Operation Manual

HET AANMAKEN LUKT NIET.
E Debatterijenzittennietgoedindehouder.
Controleren (fig. F).
E Debatterijenzijnnietmeerkrachtiggenoegvoordeontsteking.
Vervangen (fig. F).
E U hebt de kachel helemaal leeggestookt of de kous is vervangen.
Na het plaatsen van de gevulde wisseltank 30 minuten wachten met
ontsteken.
E U duwt de ontstekingstoets C te krachtig in, waardoor de ontstekingsspiraal
smoort in de kous.
Minder hard indrukken (hoofdstuk C).
E DeontstekingsspiraalK is stuk.
Raadpleeg uw dealer.
SLECHTE VERBRANDING EN/OF ROET/GEUR.
E DeverbrandingskamerD is niet goed geplaatst.
Zet deze recht met de handgreep E, tot u hem makkelijk wat naar links en
rechts kunt schuiven.
E U gebruikt verouderde brandstof.
Begin elk stookseizoen met nieuwe brandstof.
E U gebruikt verkeerde brandstof.
Zie DE JUISTE BRANDSTOF (hoofdstuk ”Wat u vooraf moet weten”).
E Erissprakevanstofophopingonderindekachel.
Raadpleeg uw dealer.
E Dekoushoogteisnietgoed.
Raadpleeg uw dealer.
DE KACHEL GAAT LANGZAAM UIT.
E Dewisseltankisleeg.
Zie hoofdstuk B.
E Erzitvochtinhetonderreservoir.
Raadpleeg uw dealer.
E Dekousisaandebovenzijdeverhard.
Kachel helemaal leegbranden (hoofdstuk G). Gebruik de juiste brandstof.
E U gebruikt verouderde brandstof.
Begin elk stookseizoen met nieuwe brandstof.
DE KACHEL BLIJFT LAAG BRANDEN.
E Dekousstaattelaag.
Raadpleeg uw dealer.
E Dekachelhadvoorhetbijvullenvrijwelallebrandstofverbruikt.
Na het plaatsen van de volle wisseltank 30 minuten wachten met ontsteken.
E U gebruikt oude of verkeerde brandstof.
Zie DE JUISTE BRANDSTOF (hoofdstuk ”Wat u vooraf moet weten”).
E Deruimtewordtonvoldoendegeventileerd.
Zet even een raam of deur wijd open en laat deze daarna op een kier staan.
DE KACHEL BRANDT TE HOOG.
E U gebruikt verkeerde, te vluchtige brandstof.
Zie DE JUISTE BRANDSTOF (hoofdstuk ”Wat u vooraf moet weten”).
E Dekousstaattehoog.
Raadpleeg uw dealer.
1
68
F