wordt warm tijdens de reinigingscyclus. Houd daarom kinderen uit de buurt van de oven. Gebruik de kookbranders tijdens het reinigen. niet Reinig de oven telkens na het bakken zoals aangegeven voor de bovenkant van het kookstel. De binnenruit kan eenvoudig verwijderd worden voor het reinigen. Verwijder daarvoor de 2 bevestigingsschroeven (tekening. 11). tekening 11 De accessoires Was de accessoires met water en zeep en zorg ervoor dat u ze goed afspoelt en afdroogt.
Principe De wanden van uw oven (behalve de bodemplaat) zijn bedekt met een speciaal soort poreus email, dat mat van aanblik is en ruw aanvoelt. Dit email absorbeert en elimineert vetspatten met behulp van warmte. De bodemplaat is van niet zelfreinigend email. Indien nodig, bijvoorbeeld bij overkoken, kan de bodemplaat verwijderd worden om schoongespoeld te worden. In ieder geval moet de bodemplaat altijd apart gereinigd worden, voordat u overgaat tot het zelfreinigen van het katalytisch email.
STORINGEN Het is aan te bevelen de volgende testen aan uw gasfornuis uit te voeren voordat u de servicedienst belt. De storing kan een eenvoudige onregelmatigheid zijn die u kan zelf herstellen. Indien na het controleren van deze verschillende onderdelen de onregelmatigheid niet verdwijnt, neem contact met de servicedienst. Klachten Oplossingen De branders werken geen van allen Controleer of: • de gastoevoer niet afgesloten is, • de gasleiding in de juiste stand staat, • de gasfles niet leeg is.
TER ATTENTIE VAN DE INSTALLATEUR Veiligheidseisen • Controleer of het apparaat conform is aan de normen van de lokale gasdistributie (de natuur en de druk van het gas) voor de installatie ervan. • Dit apparaat moet geplaatst worden alleen in een ruimte die genoeg gelucht is. • De instellingseisen van dit apparaat zijn vermeld op het typeplaatje ervan. • Dit apparaat heeft geen aansluiting aan een afvoerbuis.
TECHNISCHE KENMERKEN Vrijstaand apparaat Kookplaat Het deksel van de kookplaat Het rooster Gasbrander voor rechts Gasbrander achter rechts Gasbrander voor links Gasbrander achter links Oven Oven Vermogen van de oven Grill Vermogen van de grill De gloeilamp van de oven Reiniging Toebehoren Rooster Druippan Aluminium blad voor gebakjes Bescherm plaat Draaispit Afmetingen Hoogte Breedte Diepte Klas 1 Geëmaileerd Geëmaileerd Hulpbrander gasbrander Snelle gasbrander Snelle gasbrander Halfsnelle gasbrande
INSTALLATIE Plaatsing Verwijder de verpakking en de kunststof bedekking en plaats het gasfornuis in een droge en geluchte ruimte (tekening 14). Plaats het gasfornuis niet in de buurt van gordijnen, papier of flessen alcohol enz. Het gasfornuis moet neergezet zijn op een hittebestendigde vloer. 59 cm AB T Dit gasfornuis behoort tot de klasse "1" die in verband is met de bescherming tegen de oververhitting van do oppervlakten in zijn nabijheid.
Aansluiting aan het gasnet Uw gasfornuis is afgesteld op het gasttype dat vermeld staat op het typeplaatje . Het veranderen van de afstelling kan noodzakelijk zijn. In dat geval moet u de hieronder vermelde handelingen volgen. Verifieer of de gasdruk in overeenstemming is met de in de tabel aangegeven waarden. Deze verzekeren zowel een juiste en energiebesparende werking alsmede een langere levensduur van uw gasfornuis.
De slang moet als volgt geplaatst worden : - mag niet onder spanning grasm of gedraaid zijn ; - mag niet in aanraking komen met scherpe voorwerpen of met scherpe randen ; - het moet makkelijk zijn om de staat van de slang te controleren. Indien er zich toch één van bovenvermelde dingen voordoet (of meerdere tegelijk) moet u de slang niet laten herstellen maar volledig vervangen.
De gele - groene aardleiding moet niet verbroken zijn door middel van een verbreker. De voedingskabel moet zo geplaatst worden dat de temperatuur ervan niet 500C op de kamertemperatuur overschrijdt. Voor het aansluiten van het apparaat, controleer of: • de zekeringen en de huishoudolijke elektrische installatie de elektrische lading kunnen verdragen (zie het typeplaatje), • het stopcontact en de omnipolaire verbreking moeten bereikbaar blijven tijdens de installatie van het apparaat.
GASOMBOUW Uw gasfornuis is bestemd voor werking op aardgas, Propaangas en Butaangas. Voor het veranderen van de gastype moet u: • de injectoren vervangen (kookplaat, oven, grill), • de verminderde gasvloed instellen (kookplaat, oven) , • de circulatie van de eerste Iucht instellen (oven, grill), • de gasaansluiting testen. INJECTOREN TABEL NO.
Vervangen van de inspuiters Elk apparaat is uitgerust met een set inspuiters voor elk type gas. De diameter van de spuitmond van elke inspuiter is aangegeven in honderdste milimeters op de inspuiter. Vervang als volgt de inspuiters: 1. Verwijder de grill; 2. Verwijder de branders; 3. Draai de inspuiters los met dopsleutel nr. 7 (tekening. 16) en vervang ze door de inspuiters die bestemd zijn voor het soort gas dat u gebruikt (zie tabel nr. 1) Zet de branders en de grill weer op hun plaats. tekening.
Vervangen van de inspuiter van de ovenbrander Vervang de inspuiter van de ovenbrander als volgt: 1. Raadpleeg tabel 1 voor de diameter van de te gebruiken inspuiter; 2. Verwijder de bodemplaat; 3. Verwijder de brander uit de oven door hem naar achter te duwen; 4. Vervang de inspuiter met behulp van dopsleutel nr. 10. Zet de brander en de bodemplaat wer up hun plaats.
Regelen van het gereduceerd vermogen van de ovenbrander Dit is enkel mogelijk voor de ovenbrander (de grill heeft een vast vermogen). Regel het gereduceerd vermogen van de ovenbrander als volgt: 1. Steek de brander aan; 2. Draai de knop naar de maximumstand; 3. Verwijder de knop; 4. Draai de regelschroef (tekening 17) ongeveer 3 maal rond tegen de wijzers van de klok in ; 5. Zet de knop op zijn plaats en laat de oven ongeveer 10 minuten opwarmen; 6.
HET VERVANGEN VAN DE GLOEILAMP Let op dat alle draaiknoppen in de - uit » positie staan alvorens de « gloeilamp te vervangen. Deze gloeilamp van 15 W (type: sokkel; schroef E 14; 230 I 240 V) is een speciale "warmte" gloeilamp die hittebestendig is aan een temperatuur van 3000C. De gloeilamp is geplaatst aan de achterkant van de oven en is bereikbaar via de binnenkant ervan. Om toegang tot de gloeilamp te hebben : 1. Schroef de glazen beschermhoed van de gloeilamp los. 2. Draai de gloeilamp los. 3.