.1.1.
Inhoud Inhoud ....................................................................................................................................... 2 Voorwoord ................................................................................................................................. 6 Hoofdstuk 1. Introductie............................................................................................................. 8 1.1 1.2 1.3 1.4 1.4.1 1.4.2 1.4.3 Over MOBIELE-ROUTER ...........................
4.2.7 4.2.8 4.2.9 4.2.10 4.2.11 4.2.12 4.2.13 4.2.14 4.2.15 4.3 4.3.1 4.4 4.4.1 4.4.2 4.4.3 4.4.4 4.4.5 4.4.6 4.4.7 4.4.8 4.4.9 4.4.10 4.4.11 4.4.12 4.5 4.5.1 4.6 4.7 4.7.1 4.7.2 4.7.3 4.7.4 4.7.5 4.7.6 4.7.7 4.7.8 4.7.9 4.7.10 4.7.11 4.7.12 Snelle Instellingen Voltooien .................................................................................. 39 Programma-instellingen ......................................................................................... 39 Mappenbeheer ........................
5.1.1.5 5.1.1.6 5.1.2 5.1.3 5.2 5.2.1 5.2.1.1 5.2.1.2 5.2.2 5.2.3 5.2.4 5.2.5 5.2.6 5.3 5.3.1 5.3.2 5.4 5.4.1 5.4.2 5.4.3 5.4.4 5.5 5.5.1 5.5.1.1 5.5.2 5.5.3 5.5.3.1 5.5.3.2 5.5.3.3 5.5.4 5.5.4.1 5.6 5.6.1 5.6.2 5.6.3 5.6.4 5.6.5 5.6.6 5.6.7 5.6.8 5.7 5.7.1 5.7.2 5.8 WAN-toegangstype – Dynamisch IP ....................................................................... 71 WAN-toegangstype – PPTP ....................................................................................
6.1.1 6.1.2 6.2 6.2.1 6.2.2 6.2.3 6.2.4 6.2.5 6.2.6 6.3 6.3.1 6.3.1.1 6.3.2 6.3.3 6.3.3.1 6.3.3.2 6.3.3.3 6.3.4 6.3.4.1 6.4 6.4.1 6.4.2 6.4.3 6.4.4 6.4.5 6.4.6 6.4.7 6.4.8 6.5 6.5.1 6.5.2 6.6 LAN-instellingen ................................................................................................... 147 LAN-interface Instellingen .................................................................................... 147 Draadloze Instellingen ...........................................................
7.3.3 7.3.3.1 7.3.3.2 7.3.3.3 7.3.3.4 7.3.3.5 7.4 7.4.1 7.4.2 7.4.3 7.4.4 7.4.5 7.4.6 7.4.7 7.4.8 7.5 7.5.1 7.5.2 7.6 Webcamserver ..................................................................................................... 230 Webcamserver Basisinstellingen.......................................................................... 230 Webcamserver Geavanceerde Instellingen ......................................................... 231 Gebruik van de Webcam ..........................................
Deze gebruikershandleiding is bedoeld voor gebruikers met basiskennis van netwerken en is de belangrijkste referentie voor het configureren en onderhouden van het apparaat. Deze handleiding bevat een omschrijving van de beheerinterface en gedetailleerde instructies voor het gebruik. Gebruikte Opmaak Opmerkingen en waarschuwingen zijn vet gedrukt met een schaduwachtergrond. • De MOBIELE-ROUTER Mini 3.5G Plus Wireless-N Server Router wordt in deze handleiding naar gerefereerd als “de draadloze router”.
Hoofdstuk 1. Introductie 1.2 Over MOBIELE-ROUTER MOBIELE-ROUTER is een compacte 3.5G draadloze router die snelle, betrouwbare en gemakkelijke interverbindingen kan leggen onder alle omstandigheden. De router ondersteunt zowel 3.5G mobiele standaarden als kabel/DSL-internet. Mobiele gebruikers kunnen hun 3.5G-verbinding overal delen waar hun 3.5G-service beschikbaar is.
web browser, of Safari web browser). • Een beschikbaar stopcontact. 1.5 MOBIELE-ROUTER Leren Kennen 1.5.
1.5.2 De Rechterzijde Onderdeel Omschrijving Operation Mode Bedieningsmodus schakelaar: de gebruiker kan schakelen tussen Router, AP en Wi-Fi AP-modus. 1.5.3 De Onderzijde Onderdeel USB Port Omschrijving De gebruiker kan een 3.5G USB-dongle, USB-harde schijf, USB-printer of USB-webcam aansluiten. WAN Port Wide Area Network (WAN / Internet) poort. LAN Port Local Area Network (LAN) poort. WPS button Start WPS-functie.
Hoofdstuk 2. Systeem en netwerkinstellingen De MOBIELE-ROUTER is een gemakkelijk mee te nemen draadloos apparaat voor de zakenman. Het kan in conferentieruimten, hotels en zelfs op hotspots gebruikt worden. De MOBIELE-ROUTER is klein en licht met verschillende functies; gebruik de schakelaar om te schakelen tussen Router, AP en Wi-Fi AP-modus. De MOBIELE-ROUTER ondersteunt ook USB-apparaten, zoals een webcam, USB-stick, printer en 3.5G-adapter.
2.3 Een netwerkverbinding voor Wi-Fi AP-modus opzetten De MOBIELE-ROUTER wordt in Wi-Fi AP-modus een brug; gebruikers kunnen met een kabel een verbinding met de MOBIELE-ROUTER maken. Als Administrator kan de gebruiker LAN, Draadloos netwerk, NTP, wachtwoord, USB-schijven, gebruikersaccounts, FTP-server, webcam, printerserver, SAMBA, enz. configureren. 2.
Voordat u kunt verbinden met de router en de configuratieprocedure kunt starten, moet uw computer een automatisch IP-adres (dynamisch IP-adres) moeten krijgen.
2.4.2 Windows 2000 IP-adres instellingen: 1. Klik op de Start knop (deze zou in de linkeronderhoek van uw computer moeten staan), en klik vervolgens op Control panel. Dubbelklik op het netwerk and Dial-up Connections icoon, dubbelklik op Local Area Connection en het Local Area Connection Properties scherm zal verschijnen. Selecteer Internet Protocol (TCP/IP) en klik op Properties.
2. Selecteer Obtain an IP address automatically en Obtain DNS server address automatically en klik vervolgens op OK.
2.4.3 Windows XP IP-adres instellingen: 1. Klik op de Start knop (deze zou in de linkeronderhoek van uw computer moeten staan) en klik vervolgens op Control panel. Dubbelklik op het netwerk and Internet Connections icoon, klik op Network Connections en dubbelklik vervolgens op Local Area Connection en het Local Area Connection Status scherm zal verschijnen. Klik vervolgens op Properties. 2. Selecteer Obtain an IP address automatically en Obtain DNS server address automatically en klik vervolgens op OK.
2.4.4 Windows Vista IP-adres instellingen: 1. Klik op de Start knop (deze zou in de linkeronderhoek van uw computer moeten staan) en klik vervolgens op Control panel.Klik op View Network Status and Tasks en klik op Manage Network Connection.Klik met de rechtermuisknop op Local Area Netwrok en selecteer vervolgens Properties. Het Local Area Connection Properties scherm zal verschijnen. Selecteer Internet Protocol Version 4 (TCP / IPv4) en klik vervolgens op Properties.
2. Selecteer Obtain an IP address automatically en Obtain DNS server address automatically en klik vervolgens op OK.
2.4.5 Router IP-adres opzoeken Nadat de IP-adresinstellingen zijn voltooid, klikt u op Start -> Run in de linkonderhoek van uw bureaublad. Typ cmd in en klik vervolgens op OK. Typ IP config in en druk vervolgens op de Enter toets. Controleer het IP-adres achter Default Gateway (in dit voorbeeld is het IP-adres van de router: 192.168.1.1).
LET OP: Als het IP-adres van de Gateway niet weergegeven wordt of het adres achter ‘IP Adress’ met ’169’ begint, controleer dan de netwerkverbinding tussen uw computer en de router en ga eventueel naar het begin van dit hoofdstuk om iedere stap in de configuratieprocedure te controleren. 1. De beheerinterface van de router verbinden via een internetbrowser Nadat uw computer een IP-adres van de router heeft verkregen, kunt u uw internetbrowser opstarten en het IP-adres van de router in de adresbalk intypen.
Vul de gebruikersnaam en het wachtwoord in, de standaard gebruikersnaam is admin en het standaard wachtwoord is‘admin. Klik vervolgens op de Login knop en de online beheerinterface van de router zal verschijnen: MOBILE-ROUTER LET OP: Als de online beheerinterface niet verschijnt en u nogmaals gevraagd wordt om de gebruikersnaam en het wachtwoord in te typen, betekent dit dat u de gebruikersnaam en het wachtwoord niet correct heeft ingeVuld. Typ de gebruikernaam en het wachtwoord nogmaals in.
Hoofdstuk 3. One Button Setup Configuratie De MOBIELE-ROUTER heeft een One Button Setup functie waarmee gebruikers de instellingen in een pagina kunnen voltooien. Als een gebruiker van modus wisselt en het apparaat opnieuw opstart, zal deze pagina weergegeven worden om de configuratie te doorlopen. 3.1 One Button Setup voor Routermode Klik op de One Button Setup pagina om de instellingen in een pagina te doorlopen.
MOBILE-ROUTER MOBILE-ROUTER Onderdeel Time Zone Select Omschrijving Klik op de knop en een drop-down menu zal verschijnen. Hierin kan de tijdzone van uw locatie gekozen worden.
Change Password Vul hier een nieuw wachtwoord in Device Name Vul hier een nieuwe apparaatnaam in WAN Interface Setup Kies de breedbandaansluiting die u gebruikt WAN Type Setup Kies het breedbandtype dat u gebruikt Wireless Setup Configureer de draadloze SSID en beveiliging Partition / Format SysDisk Formatteer of partitioneer uw USB-schijf User Account Management Maak gebruikersaccounts aan en stel privileges in Finished Klik hier op om de instellingen te voltooien 3.
MOBILE-ROUTER Onderdeel Time Zone Select Omschrijving Klik op de knop en een drop-down menu zal verschijnen. Hierin kan de tijdzone van uw locatie gekozen worden.
3.
Test 2 MOBILE-ROUTER Onderdeel Time Zone Select Omschrijving Klik op de knop en een drop-down menu zal verschijnen. Hierin kan de tijdzone van uw locatie gekozen worden. Change Password Vul hier een nieuw wachtwoord in Device Name Vul hier een nieuwe apparaatnaam in Wireless Site Survey Setting Kies het draadloos network waarmee u wilt verbinden en het versleutelingstype.
Hoofdstuk 4. Snelle One Button Setup Configuratie Er zijn twee manieren om op de MOBIELE-ROUTER instellingenpagina te openen. A. Gebruik een internetbrowser om met de MOBIELE-ROUTER te verbinden. 1. Open uw internetbrowser, zoals IE, en vvl het MOBIELE-ROUTER IP-adres in: http://192.168.1.1 2. Klik op Administrator. 3. De inlogpagina zal zoals hieronder weergegeven worden. Vul de gebruikersnaam en het wachtwoord in. De gebruikersnaam is admin, en het wachtwoord is admin.
B. Gebruik UPnP om te verbinden met de MOBIELE-ROUTER. 1. De MOBIELE-ROUTER heeft standaard de UPnP-functie aan staan. Het icoon is in de rechteronderhoek te vinden wanneer u verbindt met de MOBIELE-ROUTER. Het MOBIELE-ROUTER icoon is tevens onder My Network Places te vinden. MOBILE-ROUTER 2. Klik op Internet Gateway Device om de inlogpagina te openen.
4.1 Routermodus configuratie LET OP: Klik op de ‘Finish’ knop om alle configuratiegegevens op te slaan. De MOBIELE-ROUTER ondersteunt internetaansluitingen met de ISP via kabel en draadloos. Het heeft tevens NAT en DHCP-functies om meerdere computers tegelijkertijd van het netwerk gebruik te laten maken. Draadloze WAN ondersteunt Site Survey. 4.1.1 Schakel naar Routermodus De MOBIELE-ROUTER heeft een bedieningsschakelaar om gebruikers te laten schakelen tussen Router, AP en Wi-Fi AP-modus.
4.2.1 Tijdzone Instellen Onderdeel Enable NTP Cliënt update Time Zone Select NTP Server Omschrijving Het apparaat zal automatisch synchroniseren met de NTP-server Klik op de knop en een drop-down menu zal verschijnen. Kies de tijdzone van uw locatie. Klik op de knop en een drop-down menu zal verschijnen. Kies de NTP-server die u wilt gebruiken. Klik op de Next knop na het afronden van alle instellingen.
4.2.2 LAN Interface-instellingen MOBILE-ROUTER Onderdeel Device Name IP Address Omschrijving Apparaatnaam; u kunt de naam van uw MOBIELE-ROUTER wijzigen. Apparaat IP-adres; u kunt het IP-adres van uw MOBIELE-ROUTER wijzigen. Klik op de Next knop na het afronden van alle instellingen. 4.2.3 WAN-instellingen De MOBIELE-ROUTER ondersteunt drie typen WAN-interface en vier WAN-toegangstypen. Klik op de Next knop na het afronden van alle instellingen.
