Operation Manual
16
afb. 19
Inbouw
550
597
560
FO 2191
afb. 18
afb. 20
PE
A
B
A
B
FO 2190
afb. 21
afb. 22
De oven
De ovenkast moet de juiste inbouwmaten hebben
(afb. 18). Voor het aansluiten van gas en elektriciteit
moet achter in een zijwand een doorgang gemaakt
worden. Indien de ovenkast voorzien is van een
achterwand moet voor de ontluchting een gat
uitgezaagd worden van 200 x 300 mm.
Het installeren
Schuif de oven en de daarop bevestigde onderbouw
van de kookplaat in het meubel. Maak daarna via
het gemaakte gat in het blad, de bevestigingen
links en rechts los, trek de onderbouw van de
kookplaat omhoog en zet deze vast met de 4 eerder
losgedraaide schroeven, door de zijkanten links en
rechts tegen het blad te schuiven (afb. 19).
Open de ovendeur en zet de oven vast met de 4
meegeleverde schroeven.
Let op:
Gasslang en snoer mogen niet tegen de ovenwand
aankomen.
De kookplaat
De onderbouw van de kookplaat wordt bevestigd op
de oven geleverd. Maak de 4 schroeven van de
bevestiging los (afb. 20 - A) en trek het geheel
omhoog en schuif de bevestigingen links en rechts
tegen het blad in de uitsnijmaat. Voordat de
onderbouw definitief wordt vastgezet moet eerst
gecontroleerd worden of de branders en de
vonkontstekingsbougies precies passen in het
lekblad van de kookplaat.
Na alles op elkaar te hebben afgestemd kunnen de
zijkanten (afb. 20 -B) en de onderbouw van de
kookplaat vastgezet worden.
Verwijder het afdichtingsmateriaal dat is aangebracht rond
de onderkant van de kookplaat (afb. 21). Breng in het gat
aan de voorkant en de zijkanten van de kookplaat de
zelfklevende afdichting aan die met het apparaat is mee-
geleverd. Zorg ervoor dat deze aan de zijkanten op de
juiste plek zit (afb. 22).
Plaats nu het lekblad en zet dit vast met twee schroefjes
rondom de brander:
- Roestvrij stalen kookplaten:
Bij het inbouwen van roestvrij stalen kookplaten
moeten alleen de twee meegeleverde schroeven
worden gebruikt (afb. 23 - 1).
- Geƫmailleerde kookplaten:
Het inbouwen van geƫmailleerde kookplaten dient te
geschieden zoals aangegeven in afb. 23 (1 - 2 - 3).
Gebruik geen accuboormachine maar een gewone
kruiskopschroevendraaier om beschadigingen te
voorkomen.
Leg nu de branderringen en -deksels op de brander.
Plaats de pannendragers. Probeer of alles werkt.