Operation Manual

26
HET GEBRUIK
Ingebruikname
Nadat de steker in de wandkontaktdoos gestoken is
gaat u als volgt te werk:
open de deur en let er op dat de binnenverlichting
brandt en uitgaat als de deur, op een kier na,
gesloten wordt.
Open de deur wederom en draai de
thermostaatknop op de rechterbinnenwand,
rechtsom uit de stand «O» (STOP-stand). De
koelkast is nu in werking.
Temperatuurregeling
De koeltemperatuur kan worden ingesteld door de
thermostaatknop te verdraaien; draai de
knopindikatie aanvankelijk in de middenstand.
Het schaaltje rond de knop is voorzien van de cijfers
1 (minst koud) t/m 6 (meest koud).
Na enige tijd zult u ervaren dat de temperatuur van
de spijzen en dranken wat te koud, juist goed of wat
te warrn is. Dat komt omdat de temperatuur in de
kast beïnvloed wordt door zaken als:
omgevingstemperatuur, aantal keren openen van de
deur, de hoeveelheid spijzen en dranken en de
plaats van opstelling.
U kunt dan de temperatuur verhogen of verlagen
door de thermostaatknop een stukje linksom
(warmer) of rechtsom (kouder) te verdraaien.
Attentie
Bij deze modellen kan het voorkomen dat, indien de
thermostaatknop in de koudste stand gedraaid is,
bijvoorbeeld ten gevolge van zeer warme
omgevingstemperatuur of het snel willen koelen
van grote hoeveelheden dranken, de kompressor
kontinu loopt, waardoor automatische ontdooiing
van de koelverdamper niet plaatsvindt en zich
daarop ijs afzet. Draai, in dat geval, de
thermostaatknop naar een wat minder koude stand.
Koelen van levensmiddelen
Het koeldeel (bij het model «koeler» is dat de gehele
kast) is bedoeld voor het koelen en koel houden van
dranken en het korte tijd bewaren van
levensmiddelen welke in normale
omgevingstemperatuur anders snel zouden
bederven.
Teneinde een optimale werking te bevorderen
adviseren wij u de volgende eenvoudige regels in
acht te nemen:
plaats nooitwarme of dampende spijzen in het
koeldeel; dek voedsel af met een folie of deksel,
speciaal sterk geurende spijzen.
Voor sommige produkten speelt de plaats een rol in
verband met de houdbaarheid; wij geven u enkele
tips:
Verpak vers vlees en vis in plastik folie (speciaal
folie ten behoeve van het verpakken van
levensmiddelen) en leg het op de koudste plaats, dat
is direkt boven de groentelade. Bewaar vlees niet
langer dan één of twee dagen in het koeldeel.
Gekookt voedsel, gesneden vleeswaren, moes en
dergelijke goed afdichten of bedekken; plaats ze op
een willekeurig legrek.
Maak fruit en groente goed schoon en droog en leg
het in de groentelade(n). Verpak het, eventueel,
strak en luchtdicht in plastic-of aluminiumfolie.
Bewaar boter en kaas in gesloten koeldozen of
verpak het strak in aluminium folie.
Plaats flessen, welke open zijn of open geweest zijn,
in het flessenrek in de deur.