4.2.3.1 WAN-interface – Ethernetpoort Als de MOBIELE-ROUTER via een ethernetkabel met het internet is verbonden, kies dan Ethernet port. 4.2.3.2 WAN-interface – Draadloos Als de MOBIELE-ROUTER draadloos met het internet is verbonden, kies dan Wireless. Test 1 Test 2 De door de MOBIELE-ROUTER gevonden draadloze netwerken worden in de pagina weergegeven. Kies het draadloze netwerk en versleutelingstype waarmee u wilt verbinden. 4.2.3.
Vul de informatie in die u van uw ISP heeft gekregen. 4.2.3.4 WAN-toegangstype – DHCP-cliënt Kies Dynamic IP om het IP-adres automatisch van uw ISP te verkrijgen. Ter redundantie kunt u tevens 3.5G Backup gebruiken.
4.2.3.5 WAN-toegangstype – PPPoE Kies PPPoE en de door uw ISP geleverde gebruikersnaam en wachtwoord in. Ter redundantie kunt u tevens 3.5G Backup gebruiken. Vul de informatie in die u van uw ISP heeft gekregen.
4.2.3.6 WAN-toegangstype – PPTP Kies PPPTP en vul de informatie in die u van uw ISP heeft gekregen. Ter redundantie kunt u tevens 3.5G Backup gebruiken. Vul de gevraagde informatie van uw ISP in. 4.2.4 3.5G-instellingen Als u 3.5G gebruikt om te verbinden met het internet, kunt u 3.5G usb dongle kiezen. 3.5G-verbinding (verbindingsmodus) betekent dat gebruikers 3.5G gebruiken om te verbinden met het internet. De verbindingsbackup is hierbij niet mogelijk. Als het apparaat geen 3.
4.2.5 Draadloze instellingen De eerste stap bij het instellen van de draadloze verbinding, is het toewijzen van een SSID. De standaardnaam is MOBIELE-ROUTER. Volg de instructies voor de instellingen. MOBILE-ROUTER 4.2.6 Draadloze beveiligingsinstellingen Het is zeer belangrijk om de draadloze beveiliging goed in te stellen! Als u dit niet doet, kunnen hackers en kwaadwillende gebruikers uw netwerk in en waardevolle gegevens zonder uw goedkeuring openen, wat grote beveiligingsproblemen kan veroorzaken. a.
MOBILE-ROUTER Onderdeel Omschrijving Er zijn twee typen WEP-versleutelinglengtes: 64-bit en 128-bit. Het gebruik van 128-bit is veiliger dan Key Length 64-bit, maar zal de prestaties van de gegevensoverdracht enigszins verlagen. Er zijn twee type versleutelingsformaten: ASCII en Hex. Als u een versleutelingsformaat kiest, zal het aantal karakters weergegeven worden.
MOBILE-ROUTER Onderdeel Omschrijving Passphrase: Het Pre-Shared versleutelingtype is in ASCII-code en Pre-Shared Key Format de lengte bedraagt 8-63 bytes (minstens 8 bytes)。 Hex: Gebruikers kunnen 64 Hex bytes (0~9, a~f, or A~F) invoeren。 Klik op Finished om de instellingen te voltooien. 4.2.7 Snelle Instellingen Voltooien Als u dit scherm ziet, zijn de snelle instellingen voltooid. 4.2.
4.2.9 Mappenbeheer Hier kunt u gemakkelijk alle USB-apparaten bekijken die verbonden zijn met uw MOBIELE-ROUTER. U kunt alle gegevensmappen op ieder apparaat bekijken en schijfformattering uitvoeren door op de knop te drukken. 4.2.10 Partitioneren / Formatteren Selecteer een USB-schijf en klik op de OK knop om de pagina te vernieuwen. Nu kan het partitioneren uitgevoerd kan worden. De Unplug knop zal verschijnen.
Klik op Next om verder te gaan met de instellingen. 4.2.12 FTP-server De MOBIELE-ROUTER kan als FTP-server gebruikt worden om bestanden tussen gebruikers uit te wisselen. Daarnaast kunnen gasten bestanden downloaden vanaf een specifieke website. Door een USB-harde schijf of een USB-stick op de router aan te sluiten, kunnen gebruikers gemakkelijk een FTP-server opzetten om bestanden te delen en te laden downloaden door lokale gebruikers en gebruikers op afstand.
4.2.13 Printerinstellingen De MOBIELE-ROUTER ondersteunt printerss. Als printerserver weergegeven worden als Enabled, kunnen de printermogelijkheden gebruikt worden via het lokale netwerk. Deze functie staat uit als er geen printer is aangesloten op de MOBIELE-ROUTER. Klik op Next om verder te gaan met de instellingen. 4.2.14 Webcamserver Als u de MOBIELE-ROUTER wilt gebruiken als een webcamwebsite, sluit dan een USB-webcam aan op de USB-poort. Zet de webcamserver aan en open de webcam via WAN.
4.2.15 Sambaserver De MOBIELE-ROUTER ondersteunt bestandsdeling. U kunt bestanden delen met een andere netwerkgebruikerss. Klik op Finished om de instellingenprocedure af te ronden. 4.3 AP-modus Configuratie AP-modus wordt gebruikt door de router eerst te verbinden via AP of met een kabel en biedt vervolgens een internetbrug service voor kabel en draadloze bottom-level gebruikers. AP-modus ondersteunt geen NAT.
1. Klik op de Start knop (deze zou in de linkeronderhoek van uw computer moeten staan) en klik vervolgens op Control panel.Dubbelklik op het Network and Internet Connections icoon, klik op Network Connections en dubbelklik vervolgens op Local Area Connection. Het Local Area Connection Status scherm zal verschijnen en klik vervolgens op Properties. 2. Selecteer Use the following IP address, vul het IP-adres en de subnet mask in en klik vervolgens op OK.
4.4 Snelle Instellingen voor AP-modus 1. Open uw internetbrowser en ga naar http://192.168.1.254. 2. Klik op Administrator om in te loggen op de MOBIELE-ROUTER.
3. Vul de gebruikersnaam en het wachtwoord in. De gebruikersnaam is admin, en het wachtwoord is admin.
4. Klik op Step Setup aan de linker kant van het hoofdmenu. Vervolgens zal Basic Setup en Application Setup verschijnen. Klik op Basic Setup en klik vervolgens op Next om de configuratie van uw MOBIELE-ROUTER te starten. 4.4.1 Tijdzone Instellen MOBILE-ROUTER Onderdeel Enable NTP Cliënt update Time Zone Select NTP Server Omschrijving Het apparaat zal automatisch synchroniseren met de NTP-server Klik op de knop en een drop-down menu zal verschijnen. Kies de tijdzone van uw locatie.
4.4.2 Draadloze instellingen De eerste stap bij het instellen van de draadloze verbinding, is het toewijzen van een SSID, de standaardnaam is 3.5G_Server_Router. Volg de instructies voor de instellingen. MOBILE-ROUTER 4.4.
Key Format Er zijn twee type versleutelingsformaten: ASCII en Hex. Als u een versleutelingsformaat kiest, zal het aantal karakters weergegeven worden. Wanneer u bijvoorbeeld een 64-bits versleutelingslengte kiest en Hex (10 karakter) als versleutelingsformaat, betekent dit dat de lengte van de WEP-versleuteling 10 karakters bedraagt. b. Versleuteling – WPA (WPA, WPA2, WPA2 Mixed) WPA (Wi-Fi Protected Access) is een systeem om draadloze netwerken te beveiligen.
4.4.4 Snelle Instellingen Voltooien Als u dit scherm ziet, zijn de snelle instellingen voltooid. 4.4.5 Programma-instellingen Klik op de Application Setup knop om met de instellingen te beginnen, inclusief mappenbeheer, gebruikersbeheer, FTP-server instellingen, printerserver instellingen, webcaminstellingen en sambaserver instellingen. 4.4.6 Mappenbeheer Hier kunt u gemakkelijk alle USB-apparaten bekijken die verbonden zijn met uw MOBIELE-ROUTER.
4.4.7 Partitioneren / Formatteren Selecteer een USB-schijf en klik op de OK knop om de pagina te vernieuwen. Nu kan de schijfpartitionering uitgevoerd worden. De Unplug knop zal verschijnen. Om de schijf te partitioneren/formatteren, kunt u de schijf selecteren en op de Format knop klikken. Als u de gegevens op de schijf wilt bekijken, ga dan naar “4.2.11 FTP Sever Setup” om de FTP-server aan te zetten en klik vervolgens op Disk Explorer om alle mappen op het apparaat te bekijken. 4.4.
Klik op Next om verder te gaan met de instellingen. 4.4.10 Printerinstellingen De MOBIELE-ROUTER ondersteunt printers. Als de printerserver weergegeven wordt als Enabled, kunnen de printermogelijkheden via LAN gebruikt worden. Deze functie staat uit als er geen printer is aangesloten op de MOBIELE-ROUTER. Klik op Next om verder te gaan met de instellingen. 4.4.11 Webcamserver Als u de MOBIELE-ROUTER wilt gebruiken als een webcam, sluit dan een USB-webcam aan op de USB-poort.
Klik op Next om verder te gaan met de instellingen. 4.4.12 Sambaserver De MOBIELE-ROUTER ondersteunt bestandsdeling. U kunt bestanden delen met andere netwerkgebruikers. Klik op Finished om de instellingenprocedure te voltooien. 4.5 Snelle Instellingen voor Wi-Fi AP-modus Wi-Fi AP-modus wordt gebruikt door de router eerst te verbinden via AP of met een kabel en biedt vervolgens een internetbrug service voor kabel en draadloze bottom-level gebruikers. AP-modus ondersteunt geen NAT.
zich geen DHCP-server in het netwerk bevindt 4.5.1 Schakel naar Wi-Fi AP-modus De MOBIELE-ROUTER heeft een bedieningsschakelaar; om gebruikers te laten schakelen tussen Router, AP en Wi-Fi AP-modus. Gebruikers moeten eerst de MOBIELE-ROUTER uit het stopcontact halen om er zeker van te zijn dat het apparaat uit staat voordat er naar een andere modus geschakeld wordt. Schakel naar Routermodus en stop het apparaat weer in het stopcontact. Let op: DHCP staat uit in AP-modus.
2. Selecteer Use the following IP address en vul het IP-adres en de subnet mask in en klik vervolgens op OK. 4.6 Snelle Instellingen voor Wi-Fi AP-modus 5. Open uw internetbrowser en ga naar http://192.168.1.254. 6. Klik op Administrator om in te loggen op de MOBIELE-ROUTER.
7. Vul de gebruikersnaam en het wachtwoord in. De gebruikersnaam is admin en het wachtwoord is admin. 8. Klik op Step Setup aan de linker kant van het hoofdmenu. Vervolgens zal Basic Setup en Application Setup verschijnen. Klik op Basic Setup en klik vervolgens op Next om de configuratie van uw MOBIELE-ROUTER te starten. 4.7 Snelle Instellingen voor Wi-Fi AP-modus Klik op Step Setup aan de linker kant van het hoofdmenu. Vervolgens zal Basic Setup en Application Setup verschijnen.
MOBIELE-ROUTER te starten. 4.7.1 Tijdzone Instellen MOBILE-ROUTER Onderdeel Enable NTP Cliënt update Time Zone Select NTP Server Omschrijving Het apparaat zal automatisch synchroniseren met de NTP-server. Klik op de knop en een drop-down menu zal verschijnen. Kies de tijdzone van uw locatie. Klik op de knop en een drop-down menu zal verschijnen. Kies de NTP-server die u wilt gebruiken. Klik op de Next knop na het afronden van alle instellingen. 4.7.
selecteren van de gewenste AP zal de apparaatnaam op de Wireless Basic Setup pagina verschijnen. Volg de instructies. Test MOBILE-ROUTER MOBILE-ROUTER MOBILE-ROUTER MOBILE-ROUTER Test 2 U kunt de gewenste AP om mee te verbinden selecteren en het gegevens versleutelingstype kiezen. Klik op de Refresh knop om de lijst te vernieuwen.
4.7.3 Draadloze Beveiligingsinstellingen Het is zeer belangrijk om de draadloze beveiliging goed in te stellen! Als u dit niet doet, kunnen hackers en kwaadwillende gebruikers uw netwerk bereiken en waardevolle gegevens zonder uw goedkeuring openen, wat grote beveiligingsproblemen kan veroorzaken. MOBILE-ROUTER a. Versleuteling – WEP MOBILE-ROUTER Onderdeel Omschrijving Key Length Er zijn twee typen WEP-versleutelinglengtes: 64-bit en 128-bit.
b. Versleuteling – WPA (WPA, WPA2, WPA2 Mixed) WPA (Wi-Fi Protected Access) is een systeem om draadloze netwerken te beveiligen. Om hackers te voorkomen, gebruikt WPA TKIP of AES om de versleuteling regelmatig te wijzigen.
sambaserver instellingen. 4.7.6 Mappenbeheer Hier kunt u gemakkelijk alle USB-apparaten bekijken die verbonden zijn met uw MOBIELE-ROUTER. U kunt alle gegevensmappen van ieder apparaat bekijken en een schijfformattering uitvoeren door op de betreffende knop te drukken. 4.7.7 Partitioneren / Formatteren Selecteer een USB-schijf en klik op de OK knop om de pagina te vernieuwen. Nu kan de schijfpartitionering uitgevoerd worden. De Unplug knop zal verschijnen.
