WAS- EN DROOGAUTOMAAT WDJS 1272 124975080 GEBRUIKSAANWIJZING
UW NIEUWE WAS- EN DROOGAUTOMAAT Deze nieuwe machine is voorzien van het Jet System wassysteem, met Zanussi patent, en voldoet aan alle eisen voor een moderne behandeling van uw wasgoed, met besparing van water, stroom en wasmiddel. Ook kleine hoeveelheden worden goedkoop gewassen want de verbruikswaarden worden automatisch aan de hoeveelheid en het type wasgoed aangepast. Doordat de wasmachines de laatste jaren steeds zuiniger zijn geworden met energie, is de wastijd langer geworden.
INHOUD Waarschuwingen 4-5 Onderhoud ■ Beschrijving van de machine ■ ■ Wasmiddellade Controlelampje “deurvergrendeling” 6 6 6 ■ ■ ■ ■ Installatie Transportbeveiliging Plaatsen Watertoevoer Waterafvoer Elektrische aansluiting 7 7 7 8 8 9 Technische gegevens 10 ■ ■ ■ ■ ■ ■ De buitenkant De wasmiddelhouder Het toevoerfilter Het afvoerfilter Voorzorgsmaatregelen bij vorst Waterafvoer in noodgevallen Eenvoudige storingen 23 23 23 23 24 24 24 25-26 Gebruik ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ 11 Bedieningspaneel 11 Bes
WAARSCHUWINGEN Het is uiterst belangrijk dat het bij het apparaat behorende instructieboekje bewaard blijft. Zou het apparaat door u aan iemand anders gegeven of verkocht worden, of zou het apparaat in het huis van waaruit u verhuist achterblijven, dan dient de nieuwe gebruik(st)er over het instructieboekje en de daarin opgenomen waarschuwingen te kunnen beschikken. Deze waarschuwingen zijn bedoeld voor uw en andermans veiligheid.
■ ■ ■ Kleine huisdieren hebben de gewoonte in de trommel van de wasautomaat (voorlader) te kruipen. Hebt u zo’n huisdier, controleer dan eerst en sluit daarna pas de vuldeur. Laat de vuldeur (voorlader) op een kier staan indien het apparaat niet gebruikt wordt. Dat is beter voor de rubbermanchet en u voorkomt het ontstaan van een muffe lucht.
BESCHRIJVING VAN DE MACHINE 01 02 03 04 05 06 07 08 09 10 11 12 13 Wasmiddellade Controlelampje “drogen” Droogtijdenklok Toets “verlaagd centrifugeertoerental” AAN/UIT-toets Temperatuurregelaar Controlelampje “lichtnet” Programmakeuzeknop Programmakaart Controlelampje “deurvergrendeling” Deurhandgreep Afvoerfilter Verstelbare voetjes 1 23 45 6 7 8 9 10 11 12 13 Wasmiddellade Voorwasmiddel Hoofdwasmiddel Wasverzachter P0260 Controlelampje “deurvergrendeling” De deur is gedurende het programma ele
INSTALLATIE Transportbeveiliging Het is beslist noodzakelijk dat u de transportbeveiligingen verwijdert voor u de machine in gebruik neemt. Wij adviseren u de verwijderde delen te bewaren; in geval van verhuizing moeten ze wederom aangebracht worden. U gaat als volgt te werk: 1. Schroef met een sleutel de rechter schroef aan de achterkant van de machine los. 2. Leg de machine voorzichtig op z’n achterkant; zodanig dat de slangen niet kunnen beschadigen. P0255 3.
en het aansluitsnoer bevinden. Als dat niet zo is, dan adviseren wij u uw installateur de kraan en/of de afvoer en/of het stopcontact te laten verplaatsen. Stel de machine waterpas op. Dat doet u door middel van het in- of uitdraaien van de verstelbare voetjes. Als de machine op tapijt staat, stel de voeten dan zodanig in dat de lucht vrij kan circuleren. Zorg ervoor dat de machine op alle vier de voetjes stevig op de vloer staat: ook dat is zeer belangrijk.
