Operation Manual

17
Tips voor het drogen
Speciaal voor gelegenheden waarbij u de
machine alleen voor het drogen gebruikt.
De natte was moet goed gecentrifugeerd zijn.
Hoe hoger het centrifugeertoerental, hoe korter
de benodigde droogtijd en hoe lager het
energieverbruik. Uw nieuwe machine
centrifugeert in de witte- en bontwas-
programma’s met 1200 toeren per minuut en in
de syntheticaprogramma’s met 650 toeren per
minuut. Daarmee worden zeer goede
centrifugeerresultaten bereikt. De machine kan
automatisch achtereenvolgens centrifugeren &
drogen.
Let op het textielbehandelingsetiket. Daarop
vindt u ook de aanwijzingen voor het drogen van
wasgoed in de trommeldroger. In deze
gebruiksaanwijzing vindt u een kaart afgedrukt
waarop de symbolen verklaard worden.
Alleen in water gewassen textiel mag in de
machine gedroogd worden. Met ontvlambare of
giftige middelen gereinigde textiel mag niet in de
machine gedroogd worden.
Verder mogen niet in de machine gedroogd
worden:
- Wol en met wol gemengde textiel. Wol kan
krimpen en/of vervilten.
- Erg tere weefsels, zoals acryl, zijde en
synthetische vitrages.
- Schuimrubber en textiel waarin schuimrubber
verwerkt is.
- Glasvezel en textiel waarin glasvezel verwerkt
is.
- Textiel dat erg pluist of waarvan de kanten
gemakkelijk rafelen.
Belangrijk. De waterkraan moet ook tijdens het
droogprogramma open blijven, omdat de
machine enig koelwater voor het condenseren
gebruikt. Het koelwater en het tot water
gecondenseerde verdampte vocht vloeien via de
normale afvoerslang in de afvoer.
Pluizen
Na het drogen van sterk pluizend wasgoed, bijv.
nieuwe badhanddoeken, is het aan te raden, het
wasprogramma «Spoelen» (D) in te stellen, om
er zeker van te zijn dat eventueel in de kuip
verzamelde pluizen weggespoeld worden en
zich niet bij een volgend wasprogramma op het
wasgoed kunnen vastzetten.
Ook het afvoerfilter moet na ieder
droogprogramma gecontroleerd en eventueel
gereinigd worden.