Klik op Next om verder te gaan met de instellingen. 4.7.9 FTP-server De MOBIELE-ROUTER kan als FTP-server gebruikt worden om bestanden tussen gebruikers uit te wisselen. Daarnaast kunnen gasten bestanden downloaden vanaf een specifieke website. Door een USB-harde schijf of een USB-stick op de router aan te sluiten, kunnen gebruikers gemakkelijk een FTP-server opzetten om bestanden te delen en te laten downloaden door lokale gebruikers en gebruikers op afstand.
De MOBIELE-ROUTER ondersteunt printers. Als de printerserver weergegeven wordt als Enabled, kunnen de printermogelijkheden via LAN gebruikt worden. Deze functie staat uit als er geen printer is aangesloten op de MOBIELE-ROUTER. Klik op Next om verder te gaan met de instellingen. 4.7.11 Webcamserver Als u de MOBIELE-ROUTER wilt gebruiken als een webcam, sluit dan een USB-webcam aan op de USB-poort. Zet de webcamserver aan en open de webcam via WAN. Het afbeeldingsformaat is ingesteld op 320X240.
De MOBIELE-ROUTER ondersteunt bestandsdeling. U kunt bestanden delen met andere netwerkgebruikers. Klik op Finished om de instellingenprocedure te voltooien. Hoofdstuk 5. Geavanceerde Configuratie voor Routermodus 5.1 IP-configuratie In deze categorie kunnen gebruikers routeregels voor de MOBIELE-ROUTER instellen, waaronder configuratie van WAN, LAN en DDNS. 5.1.
Kies WAN-interface om deze te configureren, de configuratie bevat 3 interfaceselecties (ethernet, 3.5G USB-dongle en draadloos) en 4 toegangstypen (statische IP, dynamische IP, PPoE en PPTP). Volg de instructies om te configureren. 5.1.1.1 WAN-interface – Ethernetpoort Als de MOBIELE-ROUTER met het internet is verbonden door middel van een ethernetkabel, kunt u de Ethernet port interface selecteren.
5.1.1.2 WAN-interface – 3.5G USB Dongle Als u 3.5G gebruikt om te verbinden met het internet, kunt u “3.5G usb dongle” kiezen. 3.5G-verbinding (verbindingsmodus) betekent dat gebruikers 3.5G gebruiken om te verbinden met het internet. De verbindingsbackup is hierbij niet mogelijk. Als het apparaat geen 3.5G-signaal kan detecteren, zal het naar 3 / 2.75 / 2.5G signalen zoeken, totdat er geen signaal wordt gevonden.
5.1.1.3 WAN-interface – Draadloos Als de MOBIELE-ROUTER draadloos met het internet verbindt, kies dan Wireless.
De door de MOBIELE-ROUTER gevonden draadloze netwerken worden op deze pagina weergegeven. Kies het draadloze netwerk en versleutelingstype waarmee u wilt verbinden. 5.1.1.
Als uw WAN-toegangstype statisch IP is, kunt u de volgende instructies uitvoeren om de instellingen correct in te voeren. Onderdeel IP Address Omschrijving Vul hier uw IP-adres in. Raadpleeg uw ISP als u deze niet weet.
Subnet Mask Default Gateway Vul hier uw subnet mask adres in; deze zal meestal 255.255.255.0 zijn. Vul hier uw Default Gateway adres in. Raadpleeg uw ISP als u deze niet weet. MTU staat voor Maximum transmission unit en refereert naar de grootte (in bytes) van de grootste PDU die een bepaalde laag communicatieprotocol kan doorvoeren. Gebruikers kunnen de MTU Size netwerkefficientie verbeteren door de waarde van de MTU aan te passen.
on WAN gezet worden. Klik op Apply Changes om de instellingen op te slaan. Als u dit niet Apply Change & Reset wilt, kunt u op Reset klikken om alle ingevulde gegevens ongedaan te maken. 5.1.1.5 WAN-toegangstype – Dynamisch IP Als uw WAN-toegangstype statisch IP is, kunt u de volgende instructies uitvoeren om de instellingen correct uit te voeren.
Onderdeel Omschrijving Host name MTU staat voor Maximum transmission unit en refereert naar de grootte (in bytes) van de grootste PDU die een bepaalde laag MTU Size communicatieprotocol kan doorvoeren. Gebruikers kunnen de netwerkefficientie verbeteren door de waarde van de MTU aan te passen. De meeste besturingssystemen zullen gebruikers een standaardwaarde geven die bij de meeste gebruikers past.
waarde kan gewijzigd worden. Vul de waarde in, het maximum is 1500 bytes. Als de ISP DNS-informatie levert, kunt u Attain DNS automatically DNS selecteren. Als dit niet het geval is, kunt u Set DNS Manually kiezen en vervolgens het DNS-adres invoeren. Verbindingsbackup. Als de verbinding van uw WAN wordt verbroken, zal de router met het internet verbinden met 3.5G. Het systeem controleert de verbinding iedere 30 seconden.
Onderdeel IP Address Omschrijving Vul hier uw IP-adres in. Raadpleeg uw ISP als u deze niet weet.
Subnet Mask Server IP Address User Name Password Vul hier uw subnet mask adres in; deze zal meestal 255.255.255.0 zijn. Vul hier het IP-adres van uw server in. Raadpleeg uw ISP als u deze niet weet. Vul hier de door uw ISP aangeleverde gebruikersnaam in. Raadpleeg uw ISP als u deze niet weet. Vul hier het door uw ISP aangeleverde wachtwoord in. Raadpleeg uw ISP als u deze niet weet.
communicatieprotocol dat gebruikt wordt om de leden van de internet protocol multicast groepen te beheren. IGMP wordt gebruikt door IP-hosts en verbonden multicast routers om multicast groepen op te stellen. U kunt de IGMP Proxy aan zetten om deze dienst te leveren. Als Enable Ping Access on WAN aangezet wordt, zal het een WAN IP-adres teruggeven bij iedere pingaanvraag van internetgebruikers.
IP Address Subnet Mask Default Gateway Het standaard IP-adres is 192.168.1.1 (aanbevolen). Vul hier uw subnet mask adres in; deze zal meestal 255.255.255.0 zijn. Vul hier uw default gateway adres in. Als u deze niet weet, kunt u uw ISP raadplegen. Gebruikers kunnen hier kiezen of zij de DHCP-service aan of uit willen zetten. De DHCP-server geeft een ongebruikt IP-adres aan een DHCP computer die hierom vraagt. Die computer dient een DHCP-cliënt te zijn, waarna het automatisch een IP-adres kan verkrijgen.
Kies hier om dynamisch DNS aan of uit te zetten. Kies hier de ISP voor de DNS. Vul een Domain Name, User Name/Email en Password/Key in. Klik vervolgens op Apply Changes om de instellingen op te slaan. Als u dit niet wilt, kunt u op Reset klikken om alle ingevulde gegevens ongedaan te maken. 5.2 Draadloze Instellingen In deze categorie kunnen Basic Settings, Advanced Settings, Security, Access Control, WDS settings, en WPS ingesteld worden. Hieronder staan de instructies voor de instellingen.
5.2.1 Draadloze Basisinstellingen De basisinstellingen voor draadloos zijn als volgt.
Onderdeel Disable Wireless LAN Interface Band Omschrijving Zet de draadloze functie uit. Kies de frequentie, er zijn 6 opties: 2.4 GHz (B/G/N/B+G/G+N/B+G+N). Kies de modus; er zijn 3 typen modus: (AP, Cliënt, WDS, AP+WDS). Mode Multiple APs biedt gebruikers nog eens 4 verschillende SSID voor verbindingen. Gebruikers kunnen de mogelijkheden voor iedere verbinding toevoegen of beperken. Zie ook sectie 5.2.1.1.
maken. 5.2.1.1 Meerdere AP’s Multiple APs biedt gebruikers nog eens 4 verschillende SSID voor verbindingen. Gebruikers kunnen de mogelijkheden voor iedere verbinding toevoegen of beperken. Onderdeel Omschrijving Enable Kies of u deze aan of uit wilt zetten. Band Kies de frequentie. SSID Kies de SSID. Data Rate Kies de gegevens verzendsnelheid. Het aanzetten van de functie biedt cliënten twee aansluitingstypen: a. LAN+WAN: Access de cliënt kan met het internet verbinden en met de 3.
5.2.1.2 Universal Repeater Mode aanzetten (Tegelijkertijd als AP en Cliënt functioneren) Stel de router in staat om zich zowel als wireless way conjunction upper level als bottom layer gebruikerslink via kabel en draadloos op te stellen. (Het IP-adres dat de bottom layer krijgt is afkomstig van de upper level).
Als het bottom layer apparaat een verbinding probeert te maken, dienen gebruikers de SSID van deze router als een relaisstation in te voeren. Het IP-adres dat het bottom layer apparaat krijgt is afkomstig van het upper level apparaat. 5.2.2 Geavanceerde Draadloze Instellingen Volg de instructies voor de geavanceerde draadloze instellingen. Onderdeel Omschrijving Om de maximumlengte van paketten te identificeren, worden te grote Fragment Threshold paketten gefragmenteerd.
Send (CTS) frame om de verzending goed te keuren. Vul het bereik met 0 tot 2347 in dit veld. Beacons zijn pakketten die worden uitgezonden door een access-point om Beacon Interval een draadloos netwerk te synchroniseren. Kies een beacon intervalwaarde. Het toegestane bereik is 20-1024 ms. PLCP staat voor Physical Layer Convergence Protocol en PPDU staat voor PLCP Protocol Data Unit. Tijdens transmissie wordt de PSDU bijgevoegd Preamble Type aan een PLCP preambule en header om de PPDU te maken.
MOBILE-ROUTER 1. Versleuteling – WEP-sleutel 1.1 WEP-sleutel instellen: Deze sectie biedt 64-bit en 128-bit WEP-versleuteling voor draadloze netwerken. Gebruikers kunnen ook ASCII en Hex gedeelde sleutelformaten kiezen om gegevens te beveiligen. MOBILE-ROUTER 802.1x-autenticatie: Dit is een beveiligingssysteem die authenticatie gebruikt om uw draadloos netwerk te beveiligen. Kies tussen WEP 64-bits en WEP 128-bits. Versleuteling – WPA (WPA, WPA2 en WPA2 Mixed).
MOBILE-ROUTER Persoonlijke (Pre-Shared Sleutel) Het Pre-Shared Sleuteltype is een ASCII-code; de lengte bedraagt tussen de 8 en 63 karakters. Als het een Hex sleutel is, bedraagt de lengte 64 karakters. MOBILE-ROUTER 2. Apply Change & Reset : Klik op Apply Change om de instellingen op te slaan. Als u dit niet wilt, kunt u op Reset klikken om alle ingevulde gegevens ongedaan te maken.
5.2.4 Draadloos Toegangsbeheer Draadloos toegangsbeheer wordt gebruikt om gebruikers toegang te verlenen of te ontkennen tot de 3.5G server router door middel van MAC-adressen; dit is optioneel. Als u Allowed Listed selecteerd kunnen alleen de cliënten wiens MAC-adres in de lijst staan toegang krijgen tot het basisstation. Als u Deny Listed selecteerd kunnen alleen de cliënten wiens MAC-adres in de lijst staan geen toegang krijgen tot het basisstation. Gebruikers kunnen deze functie aan of uitzetten.
(2) U zult zien dat het MAC-adres onder Current Access Control List verschijnt. Dit betekent dat de initiatie is voltooid. (3) Open de draadloze netwerkkaart UI en probeer te verbinden met de router. U zult zien dat de verbindingsaanvraag wordt afgewezen.
5.2.5 WDS-instellingen De draadloze basisinstellingen moeten eerst WDS aanzetten. Deze functie kan met andere AP’s communiceren door MAC-adressen in hetzelfde kanaal toe te voegen. *De volgende afbeelding biedt uitleg. *Volg de instructies om de verbinding in te stellen. (1) Controleer het MAC-adres en het kanaalnummer van het upper level apparaat.
MOBILE-ROUTER (2) Open de Wireless Basic Settings pagina en selecteer AP+WDS modus. Selecteer vervolgens het Channel Number. Klik op Apply Change om de instellingen op te slaan. Mobile-Router (3) Open de WDS Settings pagina en selecteer Enable WDS. Vul vervolgens het MAC-adres van het upper level apparaat in. Klik op Apply Changes om de instellingen op te slaan.
(4) Als de tijd is teruggeteld tot 0, zult u zien dat het MAC-adres van het upper level apparaat weergegeven wordt onder Current WDS AP List.
(5) Ga terug naar LAN Interface, schakel de DHCP optie uit en klik vervolgens Apply Change om de instellingen op te slaan.