Elektrische aansluiting De machine is voor 220-230V / 50Hz gemaakt. De machine is voorzien van een drie-aderig aansluitsnoer en steker met randaarde. De steker mag u uitsluitend plaatsen in een stopcontact met randaarde; de machine dient deugdelijk geaard te zijn. Het aansluitsnoer mag u niet verlengen. Indien het snoer te kort blijkt te zijn, laat uw installateur dan of een langer snoer aan de machine monteren of het stopcontact verplaatsen.
TECHNISCHE GEGEVENS Afmetingen hoogte breedte diepte Maximum vulgewicht Katoen Synthetica Fijne was Wol Centrifugeertoerental maximum Netspanning/-Frequentie Aansluitwaarde Zekeren met minimaal Waterleidingdrukgrenzen 85 cm 60 cm 60 cm Wassen 5,5 kg 2 kg 2 kg 1 kg 1200/min.
GEBRUIK Bedieningspaneel Drogen Hoeveelheid Kastdroog Strijkdroog G - 1200/min 2,75 kg 80'- 90' 50'- 60' 1,5 kg 50'- 60' 30'- 40' J - 650/min 1,75 kg 100'- 110' 80'- 90' 1 kg 60'- 70' 40'- 50' VOORWAS 1 2 1 2 3 4 5 6 7 3 4 Kookwas Bontwas Synthetica Fijnwas Wol B C H K L 60º40º40º30º30º- 95º 60º 60º 40º 40º Extra-Voorwas Spoelen Centrifugeren Kort centrifugeren Afpompen A 30º- 40º D F M N WASVERZACHTER HOOFDWAS 5 6 7 Controlelampje “drogen” Droogtijdenklok Toets “verlaagd centrifugeertoer
Beschrijving van de bedieningselementen 1 Controlelampje “drogen” Het lampje brandt als het droogprogramma G of J in werking is. 2 Droogtijdenklok Met deze knop kiest u, rechtsom draaiend, de gewenste droogtijd. De klok is in twee sectoren opgedeeld, een blauwe sector met hoge droogtemperatuur voor katoen en linnen, een groene sector met een lagere temperatuur voor synthetica.
Programma instellen ■ Alleen wassen Vulgewichten: Witte en bontwas: max. 5,5 kg Synthetica en fijnwas: max. 2,0 kg Wol: max. 1,0 kg - Programmakiezer op het gewenste programma draaien. - Wastemperatuur instellen - Toets eventueel indrukken. - Wasmiddel en wasverzachter in de vakjes van de wasmiddelhouder gieten. - AAN/UIT- toets indrukken. ■ Alleen drogen Vulgewichten: Witte en bontwas: max. 2,75 kg Synthetica: max. 1,75 kg - Programmakiezer op G of J draaien.
i Adviezen en tips voor het wassen en drogen. Was niet te lang opsparen In de eerste plaats adviseren wij u wasgoed niet al te lang op te sparen, in ieder geval niet als het vochtig is want het gaat dan schimmelen en veroorzaakt een muffe geur. Men zegt ook wel dat «het weer er in gekomen is»; weervlekken krijgt u er niet meer uit. Sorteren Neemt u vooral even de tijd om de in dit boekje afgedrukte kaart voor de behandelingssymbolen aandachtig te lezen.
Vóór u het wasgoed in de trommel doet Herstel scheuren, gaten en halen voortijds. Naai loshangende knopen eerst aan of knip ze af. Sluit drukknopen en ritssluitingen. Was geen rafelig goed; herstel eerst de zomen. Haal de haken uit vitrage en doe de vitrage in een sloop of linnen zak. Verwijder voortijds achtergebleven kleine voorwerpen uit borst- en broekzakken.
bij een klein wasje aanzienlijk minder doseren. Er zijn totaal-wasmiddelen voor kook- of bontwas, bleekvrije wasmiddelen voor bontwas, speciale fijnwasmiddelen, machine-wolwasmiddelen en biologische voorwas- of voorweekmiddelen. Traditionele poeder-wasmiddelen Houdt u aan de aanwijzingen van de fabrikant van de wasverzachter, maar de hoeveelheid wasverzachter mag nooit hoger dan het filternet in het doseervakje of de maximum aanduiding komen. Erg dikke vloeistof voortijds met wat water verdunnen.
