User manual
15
BEDIENING
De kookzones zijn door middel van markeringen op het
keramische oppervlak aangegeven. De grootten van de
zones zijn aan de afmetingen van gebruikelijke pannen
aangepast.
Energieregelaar
Met de energieregelaars kan de warmte van elke zone
traploos ingesteld worden. Ze zijn gemerkt met de
standen "1" (minimum) tot en met "12" (maximum).
In de stand "0" is de betreffende zone uitgeschakeld.
De knoppen mogen zowel linksom als rechtsom verdraaid
worden.
De knopstanden
De knopstanden dienen globaal voor het volgende gebruik:
1tot4voor het warm houden en opwarmen
5tot6voor het doorkoken
7tot9voor het aanbraden en aan de kook brengen
10 tot 12 voor het aan de kook brengen van grote
hoeveelheden water.
Halogeen-kookzone
De halogeen-kookzone heeft het voordeel dat de
benodigde tijd voor het aan de kook brengen korter is. Dat
ziet u ook aan het direkt na het inschakelen sterk
oplichten van de betreffende zone.
Restwarmte-indikatie
De indikatie voor de restwarmte licht op zolang het
oppervlak van de betreffende zone nog zo warm is dat
gevaar voor verbranding bestaat. Na afkoeling (beneden
60°C) gaat het lampje uit.
Restwarmte kunt u gebruiken voor het korte tijd warm
houden van een zojuist bereid gerecht.