(6) Het MAC-adres van het upper level apparaat wordt op dezelfde manier ingesteld als het MAC-adres van de router. Ga naar de WDS settings pagina van het upper level apparaat en vul het MAC-adres van de router in. Klik op Apply Changes om de instellingen op te slaan. Vul het MAC-adres van de router in. (7) Controleer na het initialiseren van het upper level apparaat de lokale netwerkverbindingen. Klik op Support om het IP-adres te bekijken dat is toegewezen door het upper level apparaat.
(8) Ga naar http://192.168.1.1 in IE browser om de GUI-pagina van het upper level apparaat te openen en de verbinding te controleren. 5.2.6 WPS WPS staat voor Wi-Fi Protected Setup en kan de procedure van de draadloze versleuteling tussen de MOBIELE-ROUTER en de draadloze netwerkkaart simplificeren. Als de draadloze netwerkkaart ook de WPS-functie ondersteunt, kunnen gebruikers de WPS auto-encryption activeren, zodat de procedure sneller verloopt.
Configuration). Deze modellen zijn goedgekeurd door de Wi-Fi Alliance. PIN-model, waarin een PIN van een sticker of van een webinterface van het WPS-apparaat genomen moet worden. De PIN moet vervolgens ingevuld worden in de AP of het cliënt WPS-apparaat om te kunnen verbinden. PBC-model, waarin gebruikers eenvoudigweg een knop in moeten drukken, ofwel een daadwerkelijke knop of een virtuele, op beiden WPS-apparaten om te kunnen verbinden. *De volgende afbeelding is de voorzijde van de MOBIELE-ROUTER.
Deze pagina ondersteunt Start PBC en Start PIN; volg de instructies voor de bediening. * Start PBC: (1) Klik op Start PBC om te verbinden met de draadloze netwerkkaart. (2) Klik op OK om het WPS-proces te starten. (3) Open de configuratiepagina van de draadloze netwerkkaart die WPS ondersteunt. Klik op Wi-Fi Protect Setup en klik vervolgens op PBC om een WPS-aansluiting te maken met de AP vanuit de WPS AP-lijst (PBC-Scanning AP).
(4) Start het WPS-proces.
netwerkinformatie van de MOBIELE-ROUTER. Dit betekent dat de WPS-verbinding tussen de draadloze netwerkkaart en de MOBIELE-ROUTER tot stand is gebracht. MOBILE-ROUTER * Start PIN: (1.) Open de configuratiepagina van de draadloze netwerkkaart om een PIN-nummer te krijgen en schrijf deze op.
(2) Open de Wi-Fi Protected Setup configuratiescherm van de MOBIELE-ROUTER, vul het PIN-nummer van de draadloze netwerkkaart in en klik vervolgens op Start PIN.
(3) Klik op OK om het process te starten. (4) Open de configuratiepagina van de draadloze netwerkkaart die WPS ondersteunt. Klik op de PIN om een WPS-verbinding te maken met de AP vanuit de WPS AP-lijst (PIN – begin associatie met WPS AP). (5) Klik op No en de USB-dongle start met het WPS-proces.
(6) WPS-proces. (7) Als u de volgende pagina ziet, is de USB-dongle al verbonden met de MOBIELE-ROUTER via de WPS-functie.
MOBILE-ROUTER 5.3 NAT 5.3.1 Visuals erver De Port forwarding service dient ter versturing van pakketten van specieke poorten naar het corresponderende IP-adres op het lokale netwerk.
Onderdeel Omschrijving Enable Port Forwarding Kies of u Port forwarding aan of uit wilt zetten. IP Address Kies het IP-adres dat de inkomende pakketten moet ontvangen. Protocol Kies het protocoltype. Port Range Vul het poortnummer in, bijvoorbeeld 80-80 of 20-22. Comment U kunt opmerkingen invoeren voor deze Port forwarding regel. Klik op Apply Changes om de instellingen op te slaan. Als u dit niet Apply Change & Reset wilt, kunt u op Reset klikken om alle ingevulde gegevens ongedaan te maken.
5.3.2 Visual DMZ Geeft de computer weer die gebruikers in staat stelt om gebruik te maken van de DMZ-instellingen. Alle pakketten van het internet worden doorgestuurd naar deze computer. Dit kan nuttig zijn voor bepaalde programma’s, maar wees voorzichtig met het gebruik ervan. DMZ (Demilitarized Zone) Host is een zone die niet gelimiteerd wordt door de firewall service. DMZ stelt u in staat om pakketten van een specifiek IP-adres naar een ander WAN IP-adres te sturen.
Onderdeel Omschrijving Enable DMZ Kies of u de DMZ aan of uit wilt zetten. DMZ Host IP Address Vul een specifiek IP-adres in voor de DMZ-host. Klik op Apply Change om de instellingen op te slaan. Als u dit niet Apply Change & Reset wilt, kunt u op Reset klikken om alle ingevulde gegevens ongedaan te maken 5.4 Firewall 5.4.
Onderdeel Omschrijving Enable Port Filtering Kies of u poortfiltering aan of uit wilt zetten. Port Range Vul het poortnummer in waarop u wilt filteren. Protocol Kies het protocoltype van de poort. Comment U kunt opmerkingen toevoegen voor deze regel. Klik op Apply Changes om de instellingen op te slaan.
*Alle cliënten binnen het lokale netwerk kunnen poort 80 niet door deze router openen. 5.4.2 IP-filtering Deze functie biedt de mogelijkheid om een specifiek IP-adres de toegang tot het internet te beperken. De computer waarvan het IP-adres in de lijst van de filtertabel staat, zal de toegang bij een toegangsverzoek door de router worden geweigerd. Dit protocol is gebasseerd op het Internet Protocol en Transmission Control Protocol.
Onderdeel Omschrijvig Enable IP Filtering Kies of u IP-filtering aan of uit wilt zetten. Local IP Address Vul het IP-adres in die u wilt filteren. Protocol Kies het protocoltype van het IP-adres. Comment U kunt opmerkingen toevoegen aan deze regel. Klik op Apply Changes om de instellingen op te slaan.
Onderdeel Omschrijving Enable MAC Filtering Kies of u MAC-filtering aan of uit wilt zetten. MAC Address Vul het MAC-adres in waarop u wilt filteren. Comment U kunt opmerkingen toevoegen voor deze regel. Klik op Apply Changes om de instellingen op te slaan. Als u dit niet Apply Change & Reset wilt, kunt u op Reset klikken om alle ingevulde gegevens ongedaan te maken Current Filter Table Geeft een overzicht van alle MAC-adressen waarop momenteel gefilterd wordt.
Onderdeel Omschrijving Enable URL Filtering Kies of u URL-filtering aan of uit wilt zetten. URL Address Vul de URL-adressen in waarop u wilt filteren. Klik op Apply Changes om de instellingen op te slaan. Als u dit niet Apply Change & Reset wilt, kunt u op Reset klikken om alle ingevulde gegevens ongedaan te maken. Current Filter Table Geeft een overzicht van alle URL-adressen waarop momenteel gefilterd wordt.
MOBILE-ROUTER MOBILE-ROUTER Onderdeel Omschrijving Enable Samba Server Kies of u de Sambaserver aan of uit wilt zetten. Workgroup Name Vul de werkgroepnaam in, de standaard is Workgroup. Server Name Vul de servernaam in, de standaard is MOBIELE-ROUTER. Server Omschrijving U kunt hier een omschrijving van de server invoeren. Klik op Apply Changes om de instellingen op te slaan. Als u dit niet Apply Changes & Reset wilt, kunt u op Reset klikken om alle ingevulde gegevens ongedaan te maken.
5.5.1.1 De gedeelde map openen Volg de volgende stappen. Stap 1: Klik op Start en selecteer Run. Stap 2: Vul in de adresbalk het volgende IP-adres in: \\192.168.1.1.
Stap 3: Het volgende scherm zal verschijnen waarin de intern gedeelde gegevens kunnen worden geopend. Let op: 1. Als een USB-flash of harde schijf is aangesloten en de sambaserver functie aan staat, zal deze weergegeven worden als een sambamap. 2. Als een USB-printer is aangesloten en de printerserver functie aan staat, zal deze weergegeven worden met een printericoon. 5.5.
Enable Anonymous to Login Enable FTP Access from WAN Kies of u anomiemen inloggen toe wilt staan. Kies of u FTP-toegang toe wilt staan vanuit WAN. Vul hier de FTP command transfer service poort in; standaard is dit FTP Server Port 21. Als u dit poortnummer wijzigt, moet u ook de poortinstellingen van uw FTP-cliënt wijzigen. Vul hier een tijdwaarde in waarop de FTP-server automatisch uit gaat; Idle Connection Time-Out als er geen waarde wordt opgegeven geldt er geen limiet.
Onderdeel Omschrijving Enable Webcam Server Kies of u de webcamserver aan of uit wilt zetten. Access from WAN Kies of u toegang tot de webcamserver toe wilt staan vanuit WAN. Image format Het formaat is 320 x 240 pixels. Preview Druk op deze knop voor een voorbeeldweergave van de webcam. Record Setting Apply Change & Reset 5.5.3.2 Zie de gedetailleerde geavanceerde instellingen onder “5.5.3.2 Webcam Geavanceerde Configuratie”. Klik op Apply Change om de instellingen op te slaan.
Remote FTP user Remote FTP password Remote FTP Directory Vul de gebruikersnaam in die gebruikt moet worden bij het opslaan van de webcamafbeeldingen op de FTP-server. Vul het wachtwoord van de Remote FTP in. Specificeer de map waarin de webcamafbeeldingen opgeslagen moeten worden. Klik op de Back knop om terug te gaan naar het basisinstellingenscherm Back van de webcam. Apply Changes & Reset 5.5.3.3 Klik op Apply Changes om de instellingen op te slaan.
Bekijk uw Webcam via WAN Vul het WAN IP-adres in in een internetbrowser en u zult uw persoonlijke loginpagina zien. Vul hier uw gebruikersnaam en wachtwoord in. Na het inloggen onder Personal Panel, zult u uw persoonlijke Control panel pagina zien, zoals ook hieronder weergegeven. Klik vervolgens op My Webcam. Klik op Personal Panel om deze te openen. Een nieuw scherm zal de webcam weergeven, zoals ook hieronder weergegeven.
5.5.3.3.2 Webcam Opname 5.5.3.3.2.1 Administrator De MOBIELE-ROUTER kan ook het webcambeeld opnemen. De instellingen hiervoor kunnen alleen door de Administrator ingesteld worden. Selecteer Web Camera Server in het hoofdmenu en zet deze functie aan. Klik op de Record knop voor de overige instellingen. Gebruik deze pagina om de geavanceerde configuratie van de webcam in te stellen en het webcambeeld op te slaan op uw USB-harde schijf of FTP-server.
Als u Administrator bent, kunt u alle afbeeldingen bekijken die zijn opgenomen door de webcam. Ga hiervoor naar Folder Management en klik op Disk Explorer om de gehele map te bekijken inclusief de opgenomen webcambeelden. Nadat u op Disk Explorer heeft geklikt, zal een scherm verschijnen waarin de mappen als volgt worden weergegeven.
5.5.3.3.2.2 Persoonlijk Gebruik Als Administrator kunnen alle gebruikers alle door de webcam opgenomen beelden zien onder My Document. Log in op uw persoonlijke account om uw eigen map te bekijken door op My Document te klikken. Nadat u op My Document heeft geklikt, zal het onderstaande scherm verschijnen. U kunt hier bestanden opslaan.
Let op: Als u de map op de FTP-server niet kunt openen, kunt u als Administrator de instellingen van uw FTP & Webcam priviliges aanpassen. 5.5.4 Printerserver De twee USB-poorten op de MOBIELE-ROUTER kunnen gebruikt worden om printers op aan te sluiten die gedeeld kunnen worden met het lokale netwerk. Volg onderstaande stappen om uw PC in te stellen voor een verbinding met een printerserver. Onderdeel Omschrijving Enable Printer Server Kies of u de printerserver aan of uit wilt zetten.
5.5.4.1 Printerinstellingen op PC Na het aanzetten van de printerserver bij de snelle instellingen en de printer serverconfiguratie, kunt u de volgende stappen volgen om de LPR instellingen op uw PC juist in te stellen. (Onderstaand voorbeeld is voor het Windows XP besturingssysteem.) Stap 1: Ga naar Start > Printers and Faxes om een printer toe te voegen. Stap 2: Klik op Add a printer.
Stap 3: Klik op Next. Stap 4: Klik op Local printer attached to this computer en klik vervolgens op Next.
Stap 5: Klik op Create a new port, selecteer Standaard TCP/IP Port en klik vervolgens op Next.
Stap 6: Klik op Next. Stap 7: Vul het IP-adres van de MOBIELE-ROUTER in: 192.168.1.1 (Routermodus) en klik vervolgens op Next.
Stap 8: Selecteer Custom, klik op Settings en klik vervolgens op Next.
Stap 9: Selecteer LPR en geef deze dezelfde Queue Name naam als die bij de USB-printernaam wordt weergegeven. Vink LPR Byte Counting Enabled aan en klik tenslotte op de OK knop. Dient gelijk te zijn aan de printernaam; zie ook “3.2.
Stap 10: Klik op Finish.
