User manual

29
HET GEBRUIK
Ingebruikname
Nadat de steker in de wandkontaktdoos
gestoken is gaat u als volgt te werk:
open de deur en let er op dat de
binnenverlichting brandt en uitgaat als de deur,
op een kier na, gesloten wordt.
Open de deur wederom en draai de
thermostaatknop op de rechterbinnenwand,
rechtsom uit de stand «
O» (STOP-stand). De
koelkast is nu in werking.
Temperatuurregeling
De koeltemperatuur kan worden ingesteld door
de thermostaatknop te verdraaien; draai de
knopindikatie aanvankelijk in de middenstand.
Het schaaltje rond de knop is voorzien van de
cijfers 1 (minst koud) t/m 6 (meest koud).
Na enige tijd zult u ervaren dat de temperatuur
van de spijzen en dranken wat te koud, juist
goed of wat te warrn is. Dat komt omdat de
temperatuur in de kast beïnvloed wordt door
zaken als:
omgevingstemperatuur, aantal keren openen
van de deur, de hoeveelheid spijzen en dranken
en de plaats van opstelling.
U kunt dan de temperatuur verhogen of verlagen
door de thermostaatknop een stukje linksom
(warmer) of rechtsom (kouder) te verdraaien.
Attentie
Bij de modellen kan het voorkomen dat, indien
de thermostaatknop in de koudste stand
gedraaid is, bijvoorbeeld ten gevolge van zeer
warme omgevingstemperatuur of het snel willen
koelen van grote hoeveelheden dranken, de
kompressor kontinu loopt, waardoor
automatische ontdooiing van de koelverdamper
niet plaatsvindt en zich daarop ijs afzet. Draai, in
dat geval, de thermostaatknop naar een wat
minder koude stand.
Koelen van levensmiddelen
Het koeldeel (bij het model «koeler» is dat de
gehele kast) is bedoeld voor het koelen en koel
houden van dranken en het korte tijd bewaren
van levensmiddelen welke in normale
omgevingstemperatuur anders snel zouden
bederven.
Teneinde een optimale werking te bevorderen
adviseren wij u de volgende eenvoudige regels
in acht te nemen:
plaats nooitwarme of dampende spijzen in het
koeldeel; dek voedsel af met een folie of deksel,
speciaal sterk geurende spijzen.
Voor sommige produkten speelt de plaats een rol
in verband met de houdbaarheid; wij geven u
enkele tips:
Verpak vers vlees en vis in plastik folie (speciaal
folie ten behoeve van het verpakken van
levensmiddelen) en leg het op de koudste plaats,
dat is direkt boven de groentelade. Bewaar vlees
niet langer dan één of twee dagen in het
koeldeel.
Gekookt voedsel, gesneden vleeswaren, moes
en dergelijke goed afdichten of bedekken; plaats
ze op een willekeurig legrek.
Maak fruit en groente goed schoon en droog en
leg het in de groentelade(n). Verpak het,
eventueel, strak en luchtdicht in plastic-of
aluminiumfolie.
Bewaar boter en kaas in gesloten koeldozen of
verpak het strak in aluminium folie.
Plaats flessen, welke open zijn of open geweest
zijn, in het flessenrek in de deur.
De indeling van de koeler
De platen zijn naar verschillende hoogten
verplaatsbaar. Trek ze daartoe een stukje naar
voren en kantel ze omlaag.
Fig. 10
D040
NL