User manual

14
Attentie
Bij het gebruik van het apparaat wordt er bij de
verbranding van aardgas zuurstof onttrokken aan de
lucht. Zorg daarom voor voldoende ventilatie.
De aansluiting moet volgens NEN 1078 gemaakt worden.
Het fornuis is aan de achterzijde voorzien van een
gasaansluiting 1/2”. De gasleiding van de woning
moet voorzien zijn van een afsluitbare hoofdkraan.
Voor het aansluiten van het fornuis moet voor de
aansluiting een afsluitbare gaskraan worden
geplaatst. Plaats deze 10 cm links of rechts van de
kookplaat.
Indien gebruik wordt gemaakt van een gasslang
mag deze nergens in aanraking komen met hete
delen van het fornuis.
WAARSCHUWING
Controleren of alle verbindingen naar het apparaat goed
gasdicht zijn, dient te gebeuren met een zeepoplossing,
nooit met een vlam.
Gasaansluiting
820
600
500
45
Achterwand
10 mm
Begin uitsnijmaat
Voorkant
korpus
Afb. 13
Afb. 14
FO 2187
FO 2188
De oven dient deugdelijk geaard te zijn. U moet er
echter tijdens de eerste ingebruikname rekening mee
houden dat de (eventueel aanwezige) aardlekschakelaar
in werking kan treden. Dat is een normaal verschijnsel.
In dat geval tijdelijk de aardleiding losnemen en alle
elementen enige tijd laten werken. Na enige tijd verhitten
van de elementen is de aardlek op een normaal niveau.
Trek, tijdens het in de nis schuiven van de oven de kabel
zover mogelijk naar buiten. In feite moet de kabel zo gelegd
of opgehangen zijn dat deze nergens warmer dan 50°
boven de normale omgevingstemperatuur kan worden.
De oven dient zodanig ingebouwd te zijn dat, na inbouw
en installatie, elektrische delen niet zonder gebruik van
gereedschap bereikbaar zijn. Dat geldt ook voor de wijze
waarop een zijwand aangebracht wordt indien de
inbouwkast zich op het eind van een blok bevindt.
De fabrikant wijst elke aansprakelijkheid ten
aanzien van schade of letsel af, indien
bovenstaande veiligheidsmaatregelen niet
getroffen zijn.