Stap 11: Selecteer onder Manufacturer en Printers uw printer. Als uw printer niet in de table staat, installer dan de driver-CD en klik vervolgens op de Have Disk… knop om de installatie te beginnen. Klik anders op de Next knop om de instellingen af te ronden.
Stap 12: Klik op de Finish knop om de instellingen van de printerserver te voltooien. 5.6 Systeembeheer Er zijn 6 pagina’s: Wijzig Wachtwoord, Firmware Update, Profiel Opslaan, Tijdzone Instellingen, UPnP-instellingen en Taalinstellingen. Deze opdeling helpt gebruikers bij het maken van gedetailleerde instellingen.
5.6.1 Wijzig Wachtwoord Gebruikers kunnen onder Change Password hun wachtwoord wijzigen. Vul het wachtwoord en een bevestiging in. Klik op Apply Change om de instellingen op te slaan. Als u dit niet wilt, kunt u op Reset klikken om alle ingevulde gegevens ongedaan te maken 5.6.
De Firmware Upgrade functie kan de firmware van de router updaten. Er zijn bepaalde risico’s bij het uitvoeren van een firmware update. Het uitvoeren van een firmware update wordt niet aanbevolen tenzij er een aanzienlijke fout is gevonden en gepubliceerd is op de officiële website. Als u van mening bent dat de router vreemd werkt en dat dit niet veroorzaakt wordt door de ISP of de omgeving, ga dan naar de website (www.unisupport.net ) om te zien of er een nieuwere firmware versie is.
5.6.3 Profiel Opslaan Gebruikers kunnen het instellingenprofiel opslaan of hersetten en naar de standaard fabrieksinstellingen herstellen door te resetten. Opslaan op computer Herstellen naar standaard a.
(2) Klik op Save om de configuratie op uw computer op te slaan. (3) Kies de plaats waar u het bestand op wilt slaan en klik vervolgens op Save.
b. Open Configuratiebestand (1) Klik op Browser (2) Selecteer het configuratiebestand en klik vervolgens op Open.
(3) Klik op Upload om het configuratiebestand naar de MOBIELE-ROUTER te uploaden. (4) De MOBIELE-ROUTER zal na 90 seconden het process afronden en opnieuw opstarten. Klik op Administrator om in te loggen.
(C) Standaard fabrieksinstellingen herstellen 1. Klik op Reset (2) Klik op OK om te beginnen met het herstellen van de standaard fabrieksintellingen van de MOBIELE-ROUTER.
(3) De MOBIELE-ROUTER zal na 90 seconden het process afronden en opnieuw opstarten. Klik op Administrator om in te loggen. 5.6.4 Tijdzone Instellingen Deze functie stelt gebruikers in staat om de tijdzone en NTP-server te selecteren. De tijd kan handmatig of via de NTP-server aangepast worden.
Selecteer de tijdzone Onderdeel Omschrijving Current Time De tijd kan handmatig ingevoerd worden. Time Zone Select Selecteer de tijdzone. Enable NTP cliënt update Kies of u de NTP cliëntupdate aan of uit wilt zetten. Automatically Adjust Kies of u de automatische daglicht besparing aan of uit wilt zetten. Daylight Saving NTP Server Selecteer de NTP-server uit het drop-down menu of vul het IP-adres van de NTP-server handmatig in.
MOBILE-ROUTER 5.6.6 Taalinstellingen De MOBIELE-ROUTER biedt gebruikers de mogelijkheid om uit 12 talen te kiezen. De taal van de configuratie-interface kan gewijzigd worden. Klik op Apply Change na het selecteren van de taal.
Wanneer u bijvoorbeeld Koreaans gebruikt, zal het scherm de gekozen taal weergeven nadat het aftellen is afgerond. Waarschuwing: Na het aftellen kunt u op Ctrl+F5 drukken om de pagina te vernieuwen. Voer dit uit wanneer delen van de tekst niet vertaald zijn. 5.6.7 Gebruikersbeheer Gebruikers kunnen ieder programma, zoals My Status, My Webcam en My Document onafhankelik gebruiken. Deze sectie gaat in op de gebruikersprivileges.
Onderdeel Omschrijving User Name Vul een nieuwe gebruikersnaam in. Password Stel het wachtwoord van de gebruiker in. Access Right Stel de privileges met betrekking tot webcam en FTP-server in. Add & Reset Klik op de ADD knop om de instellingen toe voegen aan de lijst. Als u dit niet wilt, kunt u op Reset klikken om alle ingevulde gegevens ongedaan te maken. 5.6.
1. Selecteer de USB-schijf en klik op de Mount knop om alle schijven te vernieuwen voordat u de schijf partitioneert. Vervolgens zal de Unplug knop verschijnen. 2. Om een schijf te partitioneren/formatteren, kunt u de schijf selecteren en op de Format knop klikken. 3. Als u de gegevens op de schijf wilt bekijken, kunt u op Disk Explorer klikken en vervolgens worden alle mappen op de schijven weergegeven. Let op: Voor het ontpluggen van de USB-apparaten dient u eerst op de Unplug knop te klikken. 5.
Mobile-Router 5.7.2 Gebeurtenissenlogboek In deze pagina kunt u het gebeurtenissenlogboek inschakelen. Kies hier of u het gebeurtenissenlogboek aan of uit wilt zetten. Onderdeel Omschrijving Enable Log Kies of u het gebeurtenissenlogboek aan of uit wilt zetten. System all, Wireless, DoS Kies de gebeurtenis die u wilt bijhouden. Enable Remote Log Kies of u het gebeurtenissenlogboek op afstand aan of uit wilt zetten.
5.8 Uitloggen In deze pagina’s kunnen gebruikers uitloggen.
Hoofdstuk 6. Geavanceerde Configuratie voor AP-modus 6.1 IP Config In deze categorie kunnen de IP-regels onder AP-modus ingesteld worden. 6.1.1 LAN-instellingen Klik op LAN of IP Config en volg de onderstaande instellingen. 6.1.2 LAN-interface Instellingen In deze pagina kan het lokale netwerk, dat aansluit op de LAN-poort van uw AP, geconfigureerd worden. De instellingen voor IP-adres, subnet mask, DHCP enz. kunnen hier gewijzigd worden.
Device Name Naam van de MOBIELE-ROUTER. IP Address Het standaard IP-adres is 192.168.1.254 (aanbevolen). Subnet Mask Vul hier uw subnet mask adres in; deze zal meestal 255.255.255.0 zijn. Default Gateway Vul hier uw default gateway adres in. Als u deze niet weet, kunt u uw ISP raadplegen. Gebruikers kunnen hier kiezen of zij de DHCP-service aan of uit willen DHCP zetten. De DHCP-server geeft een ongebruikt IP-adres aan een computer die hierom vraagt.
6.2 Draadloze Instellingen In deze categorie kunnen Basic Settings, Advanced Settings, Security, Access Control, WDS settings, en WPS ingesteld worden. Hieronder staan de instructies voor de instellingen. 6.2.1 Draadloze Basisinstellingen De basisinstellingen voor draadloos zijn als volgt.
MOBILE-ROUTER Onderdeel Omschrijving Disable Wireless LAN Interface Zet de draadloze functie uit. Kies de frequentie, er zijn 6 opties: 2.4 GHz Band (B/G/N/B+G/G+N/B+G+N). Kies de modus; er zijn 3 typen modus: (AP, Cliënt, WDS, AP+WDS). Mode Multiple APs biedt gebruikers nog eens 4 verschillende SSID voor verbindingen. Gebruikers kunnen de mogelijkheden voor iedere verbinding toevoegen of beperken. (Zie ook Opmerking 1).
niet wilt, kunt u op Reset klikken om alle ingevulde gegevens ongedaan te maken. Opmerking. 1. Meerdere AP’s Multiple APs biedt gebruikers nog eens 4 verschillende SSID voor verbindingen. Gebruikers kunnen de mogelijkheden voor iedere verbinding toevoegen of beperken. Onderdeel Omschrijving Enable Kies of u deze aan of uit wilt zetten. Band Kies de frequentie. SSID Kies de SSID. Data Rate Kies de gegevens verzendsnelheid. Broadcast SSID Kies of u broadcast SSID aan of uit wilt zetten.
De cliënt kan zoeken naar MultipleAP_1 (LAN+WAN) en ermee verbinden. Als de verbinding succesvol is, zal een bericht dit aangeven bij de overige gebruikers. 2. Universal Repeater Mode aanzetten (Tegelijkertijd als AP en Cliënt functioneren) Stel de router in staat om zich zowel als wireless way conjunction upper level als bottom layer gebruikerslink via kabel en draadloos op te stellen. (Het IP-adres dat de bottom layer krijgt is afkomstig van de upper level).
MOBILE-ROUTER Gebruikers kunnen naar de networkconfiguratie categorie gaan en de informatie van de upper level in de Wireless Repeater Interface Configuration bekijken. MOBILE-ROUTER Als het bottom layer apparaat een verbinding probeert te maken, dienen gebruikers de SSID van deze router als een relaisstation in te voeren. Het IP-adres dat het bottom layer apparaat krijgt is afkomstig van het upper level apparaat.
6.2.2 Geavanceerde Draadloze Instellingen Volg de instructies voor de geavanceerde draadloze instellingen. Onderdeel Omschrijving Om de maximumlengte van paketten te identificeren, worden te grote Fragment Threshold paketten gefragmenteerd. Het toegestande bereik is 256-2346 en de standaardlengte is 2346. Deze waarde dient op de standaardwaarde van 2347 te blijven. Het bereik is 0~2347. Als u inconsistente gegevensstromen tegenkomt, worden slechts kleine aanpassingen aanbevolen.
intervalwaarde. Het toegestane bereik is 20-1024 ms. Preambule is het eerste subveld van PPDU, wat het juiste ‘frame format form transmission’ is naar PHY (fysieke laag). Er zijn twee Preamble Type mogelijkheden: Short Preamble en Long Preamble. De korte preambule optie verbetert de verwerkingsprestaties. Kies tussen de korte of lange preambule. IAPP staat voor Inter-Access Point Protocol en is een aanbevolen optie IAPP die een optionele extentie is van IEEE 802.
Deze sectie biedt 64-bit en 128-bit WEP-versleuteling voor draadloze netwerken. Gebruikers kunnen ook ASCII en Hex gedeelde sleutelformaten kiezen om gegevens te beveiligen. MOBILE-ROUTER b. 802.1x-autenticatie Dit is een beveiligingssysteem die authenticatie gebruikt om uw draadloos netwerk te beveiligen. Kies tussen WEP 64-bits en WEP 128-bits. ii. Versleuteling – WPA, WPA2 en WPA2 Mixed a. Enterprise (RADIUS) Vul de RADIUS serverpoort, het IP-adres en het wachtwoord in. MOBILE-ROUTER b.
Het Pre-Shared Sleuteltype is een ASCII-code; de lengte bedraagt tussen de 8 en 63 karakters. Als het een Hex sleutel is, bedraagt de lengte 64 karakters. MOBILE-ROUTER Apply Change & Reset : Klik op Apply Change om de instellingen op te slaan. Als u dit niet wilt, kunt u op Reset klikken om alle ingevulde gegevens ongedaan te maken.
6.2.4 Draadloos Toegangsbeheer Draadloos toegangsbeheer wordt gebruikt om gebruikers toegang te verlenen of te ontkennen tot de 3.5G server router door middel van MAC-adressen; dit is optioneel. Als u Allowed Listed selecteerd kunnen alleen de cliënten wiens MAC-adres in de lijst staan toegang krijgen tot het basisstation. Als u Deny Listed selecteerd kunnen alleen de cliënten wiens MAC-adres in de lijst staan geen toegang krijgen tot het basisstation. Gebruikers kunnen deze functie aan of uitzetten.
(2) U zult zien dat het MAC-adres onder Current Access Control List verschijnt. Dit betekent dat de initiatie is voltooid.
(3) Open de draadloze netwerkkaart UI en probeer te verbinden met de router. U zult zien dat de verbindingsaanvraag wordt afgewezen.
6.2.5 WDS-instellingen De draadloze basisinstellingen moeten eerst WDS aanzetten. Deze functie kan met andere AP’s communiceren door MAC-adressen in hetzelfde kanaal toe te voegen. *De volgende afbeelding biedt uitleg.
*Volg de instructies om de verbinding in te stellen. (1) Controleer het MAC-adres en het kanaalnummer van het upper level apparaat. MOBILE-ROUTER (2) Open de Wireless Basic Settings pagina en selecteer AP+WDS modus. Selecteer vervolgens het Channel Number. Klik op Apply Change om de instellingen op te slaan.
(3) Open de WDS Settings pagina en selecteer Enable WDS. Vul vervolgens het MAC-adres van het upper level apparaat in. Klik op Apply Change om de instellingen op te slaan. (4) Als de tijd is teruggeteld tot 0, zult u zien dat het MAC-adres van het upper level apparaat weergegeven wordt onder Current WDS AP List.
(5) Ga terug naar LAN Interface, schakel de DHCP optie uit en klik vervolgens Apply Change om de instellingen op te slaan.
