User manual

een beetje water kookt snel op een zone die
ingesteld is op de hoogste instelling.
een magneet vast blijft zitten aan de bodem van
het kookgerei.
De afdruk op de flexibele
inductiekookzone kan vies worden of
van kleur veranderen door schuivende
pannen. U kunt de zone op de normale
manier schoonmaken.
De bodem van het kookgerei moet zo
dik en vlak mogelijk zijn.
Afmetingen van de pannen
Inductiekookzones passen zich tot op zekere
hoogte automatisch aan de grootte van de bodem
van de pan aan.
De efficiëntie van de kookzone heeft betrekking op
de diameter van het kookgerei. Kookgerei met een
diameter die kleiner is dan het minimum, ontvangt
slechts een deel van het vermogen dat door de
kookzone wordt gegenereerd.
Zie het hoofdstuk 'Technische
informatie'.
LAWAAI TIJDENS GEBRUIK
Als u dit hoort:
krakend geluid: de pan is gemaakt van
verschillende materialen (sandwich-constructie).
fluitend geluid: bij gebruik van de kookzone met
een hoge kookstand en als de pan is gemaakt
van verschillende materialen (sandwich-
constructie).
zoemen: als u hoge kookstanden gebruikt.
klikken: er treedt elektrische schakeling op.
sissen, zoemen: de ventilator werkt.
Deze geluiden zijn normaal en hebben niets
met een defect van de kookplaat te maken.
ÖKO TIMER (ECO-TIMER)
Om energie te besparen schakelt het
verwarmingselement van de kookzone eerder uit
dan het signaal van de timer met aftelfunctie klinkt.
Het verschil in werkingstijd hangt af van het niveau
van de kookstand en de tijd dat u kookt.
VOORBEELDEN VAN KOOKTOEPASSINGEN
De relatie tussen het stroomverbruik van de
kookstand en de kookzone is niet lineair. Wanneer
u de kookstand verhoogt, is dit niet proportioneel
met de toename in stroomverbruik van de
kookzone. Het betekent dat de kookzone met de
medium kookstand minder dan de helft van het
vermogen gebruikt.
De gegevens in de volgende tabel
dienen slechts als richtlijn.
Kookstand Gebruik om: Tijd (min) Tips
- 1
Bereide gerechten warmhouden. zoals
nodig
Een deksel op het kookgerei
doen.
1 - 2 Hollandaisesaus, smelten: boter,
chocolade, gelatine.
5 - 25 Van tijd tot tijd mengen.
1 - 2 Stollen: luchtige omeletten, ge-
bakken eieren.
10 -
40
Met deksel bereiden.
2 - 3 Zachtjes aan de kook brengen
van rijst en gerechten op melkba-
sis, reeds bereide gerechten op-
warmen.
25 -
50
Voeg minstens tweemaal zoveel
vloeistof toe als rijst, melkge-
rechten tijdens het bereiden tus-
sendoor roeren.
3 - 4 Stomen van groenten, vis en
vlees.
20 -
45
Een paar eetlepels vocht toevoe-
gen.
4 - 5 Aardappelen stomen. 20 -
60
Gebruik max. ¼ l water voor 750
g aardappelen.
14