Operation Manual

16
Vervanging van de
gasproeiers
Verwijder de roosters.
Neem het bovenste gedeelte en de gasontstekers.
Met een steeksleutel van 7 schroeft U de gassproeiers
los en neemt U ze weg (Fig. 5), om ze te vervangen
door diegene die overeenstemmen met het type gas
(zie tabel 2).
Hermonteer de delen door dezelfde handelingen te
volgen, in tegengestelde zin.
Vervang het indentificatieplaatje (geplaatst vlakbij de
gastoevoerpijp) door het plaatje dat oveneenstemt met
het nieuwe gastype. Dit identificatieplaatje vindt u in
de verpakking van het inspuitstuk meegeleverd met
het toestel.
Indien de gasdruk verschillend is (of variabel) van dewelke
voorzien, is het noodzakelijk een gepaste drukregelaar
te plaatsen op de inlaattube, conform aan de normen.
Aanpassing aan verschillend gastype
Regeling minimum
gaspitten
Ontsteek de brander.
Breng de toets op de positie van de kleinste vlam.
Verwijder de toets.
Regel de bypass vijs (Fig. 6) met een dunne
schroevendraaier. Bij het omschakelen van aardgas
naar butaangas dient de schroef volledig in wijzerszin
worden vastgedraaid tot er een kleine regelmatige vlam
wordt bekomen.
Controleer tenslotte of er geen uitdovingen van de
gaspit zijn door snel de toets van de maximale stand
op de minimum stand te draaien.
Brander Ø By-pass
1/100 mm.
Kleinbrander 28
Normaalbrander 32
Sterkbrander 40
Tabel 1 : diameters van by-pass
Tabel 2 : inspuitstukken - (*) ook geschikt voor
G25
BRANDER MAXIMALE MINIMALE MAXIMALE CALORISCH
CALORISCH CALORISCH
DEBIET
DEBIET DEBIET AARDGAS GAS LPG
G20 - 20 mbar 28-30/37 mbar
kW kW mark 1/100 m
3
/h
mark 1/100
g/h - G30 g/h - G31
Kleinbrander 1 0,33 70(*) 0,095 50 72 71
Normaalbrander 2 0,45 96(*) 0,190 71 145 143
Aardgas :
Sterkbrander 3 0,65 119(*) 0,286 86 203 200
LPG : 2,8
Fig. 6
By-pass
Fig. 5
FO 0392
F
F