MOBILE-ROUTER (6) Het MAC-adres van het upper level apparaat wordt op dezelfde manier ingesteld als het MAC-adres van de router. Ga naar de WDS settings pagina van het upper level apparaat en vul het MAC-adres van de router in. Klik op Apply Change om de instellingen op te slaan. Vul het MAC-adres van de router in.
(7) Controleer na het initialiseren van het upper level apparaat de lokale netwerkverbindingen. Klik op Support om het IP-adres te bekijken dat is toegewezen door het upper level apparaat. (8) Ga naar http://192.168.1.1 in IE browser om de GUI-pagina van het upper level apparaat te openen en de verbinding te controleren.
6.2.6 WPS WPS staat voor Wi-Fi Protected Setup en kan de procedure van de draadloze versleuteling tussen de MOBIELE-ROUTER en de draadloze netwerkkaart simplificeren. Als de draadloze netwerkkaart ook de WPS-functie ondersteunt, kunnen gebruikers de WPS auto-encryption activeren, zodat de procedure sneller verloopt. WPS ondersteunt 2 modellen: PIN (Personal Information Number) en PBC (Push Button Configuration). Deze modellen zijn goedgekeurd door de Wi-Fi Alliance.
cliënt een overeenkomst vindt, wordt de verbinding gemaakt. Het verbinden via WPS is langzamer dan bij het PIN-model vanwege deze extra stap. Gebruikers dienen ook de informatie van de draadloze netwerkkaart in de registerinterface in te voeren. Als gebruikers fouten maken tijdens het invoeren, kunnen er fouten optreden bij de verbinding. Bij het PBC-model dienen gebruikers uitsluitend de WPS-knop in te drukken aan beiden kanten om een verbinding te maken. Dit is gemakkelijker in het gebruik.
(3) Open de configuratiepagina van de draadloze netwerkkaart die WPS ondersteunt. Klik op Wi-Fi Protect Setup en klik vervolgens op PBC om een WPS-aansluiting te maken met de AP vanuit de WPS AP-lijst (PBC-Scanning AP).
(4) Start het WPS-proces. (5) Na het succesvol afronden van de WPS-configuratie, krijgt de draadloze USB-dongle netwerkinformatie van de MOBIELE-ROUTER. Dit betekent dat de WPS-verbinding tussen de draadloze netwerkkaart en de MOBIELE-ROUTER tot stand is gebracht.
* Start PIN: (1.) Open de configuratiepagina van de draadloze netwerkkaart om een PIN-nummer te krijgen en schrijf deze op.
(2) Open de Wi-Fi Protected Setup configuratiescherm van de MOBIELE-ROUTER, vul het PIN-nummer van de draadloze netwerkkaart in en klik vervolgens op Start PIN. (3) Klik op OK om het process te starten. (4) Open de configuratiepagina van de draadloze netwerkkaart die WPS ondersteunt. Klik op de PIN om een WPS-verbinding te maken met de AP vanuit de WPS AP-lijst (PIN – begin associatie met WPS AP).
(5) Klik op No en de USB-dongle start met het WPS-proces.
(6) WPS-proces. 6.3 Server De MOBIELE-ROUTER biedt Sambaserver, FTP-server, Webcamserver en Printerserver programma’s. 6.3.1 Sambaserver Ondersteunt NetBIOS Protocol; dit is de mogelijkheid om voor gebruikers bestanden of printers te delen die weergegeven worden onder My Network Places. Zorg ervoor dat opslagapparaten en printers via een USB-poort verbonden zijn met de router en al geïnstalleerd zijn.
Workgroup Name Vul de werkgroepnaam in, de standaard is Workgroup. Server Name Vul de servernaam in, de standaard is MOBIELE-ROUTER. Server Omschrijving U kunt hier een omschrijving van de server invoeren. Klik op Apply Change om de instellingen op te slaan. Als u dit niet wilt, Apply Change & Reset kunt u op Reset klikken om alle ingevulde gegevens ongedaan te maken. 6.3.1.1 De gedeelde map openen Volg de volgende stappen. Stap 1: Klik op Start en selecteer Run.
Stap 2: Vul in de adresbalk het volgende IP-adres in: \\192.168.1.1. Stap 3: Het volgende scherm zal verschijnen waarin de intern gedeelde gegevens kunnen worden geopend. Let op: 3. Als een USB-flash of harde schijf is aangesloten en de sambaserver functie aan staat, zal deze weergegeven worden als een sambamap. 4. Als een USB-printer is aangesloten en de printerserver functie aan staat, zal deze weergegeven worden met een printericoon. 6.3.
Onderdeel Omschrijving Enable FTP Server Kies of u de FTP-server aan of uit wilt zetten. Enable Anonymous to Login Kies of u anomiemen inloggen toe wilt staan. Enable FTP Access from WAN Kies of u FTP-toegang toe wilt staan vanuit WAN. Vul hier de FTP command transfer service poort in; standaard is dit FTP Server Port 21. Als u dit poortnummer wijzigt, moet u ook de poortinstellingen van uw FTP-cliënt wijzigen.
6.3.3.1 Webcamserver Basisinstellingen Onderdeel Omschrijving Enable Webcam Server Kies of u de webcamserver aan of uit wilt zetten. Access from WAN Kies of u toegang tot de webcamserver toe wilt staan vanuit WAN. Image format Het formaat is 320 x 240 pixels. Preview Druk op deze knop voor een voorbeeldweergave van de webcam. Record Setting Zie de gedetailleerde geavanceerde instellingen onder “6.3.3.2 Webcam Geavanceerde Configuratie”.
6.3.3.2 Webcamserver Geavanceerde Instellingen Klik op de Record Setting knop en het volgende scherm zal verschijnen. Onderdeel Save image interval Omschrijving Het tijdsinterval voor het opslaan van afbeeldingen kan hier ingesteld worden. De standaardwaarde is 5 seconden. Geef hier de opslaglocatie van de webcamafbeeldingen op; de Server Location mogelijkheden zijn USB HDD of Remote FTP. Als u voor Remote FTP kies, dient u verder te gaan met de Remote FTP instellingen.
6.3.3.3 Gebruik van de Webcam 6.3.3.3.1 Gebruik van de Webcam Uw huis bekijken met een webcam via de MOBIELE-ROUTER. De MOBIELE-ROUTER kan foto’s nemen en toezicht houden en alle afbeeldingen op een USB-harde schijf opslaan om deze later opnieuw te bekijken. Veelal op de markt gebracht als bewakingstoepassing voor huis of kantoorbeveiliging. Netwerkwebcams worden nu gebruikt door vooroplopende gebruikers voor meer persoonlijke behoeften, zoals het toezicht houden op kinderen en huisdieren.
Een nieuw scherm zal de webcam weergeven, zoals ook hieronder weergegeven. 6.3.3.3.2 Webcam Opname 6.3.3.3.2.1 Administrator De MOBIELE-ROUTER kan ook het webcambeeld opnemen. De instellingen hiervoor kunnen alleen door de Administrator ingesteld worden. Selecteer Web Camera Server in het hoofdmenu en zet deze functie aan. Klik op de Record knop voor de overige instellingen.
Gebruik deze pagina om de geavanceerde configuratie van de webcam in te stellen en het webcambeeld op te slaan op uw USB-harde schijf of FTP-server. Als u Administrator bent, kunt u alle afbeeldingen bekijken die zijn opgenomen door de webcam. Ga hiervoor naar Folder Management en klik op Disk Explorer om de gehele map te bekijken inclusief de opgenomen webcambeelden.
Nadat u op Disk Explorer heeft geklikt, zal een scherm verschijnen waarin de mappen als volgt worden weergegeven. Alle afbeeldingen worden opgeslagen in de map webcam_recorded_files. Open een bestand om dit te controleren.
6.3.3.3.2.2 Persoonlijk Gebruik Als Administrator kunnen alle gebruikers alle door de webcam opgenomen beelden zien onder My Document. Log in op uw persoonlijke account om uw eigen map te bekijken door op My Document te klikken. Nadat u op My Document heeft geklikt, zal het onderstaande scherm verschijnen. U kunt hier bestanden opslaan. Let op: Als u de map op de FTP-server niet kunt openen, kunt u als Administrator de instellingen van uw FTP & Webcam priviliges aanpassen.
6.3.4 Printerserver De twee USB- poorten op de MOBIELE-ROUTER kunnen gebruikt worden om printers op aan te sluiten die gedeeld kunnen worden met het lokale netwerk. Volg onderstaande stappen om uw PC in te stellen voor een verbinding met een printerserver. Onderdeel Enable Printer Server Omschrijving Kies of u de printerserver aan of uit wilt zetten. Het printermodel zal weergegeven worden als de USB-printer wordt Printer Model aangesloten. Printer Name Vul een printernaam naar uw voorkeur in.
Stap 1: Ga naar Start > Printers and Faxes om een printer toe te voegen. Stap 2: Klik op Add a printer.
Stap 3: Klik op Next. Stap 4: Klik op Local printer attached to this computer en klik vervolgens op Next.
Stap 5: Klik op Create a new port, selecteer Standaard TCP/IP Port en klik vervolgens op Next. Stap 6: Klik op Next.
Stap 7: Vul het IP-adres van de MOBIELE-ROUTER in: 192.168.1.1 (Routermodus) en klik vervolgens op Next. Stap 8: Selecteer Custom, klik op Settings en klik vervolgens op Next.
Stap 9: Selecteer LPR en geef deze dezelfde Queue Name naam als die bij de USB-printernaam wordt weergegeven. Vink LPR Byte Counting Enabled aan en klik tenslotte op de OK knop.
Dient gelijk te zijn aan de printernaam; zie ook “6.3.4 Printerserver Instellingen” Stap 10: Klik op Finish.
Stap 11: Selecteer onder Manufacturer en Printers uw printer. Als uw printer niet in de table staat, installer dan de driver-CD en klik vervolgens op de Have Disk… knop om de installatie te beginnen.
de Next knop om de instellingen af te ronden. Stap 12: Klik op de Finish knop om de instellingen van de printerserver te voltooien.
6.4 Systeembeheer Er zijn 6 pagina’s: Wijzig Wachtwoord, Firmware Update, Profiel Opslaan, Tijdzone Instellingen, UPnP-instellingen en Taalinstellingen. Deze opdeling helpt gebruikers bij het maken van gedetailleerde instellingen.
6.4.1 Wijzig Wachtwoord Gebruikers kunnen onder Change Password hun wachtwoord wijzigen. Vul het wachtwoord en een bevestiging in. Klik op Apply Change om de instellingen op te slaan. Als u dit niet wilt, kunt u op Reset klikken om alle ingevulde gegevens ongedaan te maken 6.4.2 Firmware Update De Firmware Upgrade functie kan de firmware van de router updaten. Er zijn bepaalde risico’s bij het uitvoeren van een firmware update.
Download de firmware eerst naar uw PC en upload het vervolgens naar de router. Waarschuwing: Om een onderbreking door andere draadloze signalen en hieruit voortvloeiende fouten bij de firmware update te voorkomen, raden wij gebruikers aan om gebruik te maken van een verbinding met een kabel tijdens het updaten. Waarschuwing: De firmware update zal uw eerdere instellingen niet verwijderen. *Resetknop: Op de achterkant van deze router is een resetknop.
Opslaan op computer Herstellen naar standaard a. Configuratie opslaan (1) Klik op Save (2) Klik op Save om de configuratie op uw computer op te slaan.
(3) Kies de plaats waar u het bestand op wilt slaan en klik vervolgens op Save. b.
(2) Selecteer het configuratiebestand en klik vervolgens op Open. (3) Klik op Upload om het configuratiebestand naar de MOBIELE-ROUTER te uploaden.
(4) De MOBIELE-ROUTER zal na 90 seconden het process afronden en opnieuw opstarten. Klik op Administrator om in te loggen. (C) Standaard fabrieksinstellingen herstellen 1.
(2) Klik op OK om te beginnen met het herstellen van de standaard fabrieksintellingen van de MOBIELE-ROUTER. (3) De MOBIELE-ROUTER zal na 90 seconden het process afronden en opnieuw opstarten. Klik op Administrator om in te loggen.
6.4.4 Tijdzone Instellingen Deze functie stelt gebruikers in staat om de tijdzone en NTP-server te selecteren. De tijd kan handmatig of via de NTP-server aangepast worden. Selecteer de tijdzone Onderdeel Omschrijving Current Time De tijd kan handmatig ingevoerd worden. Time Zone Select Selecteer de tijdzone. Enable NTP cliënt update Kies of u de NTP cliëntupdate aan of uit wilt zetten.
Automatically Adjust Daylight Kies of u de automatische daglicht besparing aan of uit wilt zetten. Saving NTP Server Selecteer de NTP-server uit het drop-down menu of vul het IP-adres van de NTP-server handmatig in. Apply Changes & Reset & Klik op Apply Changes om de instellingen op te slaan. Als u dit niet Refresh wilt, kunt u op Reset klikken om alle ingevulde gegevens ongedaan te maken U kunt ook op Refresh klikken om de systeemtijd te updaten. 6.4.