Tips voor het drogen Speciaal voor gelegenheden waarbij u de machine alleen voor het drogen gebruikt. De natte was moet goed gecentrifugeerd zijn. Hoe hoger het centrifugeertoerental, hoe korter de benodigde droogtijd en hoe lager het energieverbruik. Uw nieuwe machine centrifugeert in de witte- en bontwasprogramma’s met 1200 toeren per minuut en in de syntheticaprogramma’s met 650 toeren per minuut. Daarmee worden zeer goede centrifugeerresultaten bereikt.
Programma’s voor katoen en linnen Wassen: Maximum belading 5,5 kg Programmaknop op Temp.
Programma’s voor synthetica, fijne was en wol Wassen: Maximum belading: 2 kg, wol 1 kg Programmaknop op Temp.
i Volgorde van handelingen (Wassen en aansluitend drogen) Belading: Witte en bontwas Synthetica max. 2,75 kg max. 1,75 kg Vóór het in gebruik nemen: voer een wasgang zonder wasgoed uit, opdat vetresten (die bij de fabricage zijn ontstaan) uit de wastrommel en de kuip worden verwijderd. Programma: bonte was 60°C, met een halve maatbeker wasmiddel. 1. Doe het wasgoed in de trommel Open de vuldeur. Doe de stukken wasgoed één voor één in de trommel. Haal opgevouwen wasgoed eerst uit elkaar.
6. Kies het gewenste programma en start de machine B Draai de programmaknop rechtsom op het gewenste programma. Druk op de AAN/UIT-toets: de controlelampjes “lichtnet” en “deurvergrendeling” lichten op en de machine start. P0465 P0471 7. De machine is klaar De machine stopt automatisch. Wacht één tot twee minuten alvorens de vuldeur te openen; die tijd heeft de elektrische deurvergrendeling nodig om te ontgrendelen. Nadat het lampje voor de deurvergrendeling uitgegaan is, kunt u de vuldeur openen.
Anti-kreukprogramma Gewoon programma 40 Anti-kreukprogramma 40 Wolwasprogramma 40 Alleen snelle handwas P P Speciale reiniging F F Normale textiel Hittegevoelige textiel Niet drogen in droogtrommel Artikelen met P of F in de cirkel kunnen meestal niet worden ontvlekt met tetra of tri. De letters zijn vooral bestemd voor de chemisch reiniger. Zij geven het te gebruiken oplosmiddel aan. Reiniging met F is nauwelijks mogelijk.
ONDERHOUD 1. De buitenkant De buitenkant van de machine kunt u, naar behoefte, reinigen met een vochtige doek en een neutraal huishoudschoonmaakmiddel. Moderne schoonmaakmiddelen drogen doorgaans streeploos op. Nalappen met schoon water en daarna droogzemen. Belangrijk: Gebruik nooit spiritus, terpentine en dergelijke oplosmiddelen. 2. De wasmiddelhouder Wasmiddelen en wasverzachter koeken na verloop van tijd aan. Maak de wasmiddelhouder af en toe schoon onder de stromende kraan.
4. Het afvoerfilter Het afvoerfilter is bedoeld voor het opvangen van grove pluis en rafels. Raakt het filter verstopt, dan zal onherroepelijk programmastoring optreden. Controleer regelmatig of het filter schoon is. Open het klepje. Plaats een schaaltje onder het filter en schroef het filter linksom los. P0861 P0860 Trek het filter uit het filterhuis. Reinig het filter onder de stromende kraan. P0859 P0040 5. Waterafvoer in noodgevallen 6.
EENVOUDIGE STORINGEN Het is de moeite waard om vóór u de ELGROEP FABRIEKSSERVICE belt even de volgende punten te controleren: Storingen ■ De machine start niet Mogelijke oorzaaken ■ ■ ■ ■ De machine neemt geen water op: ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ Het uitstroomeind van de afvoerslang bevindt zich op een te laag punt, ten opzichte van de vloer waarop de machine staat. Raadpleeg het betreffende hoofdstuk.
■ ■ ■ ■ ■ De deur kan niet geopend worden ■ Het centrifugeren begint traag of helemaal niet ■ Het elektronische stabilisatiecontrolesysteem is in werking getreden. Het wasgoed wordt, doordat de draairichting van de trommel gewijzigd wordt, losgemaakt, beter verdeeld en er wordt opnieuw met centrifugeren begonnen. Dit kan herhaaldelijk het geval zijn, totdat de onbalans opgeheven is en het centrifugeren definitief afgewerkt kan worden.