MOBILE-ROUTER 6.4.6 Taalinstellingen De MOBIELE-ROUTER biedt gebruikers de mogelijkheid om uit 12 talen te kiezen. De taal van de configuratie-interface kan gewijzigd worden. Klik op Apply Changes na het selecteren van de taal. Wanneer u bijvoorbeeld Koreaans gebruikt, zal het scherm de gekozen taal weergeven nadat het aftellen is afgerond. Waarschuwing: Na het aftellen kunt u op Ctrl+F5 drukken om de pagina te vernieuwen. Voer dit uit wanneer delen van de tekst niet vertaald zijn.
6.4.7 Gebruikersbeheer Gebruikers kunnen ieder programma, zoals My Status, My Webcam en My Document onafhankelik gebruiken. Deze sectie gaat in op de gebruikersprivileges. De gebruikersprivileges worden weergegeven in de gebruikersaccountslijst en kunnen gewijzigd of verwijderd worden door op de relevante tekst te klikken. Onderdeel Omschrijving User Name Vul een nieuwe gebruikersnaam in. Password Stel het wachtwoord van de gebruiker in.
1. Selecteer de USB-schijf en klik op de Mount knop om alle schijven te vernieuwen voordat u de schijf partitioneert. Vervolgens zal de Unplug knop verschijnen. 2. Om een schijf te partitioneren/formatteren, kunt u de schijf selecteren en op de Format knop klikken. 3. Als u de gegevens op de schijf wilt bekijken, kunt u op Disk Explorer klikken en vervolgens worden alle mappen op de schijven weergegeven. Let op: Voor het ontpluggen van de USB-apparaten dient u eerst op de Unplug knop te klikken. 6.
6.5.1 Netwerkconfiguratie In deze pagina kunt u de internetstatus bekijken, waaronder de firmwareversie, draadloze instellingen, verbindingstijd, WAN, TCP/IP … informatie. MOBILE-ROUTER 6.5.2 Event Log In deze pagina kunt u het gebeurtenissenlogboek inschakelen.
Kies hier of u het gebeurtenissenlogboek aan of uit wilt zetten. Onderdeel Omschrijving Enable Log Kies of u het gebeurtenissenlogboek aan of uit wilt zetten. System all, Wireless, & DoS Kies de gebeurtenis die u wilt bijhouden. Enable Remote Log Kies of u het gebeurtenissenlogboek op afstand aan of uit wilt zetten. Log Server IP Address Vul hier het IP-adres van de gebeurtenissenlogboek server in. Klik op Apply Change om de instellingen op te slaan.
6.6 Uitloggen Klik op Apply Change om uit te loggen. Hoofdstuk 7. Geavanceerde Configuratie voor Wi-Fi AP-modus 7.1 IP Config In deze categorie kunnen de IP-regels onder voor de 3.5G server router ingesteld worden; dit bevat ook de configuratie van LAN. 7.1.1 IP Config -- LAN 7.1.
In deze pagina kan het lokale netwerk, dat aansluit op de LAN-poort van uw AP, geconfigureerd worden. De instellingen voor IP-adres, subnet mask, DHCP enz. kunnen hier gewijzigd worden. MOBILE-ROUTER Onderdeel Omschrijving Device Name Naam van het apparaat. IP Address Het standaard IP-adres is 192.168.1.254 (aanbevolen). Subnet Mask Default Gateway Vul hier uw subnet mask adres in; deze zal meestal 255.255.255.0 zijn. Vul hier uw default gateway adres in.
Klik op Apply Changes om de instellingen op te slaan. Als u dit niet Apply Change & Reset wilt, kunt u op Reset klikken om alle ingevulde gegevens ongedaan te maken. 7.2 Draadloze Instellingen In deze categorie kunnen Basic Settings, Advanced Settings, Security, Access Control, WDS settings, en WPS ingesteld worden. Hieronder staan de instructies voor de instellingen. 7.2.1 Draadloze Basisinstellingen De basisinstellingen voor draadloos zijn als volgt.
MOBILE-ROUTER MOBILE-ROUTER Onderdeel Disable Wireless Omschrijving LAN Interface Band Mode Network Type SSID Channel Width Control Sideband Zet de draadloze functie uit. Kies de frequentie, er zijn 6 opties: 2.4 GHz (B/G/N/B+G/G+N/B+G+N). In Wi-Fi AP-modus wordt alleen cliëntmodus ondersteunt. Selecteer het netwerktype; de mogelijkheden zijn: Infrastructure en Ad hoc. SSID staat voor Service Set Identifier; de standaard SSID is MOBIELE-ROUTER. Gebruikers kunnen iedere SSID definieren.
Ethernet Cliënt) Enable Universal Repeater Stel de router in staat om zich zowel als wireless way conjunction Mode (Action as AP and upper level als bottom layer gebruikerslink via kabel en draadloos op te Cliënt simultaneously) stellen. (Zie ook Opmerking 2). SSID of Extended Interface Terwijl het upper level apparaat draadloos wordt verbonden, kan de SSID ingesteld worden om de bottom layer gebruiker te laten zoeken. Klik op Apply Changes om de instellingen op te slaan.
MOBILE-ROUTER Waarschuwing: Als de draadlozeversleuteling aan staat, kunnen de upper level en lagere apparaten ook met elkaar verbinden als de versleutelingstypen niet hetzelfde zijn. 7.2.2 Geavanceerde Draadloze Instellingen Volg de instructies voor de geavanceerde draadloze instellingen.
paketten gefragmenteerd. Het toegestande bereik is 256-2346 en de standaardlengte is 2346. Deze waarde dient op de standaardwaarde van 2347 te blijven. Het bereik is 0~2347. Als u inconsistente gegevensstromen tegenkomt, worden slechts kleine aanpassingen aanbevolen. Als een netwerkpakket kleiner is dan de huidige RTS-drempelgrootte wordt het RTS Threshold RTS/CTS-mechanisme niet aangezet.
zal verschijnen in de SSID-kolom in de Draadloze Basisinstellingen pagina. Klik op Refresh om de lijst te vernieuwen. Klik na het selecteren van een bestaande AP op Connect om daarmee te verbinden. 7.2.4 Wireless Security Setup De MOBIELE-ROUTER biedt vier versleutelingstypen die hier geselecteerd kunnen worden. Volg onderstaande instructies voor de instellingen. MOBILE-ROUTER 1. Versleuteling – WEP-sleutel 1.
MOBILE-ROUTER 1.2 802.1x-autenticatie Dit is een beveiligingssysteem die authenticatie gebruikt om uw draadloos netwerk te beveiligen. Kies tussen WEP 64-bits en WEP 128-bits. 2. Versleuteling – WPA (WPA, WPA2 en WPA2 Mixed) WPA-authenticatiemodus 2.1 Enterprise (RADIUS) Vul de RADIUS serverpoort, het IP-adres en het wachtwoord in. MOBILE-ROUTER 2.2 Persoonlijke (Pre-Shared Sleutel) Het Pre-Shared Sleuteltype is een ASCII-code; de lengte bedraagt tussen de 8 en 63 karakters.
MOBILE-ROUTER 3. Apply Change & Reset Klik op Apply Change om de instellingen op te slaan. Als u dit niet wilt, kunt u op Reset klikken om alle ingevulde gegevens ongedaan te maken. 7.2.5 Draadloos Toegangsbeheer Draadloos toegangsbeheer wordt gebruikt om gebruikers toegang te verlenen of te ontkennen tot de 3.5G server router door middel van MAC-adressen; dit is optioneel. Als u Allowed Listed selecteerd kunnen alleen de cliënten wiens MAC-adres in de lijst staan toegang krijgen tot het basisstation.
Neem bijvoorbeeld de draadloze kaart. (1) We gebruiken Deny Listed als een voorbeeld. Selecteer eerst Deny Listed onder Wireless Access Control Mode en vul vervolgens het MAC-adres van de draadloze netwerkkaart in het MAC-adresveld in. Klik op Apply Changes om de instellingen op te slaan. (2) U zult zien dat het MAC-adres onder Current Access Control List verschijnt. Dit betekent dat de initiatie is voltooid.
(3) Open de draadloze netwerkkaart UI en probeer te verbinden met de router. U zult zien dat de verbindingsaanvraag wordt afgewezen.
MOBILE-ROUTER Mobile-Router 7.2.6 WPS Setting WPS staat voor Wi-Fi Protected Setup en kan de procedure van de draadloze versleuteling tussen de MOBIELE-ROUTER en de draadloze netwerkkaart simplificeren. Als de draadloze netwerkkaart ook de WPS-functie ondersteunt, kunnen gebruikers de WPS auto-encryption activeren, zodat de procedure sneller verloopt. WPS ondersteunt 2 modellen: PIN (Personal Information Number) en PBC (Push Button Configuration). Deze modellen zijn goedgekeurd door de Wi-Fi Alliance.
*De volgende afbeelding is de voorzijde van de MOBIELE-ROUTER. Wanneer gebruikers een specifiek model op het draadloze basisstation selecteren, kunnen cliënten met de basis verbinden door hetzelfde model te selecteren. De verbindingsprocedures van PIN en PBC zijn bijna hetzelfde. Het kleine verschil tussen de twee is: Gebruikers dienen de PIN van de draadloze netwerkkaart eerst op het basisstation in te voeren; dit beperkt het bereik van de cliënten. Het verbinden via het PIN-model is sneller.
(2) Klik op OK om het WPS-proces te starten. (3) Open de configuratiepagina van de draadloze netwerkkaart die WPS ondersteunt. Klik op Wi-Fi Protect Setup en klik vervolgens op PBC om een WPS-aansluiting te maken met de AP vanuit de WPS AP-lijst (PBC-Scanning AP).
(4) Klik op OK om het WPS-proces te starten. (5) Controleer na het afronden van het WPS-proces de draadloze configuratie van de MOBIELE-ROUTER.
* Start PIN: (1) Open de WPS-configuratiepagina op de MOBIELE-ROUTER om een PIN-nummer te krijgen en schrijf deze op. (2) Druk op OK om het WPS-proces te starten. (3) Open de configuratiepagina van de draadloze router, die WPS ondersteunt en klik op de WPS pagina om het WPS PIN-nummer in te vullen.
(4) Klik op OK om het process te starten. (5) Controleer na het afronden van het WPS-proces de draadloze configuratie van de MOBIELE-ROUTER. U zult zien dat de MOBIELE-ROUTER al verbonden ismet de draadloze netwerkkaart die WPS ondersteunt.
7.3 Server De MOBIELE-ROUTER biedt Sambaserver, FTP-server, Webcamserver en Printerserver programma’s. 7.3.1 Sambaserver Ondersteunt NetBIOS Protocol; dit is de mogelijkheid om voor gebruikers bestanden of printers te delen die weergegeven worden onder My Network Places. Zorg ervoor dat opslagapparaten en printers via een USB-poort verbonden zijn met de router en al geïnstalleerd zijn.
maken. 7.3.1.1 De gedeelde map openen Volg de volgende stappen. Stap 1: Klik op Start en selecteer Run. Stap 2: Vul in de adresbalk het volgende IP-adres in: \\192.168.1.1.
Stap 3: Het volgende scherm zal verschijnen waarin de intern gedeelde gegevens kunnen worden geopend. Let op: 5. Als een USB-flash of harde schijf is aangesloten en de sambaserver functie aan staat, zal deze weergegeven worden als een sambamap. 6. Als een USB-printer is aangesloten en de printerserver functie aan staat, zal deze weergegeven worden met een printericoon. 7.3.
Enable FTP Server Kies of u de FTP-server aan of uit wilt zetten. Enable Anonymous to Login Kies of u anomiemen inloggen toe wilt staan. FTP Server Port Kies of u FTP-toegang toe wilt staan vanuit WAN. Vul hier de FTP command transfer service poort in; standaard is dit Idle Connection Time-Out 21. Als u dit poortnummer wijzigt, moet u ook de poortinstellingen van uw FTP-cliënt wijzigen.
Webcam Geavanceerde Configuratie”. Klik op Apply Change om de instellingen op te slaan. Als u dit niet Apply Change & Reset wilt, kunt u op Reset klikken om alle ingevulde gegevens ongedaan te maken. 7.3.3.2 Webcamserver Geavanceerde Instellingen Klik op de Record Setting knop en het volgende scherm zal verschijnen. Onderdeel Save image interval Omschrijving Het tijdsinterval voor het opslaan van afbeeldingen kan hier ingesteld worden. De standaardwaarde is 5 seconden.
moeten worden. Klik op de Back knop om terug te gaan naar het Back basisinstellingenscherm van de webcam. Klik op Apply Changes om de instellingen op te slaan. Als u dit niet Apply & Changes wilt, kunt u op Reset klikken om alle ingevulde gegevens ongedaan te maken. 7.3.3.3 Gebruik van de Webcam 7.3.3.3.1 Gebruik van de Webcam Uw huis bekijken met een webcam via de MOBIELE-ROUTER.
Een nieuw scherm zal de webcam weergeven, zoals ook hieronder weergegeven.
7.3.3.3.2 Webcam Opname 7.3.3.3.2.1 Administrator De MOBIELE-ROUTER kan ook het webcambeeld opnemen. De instellingen hiervoor kunnen alleen door de Administrator ingesteld worden. Selecteer Web Camera Server in het hoofdmenu en zet deze functie aan. Klik op de Record knop voor de overige instellingen. Gebruik deze pagina om de geavanceerde configuratie van de webcam in te stellen en het webcambeeld op te slaan op uw USB-harde schijf of FTP-server.
Nadat u op Disk Explorer heeft geklikt, zal een scherm verschijnen waarin de mappen als volgt worden weergegeven. Alle afbeeldingen worden opgeslagen in de map webcam_recorded_files. Open een bestand om dit te controleren.
7.3.3.3.2.2 Persoonlijk Gebruik Als Administrator kunnen alle gebruikers alle door de webcam opgenomen beelden zien onder My Document. Log in op uw persoonlijke account om uw eigen map te bekijken door op My Document te klikken. Nadat u op My Document heeft geklikt, zal het onderstaande scherm verschijnen. U kunt hier bestanden opslaan. Let op: Als u de map op de FTP-server niet kunt openen, kunt u als Administrator de instellingen van uw FTP & Webcam priviliges aanpassen.
7.3.3.4 Printerserver De twee USB- poorten op de MOBIELE-ROUTER kunnen gebruikt worden om printers op aan te sluiten die gedeeld kunnen worden met het lokale netwerk. Volg onderstaande stappen om uw PC in te stellen voor een verbinding met een printerserver. Onderdeel Omschrijving Enable Printer Server Kies of u de printerserver aan of uit wilt zetten. Printer Model Kies of u toegang tot de printerserver toe wilt staan vanuit WAN.
7.3.3.5 Printerinstellingen op PC Na het aanzetten van de printerserver bij de snelle instellingen en de printer serverconfiguratie, kunt u de volgende stappen volgen om de LPR instellingen op uw PC juist in te stellen. (Onderstaand voorbeeld is voor het Windows XP besturingssysteem.) Stap 1: Ga naar Start > Printers and Faxes om een printer toe te voegen. Stap 2: Klik op Add a printer.
Stap 3: Klik op Next. Stap 4: Klik op Local printer attached to this computer en klik vervolgens op Next.
Stap 5: Klik op Create a new port, selecteer Standaard TCP/IP Port en klik vervolgens op Next. Stap 6: Klik op Next.
Stap 7: Vul het IP-adres van de MOBIELE-ROUTER in: 192.168.1.1 (Routermodus) en klik vervolgens op Next. Stap 8: Selecteer Custom, klik op Settings en klik vervolgens op Next.
Stap 9: Selecteer LPR en geef deze dezelfde Queue Name naam als die bij de USB-printernaam wordt weergegeven. Vink LPR Byte Counting Enabled aan en klik tenslotte op de OK knop.
Dient gelijk te zijn aan de printernaam; zie ook “7.4.4 Printerserver Instellingen” Stap 10: Klik op Finish.
Stap 11: Selecteer onder Manufacturer en Printers uw printer. Als uw printer niet in de table staat, installer dan de driver-CD en klik vervolgens op de Have Disk… knop om de installatie te beginnen.
de Next knop om de instellingen af te ronden. Stap 12: Klik op de Finish knop om de instellingen van de printerserver te voltooien.
7.4 Systeembeheer Er zijn 6 pagina’s: Wijzig Wachtwoord, Firmware Update, Profiel Opslaan, Tijdzone Instellingen, UPnP-instellingen en Taalinstellingen. Deze opdeling helpt gebruikers bij het maken van gedetailleerde instellingen.
7.4.1 Wijzig Wachtwoord Gebruikers kunnen onder Change Password hun wachtwoord wijzigen. Vul het wachtwoord en een bevestiging in. Klik op Apply Change om de instellingen op te slaan. Als u dit niet wilt, kunt u op Reset klikken om alle ingevulde gegevens ongedaan te maken 7.4.2 Firmware Update De Firmware Upgrade functie kan de firmware van de router updaten. Er zijn bepaalde risico’s bij het uitvoeren van een firmware update.
Download de firmware eerst naar uw PC en upload het vervolgens naar de router. Waarschuwing: Om een onderbreking door andere draadloze signalen en hieruit voortvloeiende fouten bij de firmware update te voorkomen, raden wij gebruikers aan om gebruik te maken van een verbinding met een kabel tijdens het updaten. Waarschuwing: De firmware update zal uw eerdere instellingen niet verwijderen. *Resetknop: Op de achterkant van deze router is een resetknop.
Save to user pc. Upload from user pc. Reset to the factory default settings. a. Configuratie opslaan (1) Klik op Save (2) Klik op Save om de configuratie op uw computer op te slaan.
(3) Kies de plaats waar u het bestand op wilt slaan en klik vervolgens op Save.
b. Open Configuratiebestand (1) Klik op Browser (2) Selecteer het configuratiebestand en klik vervolgens op Open.
(3) Klik op Upload om het configuratiebestand naar de MOBIELE-ROUTER te uploaden.
(4) De MOBIELE-ROUTER zal na 90 seconden het process afronden en opnieuw opstarten. Klik op Administrator om in te loggen. (C) Standaard fabrieksinstellingen herstellen 1.
(2) Klik op OK om te beginnen met het herstellen van de standaard fabrieksintellingen van de MOBIELE-ROUTER. (3) De MOBIELE-ROUTER zal na 90 seconden het process afronden en opnieuw opstarten. Klik op Administrator om in te loggen. 7.4.4 Tijdzone Instellingen Deze functie stelt gebruikers in staat om de tijdzone en NTP-server te selecteren. De tijd kan handmatig of via de NTP-server aangepast worden.
Selecteer de tijdzone Onderdeel Omschrijving Current Time De tijd kan handmatig ingevoerd worden. Time Zone Select Selecteer de tijdzone. Enable NTP cliënt update Kies of u de NTP cliëntupdate aan of uit wilt zetten. Automatically Adjust Daylight Kies of u de automatische daglicht besparing aan of uit wilt zetten. Saving NTP Server Selecteer de NTP-server uit het drop-down menu of vul het IP-adres van de NTP-server handmatig in.
MOBILE-ROUTER 7.4.6 Taalinstellingen De MOBIELE-ROUTER biedt gebruikers de mogelijkheid om uit 12 talen te kiezen. De taal van de configuratie-interface kan gewijzigd worden. Klik op Apply Changes na het selecteren van de taal.
Wanneer u bijvoorbeeld Koreaans gebruikt, zal het scherm de gekozen taal weergeven nadat het aftellen is afgerond. Waarschuwing: Na het aftellen kunt u op Ctrl+F5 drukken om de pagina te vernieuwen. Voer dit uit wanneer delen van de tekst niet vertaald zijn. 7.4.7 Gebruikersbeheer Gebruikers kunnen ieder programma, zoals My Status, My Webcam en My Document onafhankelik gebruiken. Deze sectie gaat in op de gebruikersprivileges.
7.4.8 Mappenbeheer In deze pagina worden alle USB-opslagapparaten van uw MOBIELE-ROUTER weergegeven, kunt u de gegevens van ieder opslagapparaat bekijken en kunt u de schijven formatteren/partitioneren door op de relevante knop te klikken. 1. Select the USB Disk and click on Mount button for refresh all disks before you do disk partition, and the Unplug button will appear. 2. To partition/format the disk, please select the disk and click on Format button. 3.
7.5 Log & Status Deze categorie biedt Network Config en Event Log om de gebruiksstatus in te zien. 7.5.1 Netwerkconfiguratie In deze pagina kunt u de internetstatus bekijken, waaronder de firmwareversie, draadloze instellingen, verbindingstijd, WAN, TCP/IP … informatie.
7.5.2 Event Log In deze pagina kunt u het gebeurtenissenlogboek inschakelen. Kies hier of u het gebeurtenissenlogboek aan of uit wilt zetten. Onderdeel Omschrijving Enable Log Kies of u het gebeurtenissenlogboek aan of uit wilt zetten. System all, Wireless, & DoS Kies de gebeurtenis die u wilt bijhouden. Enable Remote Log Kies of u het gebeurtenissenlogboek op afstand aan of uit wilt zetten. Log Server IP Address Vul hier het IP-adres van de gebeurtenissenlogboek server in.
7.6 Uitloggen Klik op Apply Change om uit te loggen. Hoofdstuk 8. DDNS Accountinstellingen DDNS is een service die dynamische IP naar statische IP verandert. DDNS-instellingen kunnen voor ADSL & Kabel gebruikers het problem verhelpen dat de router iedere keer een ander IP-adres uitgeeft. Na het instellen van de router zal uw hostname corresonderen met uw dynamisch IP. 【Stap 1】 Raadpleeg de website http://www.dyndns.com/, en klik op Sign Up Now.
【Stap 2】 Vul de gevraagde informatie in en klik vervolgens op Create Account. (De informatie op het scherm is alleen ter informatie.
【Stap 3】 Als het onderstaande scherm verschijnt, is de registratie voltooid. Ga naar uw e-mail postvak in waar u een e-mail van DynDNS zult ontvangen. 【Stap 4】 Open de e-mail van DynDNS. Klik op de link om uw account te bevestigen.
【Stap 5】 Klik op Login. 【Stap 6】 Klik op My Services onder de accountsamenvatting.
【Stap 7】 Klik op Add Host Services.
Klik op Add Dynamic DNS Host. 【Stap 9】 1. Vul de door u aangemaakte account in. 2. Selecteer de hostname van uw voorkeur in het drop-down menu. 3. Klik op Add Host om deze toe te voegen. 1 2 3 【Stap 10】 Als het onderstaande scherm verschijnt, is uw hostname aangemaakt.
Hoofdstuk 9. Vraag & Antwoord 9.1 Installatie 1. V: Waar kan ik het IP-adres en MAC-adres van mijn computer vinden? A: (1) Ga in het Start menu naar Run en een scherm zal verschijnen met een knipperende cursor. Typ cmd of Command in het scherm in. (2) Een MS DOS scherm zal verschijnen, typ hier ipconfig /all in en druk vervolgens op Enter.
Er zal informatie over de ethernetadapter en de lokale netwerkverbinding verschijnen. • IP Address (192.168.1.100): Dit is het IP-adres van uw computer. • Default Gateway (192.168.1.1) Dit is het gateway IP-adres van uw computer. • Physical Address (00-0D-61-37-66-ED) Dit is het MAC-adres van uw netwerkkaart. 2.
A: De router dient in een typische netwerkomgeving geplaatst te worden tussen het XDSL-netwerk en het locale network. 3. V: Mijn netwerksnelheid is zeer lag, waarom? A: Zorg ervoor dat uw netwerkkabel korter dan 100 meter is. U kunt ook een brug installeren tussen uw router en computer om de signaalkwaliteit te garanderen. Daarnaast kunt u het volgende nog proberen…: Zorg ervoor dat het netwerkverkeer minder dan 37% van de bandbreedte inneemt.
A: Er zijn twee mogelijkheden om deze op te zoeken. 1: Vraag het aan uw ISP. 2: Kies Log & Status in het linker menu van de 3.5G server router en selecvteer vervolgens Network Configurations. Hier zult u uw WAN IP-adres zien. 3. V: Hoe weet ik of ik een statisch WAN IP-adres heb? A: Vraag het aan uw ISP of ga naar Network Configuration om het op te vragen. 4.
1. Klik op Start > Run > typ winipcfg in > klik op OK. 2. Controleer het IP-adres, de Subnet Mask en de Default Gateway. Als de gegevens niet correct zijn, typt u Release All in, drukt u op enter en typt u Renew All in. Windows NT, 2000, of XP: 1. Klik op Start > Run > typ cmd in > klik op OK. 2. Typ ipconfig /all in het scherm in. 3. Controleer het IP-adres, de Subnet Mask en de Default Gateway Als de gegevens niet correct zijn, typt u ipconfig /release in, drukt u op Enter en typt u ipconfig /renew in.
3. V: De internetbrowser is bevroren, de verbinding is verbroken tijdens het downloaden of er staat onleesbare tekst op mijn scherm. Wat moet ik doen? A: Klik met uw rechter muisknop op My Computer > Properties > kies Device Manager in de Hardware tab > klik met uw rechter muisknop op Network Adapters > kies Properties > kies de Advanced tab > kies Link Speed/Duplex Mode aan de linker kant en selecteer 10Mbps/Half Duplex > klik op OK. 4.
5. V: Ik kan de computer buiten het LAN-netwerk pingen, maar ik kan niet verbinden met het internet. A: Controleer de DNS-instellingen van uw computer. Als uw computer een cliënt is van DHCP, verwijder dan de DNS-instellingen. Laat de 3.5G server router de DNS-instellingen toewijzen aan de cliënten. 6. V: De 3.5G server router kan de instellingen niet opslaan als ik op de Apply knop druk. A: De Mobile-Router hoort instellingen direct op te slaan als er op de Apply knop wordt gedrukt.
Zorg ervoor dat de router en de netwerkadapter hetzelfde kanaal gebruiken. U kunt controleren of de DHCP van uw router ingeschakeld staat. De netwerkadapter zal geen IP-adres krijgen als de DHCP is uitgeschakeld. Tenslotte kan het zijn dat u het systeem die u wilt configureren en de router op dezelfde plaats dient te zetten tijdens initialisatie. Dit zal bij het verzenden van het signaal de storing van muren verminderen. 2. V: Ik kan geen draadloos netwerk instellen op mijn computer.